Historicus René van Hoften presenteert in een aantal afleveringen de geschiedenis van Nijmegen-Oost, in korte verhalen en mooie afbeeldingen. Reacties zijn van harte welkom.
DEEL 5: 'Een gevaarlijk gebied'
Ergens in de buurt van de Postweg, begon het Nederlandse deel van het Rijkswoud, het voormalige jachtterrein van de Gelderse adel. Deze bossen die doorliepen naar Ubbergen, Berg en Dal en Groesbeek en verder naar Kleef, waren ook ontmoetings- en verblijfplaatsen voor vagebonden, zigeuners, heidenen, knevelaers, beurssneyders, landstrijkers, bedelaars, booswigten, swartmaeckers, leprozen en joden, zoals dat werd genoemd. Er werden door de Nijmeegse en Kleefse overheid generale klopjachten op deze bedelaars gehouden zoals in 1728 en 1747 vanwege overvallen in de Holdeurn en bij herberg het Witte Paard op de Oude Kleefse Baan. Een van de bendeleden was Gecke Francis, altijd in het bezit van ‘sackpistolen’.
Aan de Dommer van Poldersveldtweg in Nijmegen-Oost lag de buitenplaats ‘Stad-zicht’ (ligt er nog steeds, is tegenwoordig B&B). In 1750 werd dat landgoed gekocht door de predikant Marcus Jacobus Broen. De predikant schijnt last gehad te hebben van ongewenste bezoekers, dat was de reden waarom hij van de Nijmeegse notabelen verlof ontving om voetangels en klemmen op zijn buitengoed te leggen, mits daarvoor “op witte borden met zwarte letters” op verschillende plaatsen werd gewaarschuwd.
Regelmatig werd de buit van overvallen in dit gebied verdeeld, zoals in 1765 door de Bossche Bende. Een groot deel van de leden, die door heel Brabant en Limburg overvallen uitvoerden, werden later op de markt in Den Bosch opgehangen en geradbraakt. De laatste overvallen in dit tijdperk vonden plaats in 1795, o.a. een dubbele roofmoord op de Frans Dommer van Poldersveldtweg in Ubbergen op twee Zwitserse onderofficieren, door leden van de Gelderse bende. Leden van deze bende waren o.a. de speelman, de student, de schaarslijper, de houtflotter. Drie bendeleden, Gerrit en Jan Aalbert en Leendert van Rooij, werden in Nijmegen in de burgemeesterskamer in juni 1797 ondervraagd, er werden meer dan 1000 vragen gesteld en opgetekend. De buit was weer verdeeld in Oost, bij de Musschenberg en de Flierenberg. Kortom Nijmegen-Oost was in die tijd nog niet zo’n gezellige woonbuurt.
Afbeelding 1: De Holle Weg in Beek, ideaal voor struikroverovervallen, schilderij door Willem-Karel Nakken, 1860. Bron PD.
Afbeelding 2: Nijmeegs Plakkaat tegen ‘Heidenen’, 1651, bron Regionaal Archief Nijmegen.
Afbeelding 3: Nijmeegs Plakkaat tegen ‘Vagabunden en Booswigten’ , 1761, bron Regionaal Archief Nijmegen.