Door Eric Hendriks
Als redactielid van De Wijkkrant maak je wat mee. Zo zit je met regelmaat in de beste restaurants van de wijk omdat iemand ooit verzonnen heeft dat daar zo nodig een serie over geschreven moet worden. Of raak je verzeild op een inspraakavond van de gemeente waarin bewoners zich wel héél erg opwinden. Het wordt al wat minder als blijkt dat iemand die je wilt interviewen de politie heeft ingeschakeld. Uit angst dat het een truc is om de inboedel te inspecteren en later nog één keer terug te komen. Nou praat ik graag met de politie maar dan stel ík liever de vragen. En niet andersom.
Ander voorbeeld. Zo stond enkele weken geleden een mevrouw op mijn voicemail. Of ik haar spoedig wilde terugbellen. Het berichtje direct daarna was eveneens van dezelfde mevrouw: ze was heel even weggeweest, wellicht had ik al teruggebeld?
De situatie vroeg om gepaste actie. Maar snel terugbellen dus! Hopelijk was ik nog op tijd
Ik kreeg mevrouw aan de lijn, noemde mijn naam en wist nagenoeg direct dat ik mijn laatste woorden had uitgesproken. In dít telefoongesprek tenminste, want ze nam het initiatief moeiteloos over en begon doorratelend aan haar verhaal. Aanvankelijk was mij niet duidelijk waar het over ging, iets van jullie van de wijkkrant moeten eens wat vaker
. Al snel raakte ze van de hoofdweg van haar betoog, kwam terecht in een zijstraat, sloeg direct rechtsaf en holde een klein steegje in. Eindelijk had ik wat moed verzameld om haar te onderbreken (vind je dat ook zo moeilijk, iemand onderbreken? Ik probeer dan een goed moment te vinden terwijl ik eigenlijk weet: Er Is Geen Goed Moment).
Ik onderbrak haar dus bruusk en probeerde het terug te brengen tot de essentiele vraag: Wat Wilt U Van De Wijkkrant?.
Eindelijk kwam het hoge woord eruit. Ze fluisterde zachtjes: er moet iets worden gedaan aan de armoede van ouderen.
Er-moet-iets-worden-gedaan-aan-de-armoede-van-ouderen. Ik proefde de woorden één voor één. En ervoer de smaak van urgentie, van nood, van dit kan zo niet langer. En toen vertelde ze mij van schrijnende situaties in haar omgeving. Van ouderen die zelfstandig wonen maar geen tapijt kunnen betalen en er dus niets op de vloer ligt. Dat ze zure melk drinken omdat het geld op is. Waarin zij (ook niet meer de jongste) s avonds laat wordt gebeld of ze iets te drinken wil komen brengen. Ze probeert zoveel mogelijk te helpen. Belt de ouderenzorg, het RIO, de astmastichting. Want die anderen, die kunnen dat niet meer, zijn niet mondig meer.
Over een maand is het december. Knusse feestmaand met veel eten en drinken. En veel cadeaus, in de schoen of onder de boom. Genieten maar?