Aktie, Informatie en Dienstverlening aan jongeren! Naar verwachting roepen deze eerste drie woorden – in deze specifieke volgorde – bij een zekere leeftijdsgroep direct levendige herinneringen op. Misschien zelfs nostalgie naar de tijd dat ze als vrijwilliger aan het initiatief verbonden waren. En dat zijn precies de mensen die de reüniegroep van oud-medewerkers zoekt.
Tekst: Anna Bakker, foto: Marc van Kempen Fotografie & Flip Franssen
Roerige tijden waren het, de zestiger en zeventiger jaren. En zeker ook voor jongeren in een sterk veranderende wereld. Er was veel protest en maatschappelijke onrust – een echo van de Provotijd. In het kielzog daarvan kwamen de gezagsverhoudingen tussen autoriteit en jongeren in een andere verhouding te staan. Om daarbij passende hulp aan jongeren te bieden ontstond in 1972 de Actie en Informatie Dienst (Aid). Albert Verhoeven, een van de medewerkers daar in het pand aan de Mr. Franckenstraat 72, blikt terug in de tijd.
Opkomst van een alternatief
“Het initiatief kwam van de overheid en was een experiment om jongeren gelegenheid te geven hun eigen hulpverlening te organiseren. Ze wilden het natuurlijk wel een beetje reguleren. Twee coördinatoren gaven de nodige structuur en begeleiding aan de vrijwilligers die zich inzetten voor de jongeren die er kwamen, daarnaast was er een administrateur werkzaam. Iedereen kon eigenlijk vrijwilliger worden, een selectie was er niet. Zo gebeurde het dat hulpvragers spontaan vrijwilligers en vervolgens hulpverleners werden.”
“Veel van die jongeren kampten met problemen thuis, op internaten - soms zelfs van de Pompekliniek - of hadden psychosociale problemen. De hulpverlening bij het Aid stond haaks op de bestaande jeugdzorg, zoals Jeugd en Gezin, waar deze jongeren nauwelijks aanklopten.”
Vrijwilligers met een missie
Twee jaar na oprichting maakte ook Albert zijn entree bij de Aid. Hoewel hij net was afgestudeerd in sociologie, lag zijn pad daar niet. Zijn interesse lag juist bij werken in de hulpverlening en zo startte ook hij er als vrijwilliger.
“Het alternatieve karakter was essentieel voor mij, een laagdrempelig alternatief voor de reguliere hulpverlening. In het begin was het een soort zoete inval – idealistisch, vrij, zonder afspraak of spreekuren. Vaak waren we open van 's ochtends negen tot middernacht. Soms ook verplaatsten we gesprekken naar cafés als Het Haantje of De Kantine. We geloofden in de jongeren, in hun vermogen tot zelfredzaamheid. Er was veel ruimte voor eigen initiatief, fouten, en groei – van zowel de jongeren als vrijwilligers.”
“Gastgezinnen speelden een belangrijke rol. In crisissituaties plaatsten we er jongeren die waren weggelopen – vaak zonder adresgegevens te delen met ouders of instanties. Dit was risicovol, maar in het begin van het hulpverleningsproces noodzakelijk. De samenwerking met de kinderpolitie, in de persoon van Wil Wevers, hielp om dit in goede banen te leiden.”
“Niet alles ging altijd goed, een enkele keer gebeurde het ook dat jongeren hun toevlucht tot het Aid namen en niet meer naar huis wilden omdat er thuis boze ouders wachtten omdat ze te laat waren!”
Van Aktie tot actiegroep
“Geleidelijk kwam er meer structuur. Met de komst van een speciale coördinator kwam de A van Aktie wat meer op gang. Er ontstonden initiatieven zoals ‘begeleid wonen’ via Tussenvoorzieningen, opgezet door studenten als tussenstap voor jongeren die anders nergens terecht konden. Ook actiegroepen zoals de Belangenvereniging Minderjarigen maakten deel uit van de activiteiten. Ze organiseerden protesten, maakten folders en schreven zwartboeken, bijvoorbeeld over wegloopjongeren en misstanden in de kinderbescherming. Later ontstond daaruit Het wegloophuis.
“Als organisatie gingen we ook de confrontatie aan met instellingen als Riagg of Radboud, uit protest tegen bepaalde opvattingen in de psychiatrie. Als coördinatoren stonden we niet vooraan, maar faciliteerden het.”
Andere tijden met meer structuur
In de loop der jaren veranderde er meer. Het Aid werd JAC, het Jongeren Advies Centrum, zoals dat in andere gemeenten al langer functioneerden. Het speerpunt kwam meer te liggen bij het werven en begeleiden van pleeggezinnen en de betrokken jongeren, die daar meestal wat langer bleven. Daarvoor kwam speciaal iemand in dienst.
Daarnaast vond er een reorganisatie plaats. Voor Albert was dat het moment om te stoppen en van klussen zijn nieuwe emplooi te maken. ”Ik kijk met veel plezier terug op die tijd. Het voelde vrij, leerzaam en vormend. Niet alleen voor mij, ik zag dat veel jongeren én vrijwilligers ervan groeiden.”
“Onze ervaringen werden uiteindelijk wel gewaardeerd. In het begin waren we ‘de kritische club’, maar men zag gaandeweg dat we echt wat bijdroegen.”
Een veranderend jeugdzorglandschap
Vanaf eind jaren 80 verhuisde het JAC naar de St. Annastraat. Later werd het Bureau Jeugdhulp met het JIP. Rond 2003 Bureau Jeugdzorg. Verschillende samenwerkingen en verhuizingen verder vond het zijn huidige vorm in Jeugdbescherming. Sinds 2015 valt deze onder de gemeente en is de focus komen liggen bij Ondertoezichtstelling, voogdij, jeugdreclassering en het ondersteunen van wijkteams aangaande jeugdzorg.
Niet alleen de organisatie veranderde, ook de inhoudelijke benadering en methodieken. Werkte het Aid vooral voor en met de jongere, later werden ouders, familie of een ander sociaal netwerk betrokken bij de hulpverlening. Buiten dat kwamen er steeds meer jeugdzorginstellingen met allerlei vormen van hulp, van opvoedondersteuning tot therapie en pleegzorg. De jeugdzorgwerker werd steeds meer een soort casemanager. Onder hen ook nog steeds mensen van het eerste uur van de Aid.
“Jongerenopvang zoals wij die boden, is tegenwoordig haast ondenkbaar””, merkt Albert op.” Gemeentes durven dat niet meer aan. Alles is veel strakker geregeld, waardoor sommige jongeren tussen wal en schip vallen. Ik denk dat sommigen van hen juist baat zouden hebben bij een plek zoals wij toen boden – een vrije ruimte, een toevluchtsoord.”
De reünie
Café het Haantje speelde een belangrijke rol in de beginjaren. Als vanzelfsprekend heeft het organiserend comité bestaande uit Jeannet, Yvon, Tiny Delisse (oud-medewerker, ook op de foto) en Albert het dan ook als locatie gekozen voor de reünie van 8 juni waarop alle medewerk(st)ers, vrijwilligers en stagiaires om 14.00 uur van harte welkom zijn. Namen- en adressenlijsten zijn er niet meer. Sterker nog, veel archiefmateriaal zoals folders, krantjes, jaarverslagen et cetera zijn verloren gegaan in de tijd. Daarom ook de vraag om deze, als mensen ze nog hebben, 8 juni of op een ander moment in te brengen.
Aanmelden en informatie via