Rob Jaspers
Twintig jaar geleden werd de stilstaande schommel op de Raadhuishof onthuld. Een monument dat herinnert aan de pijn van het bombardement van 22 februari 1944 op Nijmegen. In nog geen dertig seconden werd het hart van de oude stad weggevaagd.
De schommel staat op een authentieke plek, op het schoolplein van de kleuterschool die hier stond. Tussen de kastanjebomen speelden de kinderen. Een plek van plezier en ook een veilige omgeving. Maar niet die 22e februari: plots was daar die angst voor bommenwerpers boven de stad. Een luchtalarm gaf tijdig een waarschuwing.
Ik herinner me een gedicht van Jan Leyten over dit moment. ....de kinderen schrikken niet van het noodsein want het is klaarlichte dag. Ze ze zien niet de juffrouw beven, ze tellen van één tot tien.....
De sirenes loeien vervolgens al snel het sein ‘veilig’. Ik kan me de opluchting bij de kinderen voorstellen op dat moment. Maar dan volgt binnen twaalf minuten plots toch die onverwachte klap. Jan Leyten schrijft....als het gebeurt zijn ze even als de kinderen, die een roofdier zien....
In een flits is de toekomst van 24 kinderen en acht nonnen hier voorbij. Verderop treft de dood nog eens vele honderden Nijmegenaren, bijna 2.000 mensen raken gewond. De stad brandt dagenlang.
De pijn van het bombardement werd lang weggestopt. Vooruitkijken was het motto. Maar sinds eind jaren negentig delen oudere Nijmegenaren hun verhalen over die
afschuwelijke dag steeds vaker.
De Schommel is sinds 2001 elke 22e februari een plek van samenkomst. Komende maandag echter niet. Corona is de hindernis. Maar thuis stilstaan bij die vernietigende seconden van 77 jaar geleden kan wel. Kerkklokken ‘tippen’ ons op het juiste moment. En later kun je altijd nog langs de Schommel en de fotowand met de gezichten en namen van de doden lopen. De herinnering blijft nodig.