In 1843 verscheen ‘A Christmas Carol’ van de Engelse Schrijver Charles Dickens. De hoofdpersoon Scrooge, een eenzame man die onder het voorwendsel van goed koopmanschap een ander het licht nog niet in de ogen gunt, krijgt op kerstavond bezoek van de geest van zijn overleden compagnon. Die waarschuwt hem voor de gevolgen van zijn levenswijze. Scrooge reageert vol spot en ongeloof. Dit verandert als hij wordt meegenomen naar verleden, heden en toekomst en als hij zichzelf daarin bezig ziet.
Door Sarah Albers
De verhalen van Dickens en het Engeland van de negentiende eeuw, waarin een grote kloof bestond tussen het arme en het rijke deel van de bevolking, dienden voor de Nijmeegse kunstenaar Gab Smulders als inspiratiebron voor het vervaardigen van een wel heel speciaal kunstwerk. De belangrijkste overeenkomst tussen Gab Smulders en Charles Dickens? Het zijn beide rasvertellers!!!
Op een regenachtige maandagmorgen heb ik afgesproken met Gab Smulders. Het is een warm onthaal, daar in het huis aan de Bijleveldsingel. Hoewel ik tenminste veertig jaar jonger ben dan de heer Smulders, helpt hij me uit mijn jas. En als blijkt dat een kop koffie aan mij niet besteed is, gaat hij gauw een pot thee voor me zetten. Voorwaar, een echte heer!
Terwijl de thee staat te trekken wordt ik door de heer Smulders de woonkamer ingeloodst. In de gigantische woonkamer ensuite hangen niet alleen talloze schilderijen van eigen hand, maar ook is in diverse vitrinekasten een aantal verzamelingen uitgestald. Alsof ik nog niet genoeg onder de indruk was van het herenhuis uit het begin van de twintigste eeuw, laat de heer Smulders mij zijn verzamelingen zien. Zoals daar zijn: een verzameling bronzen, antiek speelgoed, maar ook een verzameling vondsten uit onder meer de Romeinse tijd. In een al even imposante boekenkast bevindt zich het pronkstuk: het diorama dat is gebaseerd op de verhalen van Dickens. Het diorama laat zich het beste omschrijven als een ruimtelijk schilderij dat een straattafereel verbeeldt. Je kijkt je ogen uit. Met grote precisie is het tafereel tot in de details afgewerkt. Op de voorpagina van deze Wijkkrant is een detail uit dit diorama te zien. Het diorama volledig in beeld brengen was onbegonnen werk.
De heer Smulders heeft zich goed voorbereid op het interview. Hij heeft fotoalbums en artikelen klaargelegd om de interviewster een goed beeld van zijn werk te geven. Er ligt zelfs een stuk papier en een pen voor me klaar, want “da’s wel zo handig voor je”, aldus de heer Smulders. Het kacheltje brandt en op de achtergrond speelt klassieke muziek. Als we ons aan de tafel hebben geïnstalleerd steekt de heer Smulders van wal. Uiteraard niet voordat hij mij een kopje thee heeft ingeschonken.
Hij verzoekt mij een krantenartikel te lezen waarin zijn doopceel wordt gelicht. Na het behalen van zijn MO en LO-akte tekenen en het doorlopen van de kunstacademie in Arnhem was Gab Smulders onder meer werkzaam als hoofd van de creatieve afdeling van St. Servaes, een psychiatrische inrichting in Venraij. Daarnaast heeft hij zich ontwikkeld tot een veelzijdig kunstenaar. Smulders heeft tevens bekendheid verworven met beeldhouwwerk dat onder meer te zien is in het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek, het ontwerpen van drie plastieken voor de Nederlandse Spoorwegen en met illustraties in Propria Cures, het roemruchte Amsterdamse studentenweekblad.
Smulders’ veelzijdigheid is ook iets wat opvalt wanneer we samen de fotoboeken met zijn werk bekijken. Van wandschilderingen in een Venraijs zwembad tot de ontwerpen voor religieuze wandkleden, het behoort allemaal tot het repertoire van de heer Smulders.
