Het is 4 januari 1997 (deze week precies 25 jaar geleden), ik sta om vijf uur op. Ik kijk uit mijn zolderraam en zie dat in de Mozartstraat, waar ik vanuit de Bachstraat op uit kijk, ook al lichten aan gaan. Even later zit ik voor de tv, ik wilde niets missen van de Elfstedentocht! Mooie beelden, een kopgroep, Piet Kleine die een stempelpost mist. De commentator meldt dat verscheidene deelnemers een mobiele telefoon bij zich hebben, heel handig: ‘Vader, kom me alstublieft halen, ik lig uitgeput op het ijs tussen Franeker en Harlingen!’
Enkele uren later glijdt Henk Angenent als eerst over de finish. Maar de Elfstedenkoorts heeft mij dan pas goed te pakken – het zal m’n Fries bloed zijn. Ik trek m’n jas aan, fiets naar het station en neem de trein naar Leeuwarden. Als ik in de bus stap die mij naar de Bonkevaart brengt, roept een meisje, wijzend naar mij: ‘Kijk daar heb je ijsmeester Kroes!’ De hele bus staart me vrolijk aan, ik krijg een kleur. Maar dan snap ik het! IJsmeester ‘It giet oan’ Kroes is namelijk een achterneef van me en blijkbaar is er een gelijkenis...
Bij de Bonkevaart posteer ik me strategisch bij de laatste bocht. Voor me doemen de schaatsers op, links zie ik in de verte de finish en achter me bevindt zich de stand van Sonnema Beerenburg. De sfeer is fantastisch, bij publiek én bij de toerrijders die dan nog maar 200 meter verwijderd zijn van het welverdiende kruisje (de wedstrijdschaatsers zijn al lang binnen). Velen zijn moe en uitgeput, maar ik zie hun gezichten ineens stralen als ze de bocht nemen: eindstreep in zicht!
De uren verstrijken, het wordt donker. Het aantal schaatsers dat lang komt wordt minder en minder. Als schimmen doemen ze op uit de duisternis, sommigen snakkend naar adem. Wij zijn inmiddels met een gezellig groepje en blijven aanmoedigen, steeds fanatieker, naarmate de beerenburg beter smaakt. ‘Hou vol! Daar is de finish!’ Een man komt naast me zitten uitrusten, volkomen kapot. Na een paar minuten vraagt hij me smekend of ik hem even wil aanduwen. Een oudere man valt in de bocht, krabbelt moeizaam overeind, maar na toediening van enig Fries kruidenbitter vervolgt hij monter zijn weg. En zo zijn we getuigen moed, pijn, opluchting en veel emotie…
Wat een helden, deze achterblijvers, zwoegers, doorzetters! Mocht de Elfstedentocht nooit meer gereden worden, dan zijn zij de allerlaatsten die hem ooit hebben volbracht.
Tegen elven reis ik vol mooie indrukken terug naar Nijmegen-Oost.
Natuurlijk volgde ik afgelopen 4 januari de herhaling van de tocht van ’97 die integraal werd uitgezonden. Weer was het spannend en verdomd, weer won Henk Angenent!
Jeroen van Zuylen