Een kunstmuseum zou bijvoorbeeld op zijn plaatst zijn. Ons stadsdeel telt en telde namelijk de nodige grote schilders en schrijvers.
Zo is Jan Toorop de beroemdste Nederlandse symbolist en art nouveau-kunstenaar. Zijn woning aan de Graadt van Roggenstraat is te herkennen aan prachtige irissen in glas in lood. Hij ontwikkelde zich hier tot een katholiek kunstenaar die adembenemende ramen en mozaïeken maakte voor de Titus Brandsmakerk. Zijn reclameposter voor de Delftsche slaolie - de voorloper van Calvé - maakte dat de Nederlandse variant van art nouveau de slaoliestijl werd genoemd.
Eugène Lücker van de Ubbergseveldweg - zijn naam staat op een gevelsteen op zijn huis - gaf les op het Canisius College. Hij maakte heldere, kleurrijke uitzichten op de Nijmeegse binnenstad vanaf Lent, nog met pont. In ons Oost maakt hij een beroemd geworden lithografie van een oude kastanje die sindsdien ook de kastanje van Lücker werd genoemd.
Onze wijk kent daarnaast schrijvers als Godfried Bomans van de Pater Brugmanstraat die hier zijn enige echte roman scheef: Erik of het klein insectenboek. Denk ook aan Anton Duinkerken, wonend in de Regentessestraat, rector van de universiteit, maar ook een monumentaal katholiek schrijver. Hij maakte diepe indruk met zijn pleidooi voor carnaval in 1928, toen daar nog met wantrouwen en minachting naar gekeken werd door de kerkelijke autoriteiten.
Maar er zijn ook genoeg kunstenaars die vandaag werken in ons stadsdeel. Zoals Doro Krol van de Barbarossastraat, ooit onze nachtburgemeester. Ze maakt herkenbare Ooijgezichten met karakteristieke essenrijen langs het Meertje in stevige pastelkleuren. Denk ook aan Diederik Grootjans: hij schildert stadsgezichten van nu, maar met een wonderlijk melancholisch sausje. (Hij is nu een groot muurproject op de Dommer van Poldersveldtweg begonnen - buurtbewoners, zijn welkom om mee te doen.) Jos Joosten van de Mesdagstraat is hoogleraar Nederlandse letterkunde. Van zijn hand is net het boek verschenen: “Och, eeuwig is zo lang. Zeshonderd jaar Nederlandstalige literatuur in het licht van de eeuwigheid.”
En deze opsomming is nog maar een aanzet, er zijn hier vast nog veel meer kunstenaars actief die ik niet ken. Met een mooie tijdtabel waarin je overzichtelijk krijgt in welke periodes zij actief waren in Oost en een beschrijving hoe ons stadsdeel er bijlag in de diverse decennia, kan de geschiedenis van de wijk sinds 1900 geschetst worden. En een mooie locatie voor een Oost-kunstmuseum? Het Badhuis? Wat vind jij?
Reacties?
Illustratie: Res de Vries