Tijdens de drukbezochte informatieavond van Duurzaam Hengstdal, op woensdag 30 januari j.l., werd een update gegeven over de voortgang van het transitieoverleg en het resultaat van de enquête toegelicht. De mogelijke opties die het aardgas kunnen vervangen passeerden de revue en er was gelegenheid om hier vragen over te stellen. Daar werd dan ook gretig gebruik van gemaakt.
Na de pauze mocht ik, als coördinator van de Bewonersgroep Aardgasvrij, ons plan voor een wijkwarmtenet presenteren.
Voor de afwezigen zet ik dat hieronder nog maar eens op een rijtje.
Waarom hebben we zelf dit plan ontwikkeld?
We zaten afgelopen jaar aan tafel met de woningcorporaties, de gemeente en de netbeheerder, om de belangen van de bewoners van de wijk te behartigen.
Tijdens dat overleg bleek dat de corporaties waren beïnvloed door het oorspronkelijke advies, namelijk dat er in Hengstdal slechts een All Electric optie (d.m.v. warmtepompen) mogelijk zou zijn. De gemeente stond hier neutraal tegenover.
Naast ons, zag alleen de netbeheerder dit minder rooskleurig in.
Alle berekeningen die gemaakt werden, wezen op extreem hoge kosten bij deze variant. Met name voor de oude, kleine huizen, zouden hoge kosten gemaakt moeten worden om ze op deze wijze te kunnen verwarmen.
De berekening wat de kosten per woning zouden worden bij de aanwezigheid van een warmtenet, leverden een veel gunstiger beeld, alleen werd daarbij nergens berekend wat het betekent om een warmtenet aan te leggen. Of het überhaupt mogelijk was.
Toen daar rond mei nog altijd geen onderzoek naar was geïnitieerd, ben ik zelf begonnen met het inwinnen van informatie.
Uit rapporten uit landen, waar al decennia ervaring is opgedaan met warmtenetten, werd duidelijk wat de mogelijkheden zijn. Aangevuld met informatie over bestaande netten in Nederland vormde zich een plan, inclusief het bijbehorende financiële plaatje.
Het enige probleem was nog wel de afwezigheid van een warmtebron.
Zo’n warmtenet is in feite niet anders dan een heel grote Centrale Verwarmingsinstallatie, waarbij elke aangesloten woning te vergelijken is met één radiator. Ergens in de wijk zou dan ook een mega CV-ketel moeten staan.
Bij het warmtenet voor Nijmegen-Noord is dat de ARN, de afvalverbrander in Weurt, maar Hengstdal en overigens heel Nijmegen-Oost beschikt niet over zo’n bedrijf met veel warmteoverschot.
Uit voorbeelden van moderne warmtenetten in Duitsland en Oostenrijk kwamen slechts twee mogelijkheden in beeld: Een ketel op biomassa of aardwarmte.
Het 1e plan.
Onderzoek naar beide opties leidde tenslotte tot een plan, waarbij een combinatie van aardwarmte, biomassa en seizoenswarmteopslag als warmtebron zou dienen.
Een plan waarbij de woningen veel beperkter geïsoleerd hoeven te worden, dan bij een warmtepomp en zelfs de bestaande huis-verwarmingsinstallatie gehandhaafd kan worden.
Slechts de eigen CV-ketel verdwijnt en er komt een zogenaamde afleverset voor in de plaats.
Voorbeeld van een afleverset, afm. 60 x 40 x 17 cm, te plaatsen in meterkast of kelder(kast)
Via die set komt water van 70°C de woning binnen voor de verwarming en voor het maken van warm tapwater. Daarvoor hoeven slechts enkele leidingen verlegd te worden.
Het moge duidelijk zijn, dat bij dit systeem de investering per woning beduidend lager is, dan bij een all electric variant.
Wel moet er een warmtenet met een kostbare warmtebron aangelegd worden. In alle straten moeten hoofdleidingen aangelegd worden, met aftakkingen naar de woningen. Dat betekent veel graafwerk.
Een erg kostbare operatie volgens critici.
Aan de andere kant, voor all electric moet ook een compleet extra elektriciteitsnet worden aangelegd, met net zoveel graafwerk, plus minstens een verdubbeling van het aantal transformatorhuisjes t.o.v. nu. Dat zijn weliswaar kosten voor de netbeheerder, maar die zal deze kosten beslist, op termijn, via mijn en uw energierekening terug willen verdienen.
