“Neem die maar weer mee.” Dat is de meest afgezaagde opmerking die Johan Huybregst (65) over de belastingenveloppen krijgt. Hij is sinds vier jaar full time postbode bij PostNL. Hij bezorgt onder andere de post in Nijmegen-Oost.
Tekst: Simone Kiekebosch, fotografie: Mohanad Ataya
Ik loop een paar straten rondom de Fransestraat met hem mee en het valt me op dat hij er een behoorlijk tempo in heeft en al lopend de adressen leest.
“Ja, dat leer je door ervaring en het is ook wel aanpoten”, zegt hij later in het interview dat we bij hem thuis hebben.”
Johan: “Ik heb in een ver verleden Cultuur- en Godsdienstpsychologie gestudeerd. Daarna heb ik vele jaren bij Stichting Overal gewerkt. Het leek me wel leuk om bij de post te werken aan het einde van mijn arbeidsleven. En toevallig had ik als kind ook al een vakantiebaantje bij de PTT.”
Hoe ziet je dag eruit? “Ik vertrek ’s morgens om kwart voor zeven van huis en fiets dan naar het depot aan de Van Rosenburgweg. Daar ligt de post al klaar die ik met een elektrische bakfiets rondbreng naar een aantal vaste klanten (zoals een bedrijf, kantoor of medische instelling). Ik rij daarbij steeds dezelfde route en breng bij elke klant de post binnen een vastgesteld tijdvak. Dit doe ik elke ochtend, waarna ik rond elf uur weer thuis ben voor een korte pauze. Zo rond half twaalf fiets ik naar een ander depot in Nijmegen, vaak het depot Postweg, om daar op een gewone fiets met mijn andere bezorgwerk te beginnen. Ik moet mijn fietstassen goed beladen, want het zijn zo’n twee tot zeven zakken per wijk. En de brieven maken steeds meer plaats voor pakjes. Doorgaans heb ik twee tot vier wijken per dag en ben ik rond half zes weer thuis.
Omdat ik één van de flexibele werknemers ben, veel postbezorgers hebben een vaste wijk, krijg ik heel veel verschillende wijken. Zo ontdek ik steeds meer van de stad. Nijmegen-Oost vind ik één van de mooiste wijken met veel prachtige monumentale huizen. Het nadeel is wel, dat het vaak oude huizen zijn met veel te kleine brievenbussen.”
Hoe is het om post rond te brengen? “Ik vind het leuk om te doen. De sfeer onder de collega’s is prettig en niet teveel gedoe. We werken met mannen en vrouwen vanuit allerlei hoeken. Er werken ook meer academici.
Het is een dankbaar beroep. Ik word bijvoorbeeld altijd blij van het rondbrengen van verjaardagspost en geboortekaartjes. Soms staat er al een meisje in de deuropening te wachten op haar kaartjes. Mensen bieden me ook geregeld wat aan. Koffie of iets anders warms bij koud en nat weer. Of ijsjes in de zomer. Ik heb heel veel kleine gesprekjes met mensen. Van kinderen die een stukje meesteppen met mijn route tot een meelevend gesprek met iemand die even iets kwijt moet. Ik voel veel waardering van de mensen waar ik bezorg.
Je hebt wel sociale vaardigheden nodig. Laatst had ik bijvoorbeeld een mevrouw die een overlijdensbericht niet op tijd had gekregen. Ik had die wijk zelf niet gehad, maar heb wel de tijd genomen om haar verhaal aan te horen. Zoiets is natuurlijk erg vervelend en dan ben je ook echt het gezicht van PostNL. Overigens moet je ook een VOG, een Verklaring Omtrent het Gedrag, hebben, want je dient discreet omgaan met privégegevens.
Het werk heeft voor mij een goede balans. Je bent lekker buiten en werkt zelfstandig, maar bent niet eenzaam. Je komt veel mensen tegen. Eigenlijk heb je een soort openbare functie. Door de bedrijfskleding straal je als het ware hulp uit. Ik krijg veel vragen van mensen op straat. Mensen vragen naar de weg of bijvoorbeeld aanbevelingen voor een goed restaurant.”
Grappig, ik vraag geregeld de weg aan mensen en nu pas besef ik hoe ik inschat wie de weg zal kennen. Ik kies vaak mensen die net hun huis uitkomen, of mensen die hun hondje uitlaten. Eigenlijk vraag ik nooit de postbode of politieagent omdat ik door hun bedrijfskleding denk dat ze druk aan het werk zijn. Maar het kan zijn dat Johans open uitstraling hierbij helpt.
Wat is het meest opvallende wat je hebt meegemaakt? “Dat was onlangs. Ik had een pakje voor iemand en belde aan. Het was zo’n huis met een trap, waarbij de bewoner van boven de deur open kan maken. Van bovenaan de trap zei ze: leg het pakje maar op de onderste tree, ik heb het coronavirus. En we hebben natuurlijk ook richtlijnen voor bombrieven. Die heb ik gelukkig nog niet meegemaakt. Wel heb ik af en toe een kaart met geluid, dan begint er opeens zo’n liedje te spelen.”
Ik hoop dat Johan in de huidige coronatijd veel mooie ansichtkaarten in talloze brievenbussen mag doen! Met bloemen aan de voorkant en lieve, opbeurende woorden aan de achterkant.
En wat mij betreft mag hij ze allemaal lezen!