Sinds enkele weken bestaat de coöperatie Herenboeren Nijmegen. Het doel is om sámen duurzaam voedsel te produceren. Ze sluiten hiermee aan bij het reeds bestaande concept van Herenboeren Nederland.
Door Simone Kiekebosch. Fotografie: Mohanad Ataya
Twee van de zogeheten kartrekkers (what’s in a name) wonen in onze wijk: Arianne Doeleman en Rob Cozzi. Met hen praten we door over het concept met de klinkende naam.
“Ja”, glimlacht Rob: “Het is een naam met een knipoog, naar de vroegere herenboeren in Groningen. De bedoeling is dat we niet zelf op het land werken, maar dat een boer het land bewerkt. Het is dus geen volkstuin, waarbij je zelf alle werk verricht.”
Arianne vervolgt enthousiast: “Bij Herenboeren kunnen zich tweehonderd huishoudens oftewel leden aansluiten. De inleg is €2000,- per huishouden (€1000,- voor een eenpersoons huishouden). Het totaalbedrag vormt het startkapitaal voor bijvoorbeeld materieel, hekwerk etc. Daarnaast betaal je per week voor je groenten, fruit, eieren en vlees. Ga uit van een abonnement van ongeveer €10,- á €15,- per week.
Ze zien mijn opgetrokken wenkbrauwen en Rob vult aan: “Met het abonnementsgeld wordt het salaris van de boer betaald, het zaaigoed etc. En je moet beseffen: als je eruit stapt en er komt een nieuw lid, dan krijg je de inleg terug. De leden zijn geen consumenten, maar in feite ondernemers. Je leent je geld uit. Maar je onderneemt wel met z’n allen en je draagt met elkaar het risico. Niet de boer.”
Wat motiveert jullie om hier de kartrekkers te zijn? Arianne: “Ik werd vrij depressief van de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis. En rondom oud en nieuw heb ik me voorgenomen om me meer te bemoeien met groene projecten. Ik wil iets positiefs achterlaten in deze wereld. Ik heb mijn hele leven al in de groene hoek gewerkt en hier ligt mijn hart.
Ik ben ook betrokken bij een stadslandbouwinitiatief en verzorg samen met een oud-collega projecten zoals Boompje huisje beestje, waarbij we dode bomen in het landschap zetten en daarmee biodiversiteit opkrikken.
Met Herenboeren breiden we ons netwerk enorm uit en kunnen we ook gebruik maken van de ervaringen van de leden. Dat is ook een vorm van oogsten.”
Rob: “Ik kom uit een heel andere hoek, ik ben jurist en werkte in de universiteitswereld. Maar in 2004 raakte ik met mijn Italiaanse roots betrokken bij de Slow Food-beweging. Dat kwam op in Italië toen Rome voor het eerst een McDonalds kreeg. De reactie was een Slow Food-voedselbeweging die zich inzet voor lokaal en biologisch eten van het seizoen, waarbij je met aandacht eet en weet waar iets gemaakt wordt. Er wordt ook echt met een Italiaanse blik naar eten gekeken. Herenboeren zijn een goed alternatief voor de industriële voedselproductie."
Hoe ver zijn jullie inmiddels? Rob: “De eerste formaliteiten zijn rond en we hebben, onder andere door een webinar in juni, al meer dan vierhonderd belangstellenden. De intentieverklaring hebben we net opengesteld en we hebben al heel veel positieve reacties en aanmeldingen.
We zijn ons momenteel aan het oriënteren op een locatie. Het kan een boerderij zijn, maar het kan ook een stuk land zijn dat door een boer wordt bewerkt. De betreffende boer kan ook in de stad wonen. In ieder geval zoeken we in een straal van ongeveer vijftien minuten fietsen rondom Nijmegen. Denk aan de Ooijpolder, Malden of Nijmegen-Noord.
En dan zoeken we een boer. Maar dat zal geen probleem zijn. Op de Warmonderhof in Dronten, een opleidingscollectief voor biodynamische landbouw, studeren ieder jaar weer jonge boeren af.
Het zou eigenlijk mooi zijn als we een bestaande boerderij met boer kunnen vinden die misschien wil stoppen, maar toch betrokken wil blijven bij zijn/haar land. Die zou een jonge boer op gang kunnen helpen.
Het idee is ook dat de boer wel het land bewerkt, maar dat er ook meegewerkt gaat worden door de leden. Bijvoorbeeld in groepjes, denk aan uitgifte van groente, mensen die een voedselbos gaan opzetten etc. We willen het wel met z’n allen doen."
Kunnen mensen (uit onze wijk) zich nog aanmelden? Arianne, lachend: “Zeker. Iedereen is welkom. En mochten er teveel mensen belangstelling hebben, dan beginnen we gewoon nog een boerderij!”