Wat houdt de aardwarmtebron in?
Een geothermische (geothermie = aardwarmte) bron wordt geboord (ca 20 cm diameter) en haalt van een diepte van ca. 4 km diepte, uit een prehistorisch koraalrif, het daar nog aanwezige zeewater omhoog. De aarde is op die diepte ca. 130-140°C heet. Het warme water geeft aan de oppervlakte de warmte af aan het warmtenet. Het “zeewater” wordt in afgekoelde toestand via een tweede boorgat weer terug in de ondergrond gebracht, naar dezelfde diepte, maar enkele kilometers verderop. Het afgekoelde water stroomt ondergronds via de holtes in het voormalige koraal weer naar de bron en wordt onderweg opnieuw opgewarmd. Er wordt dus geen materiaal permanent aan de bodem onttrokken.
In de loop van dit jaar zal een seismische meting de ondergrond van Nijmegen en omgeving volledig in kaart brengen, zodat we exact weten waar de warmte te halen is.
Geothermie als bron voor een warmtenet
Seizoenswarmteopslag.
Omdat er in de zomer weinig warmtevraag is en in de winter juist veel, zou het mooi zijn de in de zomer gewonnen warmte op te kunnen slaan, zodat deze in de winter kan worden gebruikt.
Dat kan dankzij een Nederlandse ontwikkeling, het zogenaamde Ecovat. Dit is in wezen niets anders dan een reusachtige, net onder het aardoppervlak gebouwde thermosfles. Deze wordt via een intelligent systeem met prefab-delen gebouwd en kan, afhankelijk van de maat, voor 200-1000 woningen aan warmte opslaan.
Een groot voordeel er van is dat er altijd voldoende warmtevoorraad is, om aan een onverwachte piekvraag te voldoen. Zo is er, bij plotselinge extreme kou, of bij een langdurige koudeperiode voldoende warmte beschikbaar. Dankzij zo’n opslagsysteem kan met een kleine aardbron volstaan worden, wat de kosten aanzienlijk drukt.
Een ondergronds warmteopslagsysteem.
Om de warmte in het opslagvat gedurende een piekvraagperiode weer aan te vullen is een biomassaketel voorzien, die jaarlijks 20% van de benodigde warmte kan leveren. Ze zou gevoed worden met regionaal verbouwde biomassa, uit Miscanthus Gigantheus (olifantgras). Dat is een gewas dat eenvoudig te verbouwen is, jaarlijks veel energie levert en de bij verbranding uitgestoten CO2 direct weer opneemt uit de lucht. De hele installatie is daarmee CO2 neutraal, op de elektriciteit voor de pompen na.
Die energie wordt pas duurzaam als de volledige Nederlandse elektriciteitsvoorziening duurzaam is.
Een goed aangelegde en onderhouden geothermische bron kan 30-50 jaar meegaan en moet dan een zelfde periode met rust gelaten worden, om daarna weer bruikbaar te zijn. Door daarvoor tijdig, verderop een tweede bron aan te boren, blijft het systeem eindeloos bruikbaar.
In Italië is al sinds 1904 zo’n bron (de eerste ter wereld) permanent in gebruik, voor de productie van elektriciteit.
Hoe zou een voorziening als deze bekostigd kunnen worden?
Het zou met geleend geld moeten worden aangelegd en terugverdient door de verkoop van warmte.
Voorlopige berekeningen tonen aan dat met de uitvoering van dit plan een investering van ca 57 miljoen euro gemoeid is en jaarlijks 885 duizend euro aan productiekosten vergt (in 30 jaar is dat ca. 27 miljoen).
In totaal dus 84 miljoen euro. Een bedrag dat in 30 jaar terugverdient zou moeten worden.
Hengstdal (met ca. 3500 woningen) verbruikt nu jaarlijks voor 5,4 miljoen euro aan aardgas, bijbehorend vastrecht, netbeheerkosten, etc.
Dat is in 30 jaar tijd 162 miljoen euro. Ruim 75 miljoen meer dan de investering in een warmtenet plus voor 30 jaar aan productiekosten. Het zou dus niet alleen mogelijk moeten zijn, maar per saldo goedkoper dan nu op aardgas verwarmen. Aardgas dat alleen maar duurder wordt.
