Studenten uit de Professorenbuurt zijn helemaal klaar met het ombouwen van verkamerde huurhuizen tot truttige eengezinswoningen, die vervolgens voor veel geld aan gezinnen worden verkocht. Ze willen dat de gemeente ingrijpt.
Het is een fenomeen dat er de laatste twee jaar toeneemt, zeggen de studenten. Dit tot hun groeiende ergernis. Ze willen een stop op de vertrutting van hun buurt. ,,Want het is gewoon te veel'', zegt Willem den Ouden, woordvoerder van het platform van de getroffen studenten.
De verkamerde huizen worden vaak overgenomen door modale gezinnen die er snode plannen mee hebben zoals opknappen, netjes houden en gezellig maken. “Het interesseert ze geen bal dat door hun komst de buurt erop vooruitgaat of dat de sociale cohesie alleen maar erger wordt.”
Liesbeth de Jong is één van de studenten die inmiddels behoorlijke overlast ondervinden van deze nieuwe buurtbewoners. Ze woont naast een eengezinswoning met in de voortuin een bakfiets en in de achtertuin een Boeddhabeeld, grote tuintegels en buxusbakken. 'Ik ben radeloos, ja. De hele straat vertrut en het einde is nog niet in in zicht’.
De gevolgen daarvan ondervinden de studenten in de Professorenbuurt waar steeds meer jongeren wegtrekken, omdat ze de vertrutting niet meer aankunnen. Sinds 1 juli 2018 gelden er wel strengere regels. Zo mag een kamerverhuurpand niet meer ingesloten worden door eengezinswoningen. Het studentenplatform pleit verder voor een quotum: 10 of 15 procent eengezinswoningen in een straat bijvoorbeeld. Er zijn volgens de studenten voorbeelden van andere steden waar dat middel met succes is ingezet.
Volgende week gaat een studentendelegatie het gesprek aan met de verantwoordelijke wethouder Harriët Tiemens.
Uitzicht van een student op een eengezinswoning naast hem. De beelden spreken voor zich.