“Ik hou van mooie dingen, dat zit in de familie,” verklaart Smulders zijn keuze voor het kunstenaarsvak.
Voor wat betreft de keuze van zijn onderwerpen zijn in het werk van Smulders grofweg twee grote lijnen te ontdekken: de tweede wereldoorlog, het christendom en geschiedenis in zijn algemeenheid.
Mijn veronderstelling dat Smulders fascinatie met de Tweede Wereldoorlog zijn achtergrond vindt in zijn eigen ervaringen wordt volmondig beaamd. “En ik hèb me wat uitgevreten in die tijd…”. Smulders groeide op als jongste in een Utrechts gezin van negen kinderen. Met broers in het verzet en een vader die moest onderduiken zocht de jonge Gab Smulders zijn eigen vertier. Dat vond hij in het ‘Duitsertje pesten’. In eerste instantie door goederentreinen te laten ontsporen, later door mensen te helpen onderduiken en door het verspreiden van de verzetskrant Trouw tijdens de spertijd. Eén keer is hij met krijgsgevangenen van de Duitsers van Utrecht naar kamp Amersfoort gelopen. Eenmaal aangekomen, mocht Smulders niet meer terug. Na zijn ontsnapping uit het kamp werd hij in de avonduren op straat aangesproken door een Duitse soldaat, die wilde weten wat hij zo laat nog op straat deed. De smoes die Smulders daarop vertelde sloeg blijkbaar aan, want de Duitser bood hem vervolgens een lift terug naar Utrecht aan.
“Mijn naam, Gab, komt van Gabriël en ik denk dat ik in mijn leven toch al heel wat engelbewaarders heb gehad.” Daarmee zijn we aanbeland bij zijn geloof, het katholicisme, een andere grote lijn in het werk van Smulders. Ofschoon hij de laatste jaren wel wat bezwaren heeft tegen “het Róómse”, voelt hij zich nog steeds thuis bij deze godsdienst.
Maar: van waar dan een Dickens-diorama? “Ik ben altijd enorm geboeid geweest door de geschiedenis. Ook een gegeven als de klassenstrijd vond ik altijd buitengewoon boeiend. De sociale misstanden in de tijd van Dickens waren natuurlijk zeer schrijnend”.
Vervolgens is het tijd voor een rondleiding door het huis. Vooraf bekende Smulders zich nog enigszins ontheemd te voelen in zijn huis. Een half jaar geleden is zijn woonkamer gerenoveerd en tot op de dag van vandaag moeten nog veel dingen hun plek krijgen.
Overal in het huis staat, hangt of ligt kunst. Zelfs op de strijkplank ligt een aantal schilderijtjes op hun bestemming te wachten. Ieder kunstwerk heeft zijn verhaal en Smulders vertelt dan ook honderduit.
Terug in de woonkamer biedt Smulders nogmaals aan een nieuwe pot thee te zetten. Hij denkt graag met me mee over de totstandkoming van het artikel. “Lieve dame, hebben we nou alles wat we moeten hebben? Levert dit genoeg kopij op voor je artikel?” En: “Ik wil me nergens mee bemoeien hoor, maar als kop bij het artikel had ik gedacht ‘Nostalgie’. Want dat is waar ik mee bezig ben, terugkijken op de dingen.”
Uiteindelijk, na ruim twee en een half uur nemen we afscheid. Weer ben ik verrast als Smulders me in m’n jas helpt. Wanneer ik het tuinpad afloop en het hekje achter me sluit, zwaaien we voor de laatste keer. Als dit geen kopij oplevert, dan weet ik het niet meer……
Het werk van Gab Smulders is in diverse musea te zien, om u een idee te geven:
• Bevrijdingsmuseum ’40-’44 te Groesbeek (diorama’s);
• Bijbelsmuseum te Amsterdam (diorama’s);
• Airbornmuseum Oosterbeek (aquarellen);
• Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum Overloon (brons)