In die productiekosten zitten overigens ruim. 420.000 euro per jaar aan elektriciteitskosten voor de pompen in het systeem en dat leidde tot plan 2.
Plan 2.
Om ook daar een oplossing voor te vinden, heb ik het eerste plan omgezet naar een ander uitgangspunt.
Uit een vier maal zo grote bron als in het eerste plan, wordt via een warmtewisselaar, een gasvormig warmtetransportmiddel verhit. Dit gas zet uit en brengt een speciaal soort turbine (een zgn. ORC) aan het draaien. Hier is een generator aan gekoppeld, waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Daarmee wordt in eerste instantie de eigen pompinstallatie gevoed.
De elektriciteit die overblijft wordt geleverd (verkocht) aan het lichtnet.
Dat laatste is in dit geval jaarlijks ongeveer net zoveel als de vier windmolens aan de A15 bij Ressen opleveren en meer dan we in totaal in Hengstdal gebruiken.
Deze elektriciteit wordt 24/7 opgewekt, onafhankelijk van het weer, of de periode van de dag en is 100% duurzaam.
Het gas moet, na verlaten van de turbine, gekoeld worden van ca 110 °C naar 10°C.
Dat kan met koelwater, dat daardoor zelf opgewarmd wordt en vervolgens de seizoensopslag verwarmt.
Het warmtenet is hierdoor in feite de koelinstallatie van de elektriciteitsproductie.
Dit systeem levert, dankzij de grotere bron, veel meer warmte dan in het 1e plan en kan tot 14.000 woningen verwarmen. Zeg maar bijna heel Nijmegen -Oost.
De investering is wel beduidend hoger (want: grotere bron, 4 x zo groot warmtenet, meer opslagvaten, plus de elektrische installatie), maar draait volledig op eigen elektriciteit.
Dat scheelt in elk geval 420 duizend euro per jaar aan productiekosten. De verkoop van elektriciteit levert daarbij jaarlijks 760 duizend euro op.
De productiekosten van dit systeem zijn dus veel lager, doordat er geen elektriciteit meer hoeft te worden ingekocht.
Een voorbeeld van een geothermisch ORC-systeem. De koeltoren wordt vervangen door een warmtewisselaar voor het warmtenet.
Verder is dit systeem wel volledig CO2 neutraal en komt in aanmerking voor SDE+ subsidie.
Hierdoor wordt het terugverdienen van de ca. drie maal zo hoge investering (in dit geval 163 miljoen euro) voor de warmteafnemers aanzienlijk bespoedigd. Dat zijn er ook nog eens vier maal zoveel.
Aangezien alle kosten door hen moeten worden opgebracht, via een eenmalige bijdrage voor de aansluiting (ca. 1000 euro per woning), jaarlijks vastrecht (ca 335,-) plus een bedrag per afgenomen GigaJoule (eenheid van warmte), kan die warmteprijs in het 2e plan beduidend lager zijn dan in het 1e.
De maximale prijzen voor warmtelevering zijn overigens vastgesteld door de ACM en zijn NMDA (Niet maar Dan Anders, of, Niet Meer Dan Aardgas).
De bedoeling is daar echter ver onder te blijven, zodat de investeringen die in de woning gedaan moeten worden, op redelijke termijn terug verdiend kunnen worden.
Dat dit mogelijk is blijkt uit in het buitenland functionerende systemen.
Voordelen van dit warmtenet t.o.v. All Electric.
De woningen hoeven niet verder geïsoleerd te worden dan label B.
De bestaande CV-radiatoren en leidingen kunnen gehandhaafd worden.
Voor isolatie van label F > B geldt 10.000,- tot 15.000,- aan kosten.
Uw comfort blijft gelijk aan het huidige comfort met een HR-ketel.
De eerste-aansluitkosten op het warmtenet, plus het vervangen van de CV-ketel door een afleverset, zal 3500,- tot 5000,- betekenen.
Een afleverset vergt slechts 1 x per 3 tot 5 jaar beperkt preventief onderhoud en gaat 20 – 30 jaar mee (vervangingskosten ca. 800 euro).
Een warmtenet afleverset verbruikt enkele honderden Watts aan elektriciteit voor de elektronica.
Bij toepassing van een warmtepomp dient uw huis beduidend beter geïsoleerd te worden, gaat u veel meer elektriciteit gebruiken, moet u een warmtepomp aanschaffen en wellicht uw radiatoren vervangen. In het ergste geval betekent dit een volledige verbouwing.
