Door Erik van Huizen
Klik-klak, bjoeeeeeee. Het waren tot voor kort de geluiden van de pasfotocamera en de föhn, voor het drogen, die je hoorde bij het maken van pasfoto's. Of je ging naar een pasfotohokje op het station. Dat is nu wel anders. Het begon toen ik vorig jaar nieuwe pasfoto's nodig had voor mijn paspoort. Ik kreeg van mijn fotograaf te horen dat ik niet meer mocht lachen. Belachelijk, vond ik destijds.
Begin dit jaar moest ik mijn rijbewijs vernieuwen. Ik toog met mijn pasfoto's naar het stadskantoor. Ik schrok al toen ik het grote bord met afgekeurde foto's zag. Eenmaal aan balie vijf bekeek de ambtenaar mijn foto's kritisch, smoesde nog wat met de pasfotoambtenaar die er echt verstand van had en schudde haar hoofd. 'Wanneer heeft u die foto's laten maken? Ik denk voor de invoering van de nieuwe regels.' Ik gaf het direct toe. Ik vreesde dat er iets goed mis was. 'De achtergond is te licht', stelden de deskundigen. 'Die moet lichtgrijs zijn.' Ik spartelde nog wat tegen over dit futiliteitje, maar de twee bleven volhouden. Op weg naar de pasfotomaker.
Hij was waarschijnlijk vrolijk, maar dat verdween als sneeuw voor de zon toen ik bij de fotograaf binnenliep. 'Doe de bril maar af want daar zeuren ze altijd over', begon hij nors. Ik zag mijzelf op het computerscherm. Iets naar links, kin iets omhoog, niet lachen, FLITS. Ik zag aan de fotograaf dat hij op hoop van zegen de pasfoto's maakte. Ik was benieuwd.
Voor de tweede keer aan de balie bekeek de pasfotoamtenaar, ik had haar nu zelf, de foto's goedkeurend. Het viel haar op dat ik mijn bril af had. Ik legde haar uit dat de fotograaf dat adviseerde. Volgens haar was dat niet nodig als de fotograaf zijn werk maar goed deed. Aan de balie naast mij verscheen een bebrilde man. Hij kreeg mijn 'oude' ambtenaar. De man liet zijn pasfoto's zien. De ambtenaar keek bedenkelijk en vroeg advies aan 'mijn' pasfotoambtenaar. 'Ja, ja', verzuchtte ze. 'Dit is dus typisch zo'n geval. De ogen zijn niet goed te zien. Dat komt door de bril.' De man spurtelde nog tegen maar de ambtenaren waren opnieuw niet te vermurwen. De bebrilde kreeg een formulier waarmee hij gratis nieuwe foto's kon laten maken.
Met een brede grijns ging mijn ambtenaar verder met mijn foto's. Ze vond de achtergrond in ieder geval goed. Toch was ze nog steeds niet enthousiast. Ze legde een doorzichtig vormpje over de foto. 'Ja, ja. Het ziet er wel goed uit, maar de schouders staan iets te ver naar voren.' Pas na enige discussie, waarin ik haar duidelijk maakte dat dit toch echt mijn lichaamshouding is, ging ze twijfelend overstag. Ik kon mijn nieuwe rijbewijs over een week ophalen.
'Al die moeite voor niets', was een week later mijn eerste reactie. 'Is dat wel mijn rijbewijs?' Alle gelaatstrekken in mijn gezicht waren op de gescande pasfoto verdwenen. De foto deed mij nog het meeste denken aan een opsporingsfoto van iemand die een paar weken in het water had gelegen. En de lichtgrijze achtergrond? Daarvan was helemaal, maar dan ook helemaal, niets meer van over.