Totale kosten worden daarbij geraamd op 40.000 – 60.000 euro. Uw elektriciteitsgebruik zal gemiddeld twee maal zo hoog worden als het huidige, waarvoor een zwaardere aansluiting nodig is, waarvoor ook meer vastrecht betaald moet worden.
De duurzaamheid van dit systeem wordt daarbij bepaald door de duurzaamheid van de wijze van elektriciteitsopwekking.
U dient jaarlijks onderhoud te laten uitvoeren aan de warmtepomp.
Deze dient na ca. 20 jaar vervangen te worden (à 10-15 duizend euro).
De verwarmingskosten per woning zullen met een warmtenet lager worden, dan ze momenteel met aardgas zijn. Aardgas, dat de komende jaren overigens alleen maar duurder zal worden.
Kortom dit warmtenetplan behelst een systeem dat toekomstbestendig is, beperkte individuele investeringen vergt, een lagere energierekening betekent en volledig duurzaam energie opwekt.
Het eerste plan is, nadat ik het had opgesteld, door leden van Duurzaam Hengstdal en de Bewonersgroep Hengstdal Aardgasvrij nagerekend en op punten verbeterd.
Het is daarop in juli j.l. door de bewonersgroep ingediend in het transitieoverleg.
Het tweede plan wordt nog uitgewerkt en zal binnenkort ook ter tafel komen. Beide plannen dienen als alternatief voor de All Electric oplossing.
Ik ben me er van bewust dat deze totaaloplossing voor Nederland nieuw is en er dus nogal wat uit te leggen valt. Daar ben ik graag voor beschikbaar.
De uiteindelijke kosten, voor de gebruikers van zo’n systeem, worden voor een groot deel bepaald door de organisatie die het creëert. Eerdere warmtenetten (ook in Nijmegen) hebben geleerd, dat het niet raadzaam is hiervoor in zee te gaan met de gevestigde energiebedrijven.
Een gemeentelijk nutsbedrijf, of beter nog, een wijkcoöperatie zonder winstoogmerk zal op een realistische warmteprijs kunnen toezien.
Het klinkt allemaal misschien te mooi om waar te zijn, maar het is geen luchtfietserij. Sterker nog, het is bewezen technologie.
Momenteel zijn er 17 uitgevoerde geothermische projecten in ons land, voornamelijk voor verwarming van kassen.
In Duitsland zijn er echter al 37 in gebruik, waarvan het merendeel zijn gebouwd voor warmtenetten en elektriciteitsopwekking. Sommige zijn al meer dan tien jaar in gebruik en er worden er de komende jaren nog vele nieuwe aangelegd.
Zo wordt München, met 1,5 miljoen inwoners, volledig omgebouwd voor verwarming op aardwarmte. Een project met 6 grote geothermische bronnen, dat in 2040 moet zijn afgerond.
Daar zit de kennis en de ervaring en heeft men alle beginnersfouten al gemaakt en opgelost.
Daar moeten we dan ook te rade gaan om ons de kneepjes van het vak eigen te maken.
Voor de exacte en gedetailleerde doorrekening voor onze eigen plannen zal dan ook een gespecialiseerd en ervaren adviesbureau ingeschakeld moeten worden.
Dit zal binnenkort in opdracht van de gemeente gaan plaatsvinden.
Ik hoop dat deze twee plannen bijdragen aan een soepele overgang van aardgas op een betaalbaarder en een duurzamer verwarmingssysteem, waarbij de bewoners van Hengstdal, waaronder ikzelf, zonder vrees de energietransitie tegemoet kunnen zien.
Peter Daanen
Coördinator Bewonersgroep Hengstdal Aardgasvrij
Auteur “Warmtenet Hengstdal”
Nb. Alle berekeningen zijn afgeleid van bestaande projecten in Nederland en Duitsland.
Voor mijn berekeningen heb ik voor elk onderdeel de meest “ongunstige” prijs gerekend.
Verder heb ik daarbij geen belastingen, leges en rentelasten meegerekend.
Daar staat tegenover dat ik ook geen investeringssubsidies of SDE+ subsidies in de berekeningen heb verwerkt. Dat wordt nog allemaal verkend. Het is voorlopig dan ook nog “work-in-progress”.