Nijmegen-Oost barst ervan: de kleine bedrijfjes. Elke maand stellen we aan een kleine ondernemer vijf vragen. Dit keer: Wouter Bekker van Computergrei.
Wouter (55) streek zo’n vijf jaar geleden in Nijmegen-Oost neer in een van die leuke hoekpandjes van vroeger, om precies te zijn op de hoek van de Tooropstraat en de Frans Halsstraat. Daar waar vroeger een fourniturenzaak zat, opende hij de winkeldeur naar een andere tijd, eentje waarin de digitale wereld alledaags goed is. En jawel, ook daarin hebben wijkbewoners elkaar nodig en ontmoeten ze elkaar. Van origine Brabander uit Den Bosch, maar grotendeels opgegroeid in Nijmegen, was voor Wouter de naam voor zijn toko meteen duidelijk: Computergrei. Dat woord ‘grei’ bleek ook in het Nijmeegs dialect een bekend begrip.
Was je van jongs af aan al geïnteresseerd in computers?
“Wat ik me nog van vroeger herinner, is dat er via de radio zo'n piepje werd uitgezonden. Dat kon je dan opnemen en daarmee een beetje programmeren. Wat ik dan ook deed. Maar uiteindelijk was ik liever buiten, dus dat stopte. Toen ik het jaren later weer oppikte was de personal computer in beeld. Een vriend van mij vond dat helemaal te gek, daar heb ik een tijdje naast gezeten en gekeken wat hij allemaal deed. Uiteindelijk was het toch de handel die me meer interesseerde en werkte ik jarenlang bij verschillende bedrijven als verkoper van computeronderdelen op beurzen, markten en in winkels.
En hoe ben je hier terecht gekomen?
“Ik wilde voor mezelf beginnen, in deze wijk, en toen dit pand beschikbaar kwam, heb ik mijn kans gegrepen. Want ik hou ervan met klanten te werken, dus het is niet alleen de handel, het is ook een ditje en een datje, even helpen en een praatje maken.”
Waarvoor komen de meeste klanten naar jou toe?
“Voor laptops en alles wat daarbij komt kijken. Bedrijven en zzp’ers, maar ook vaak ouders die voor hun schoolgaande kinderen wat zoeken. Dat kunnen nieuwe of refurbishte laptops zijn. Die laatste koop ik in via bedrijven waarvan ik weet dat ze ze goed nakijken, controleren op fouten, en vaak accu’s, geheugen en meestal ook de harde schijf vervangen. Apparaten die gewoon nog een lange tijd mee kunnen. Mijn klanten hier staan achter die hergebruikgedachte, maar zelf vind ik het ook complete waanzin dat je na drie jaar zoiets weg zou gooien. En als ze alsnog ooit kapot gaan, kan ik ze repareren. Dat is de andere poot van mijn bedrijfje hier. Mensen komen met laptops waarvan de kleppen kapot zijn, of het scherm, maar ze weten me ook te vinden om data terug te halen van apparaten die kapot zijn.
Het is heel divers. Gisteren stonden er nog klanten hier met de afstandsbediening voor hun garage die die het niet meer deed. Dus ook voor elektronica. Maar het is niet zo dat ik hier een radio ga repareren of een tv, daar heb ik niks mee.”
Welke vraag sprong eruit de afgelopen vijf jaar?
“Het is eigenlijk nooit apart. Ja, soms heb ik weleens nabestaanden die dan met een laptop van een overledene hier voor de balie staan. En waar ze niet in kunnen komen. Daar kan ik ze wel mee helpen, maar ik waarschuw van tevoren wel dat ze ook meer kunnen vinden dan ze eigenlijk verwachten.
Ik moet in deze branche natuurlijk wel up-to-date blijven. Wanneer er iets nieuws is, een update of een nieuw apparaat, dan verdiep ik mezelf daar langzamerhand in en dan leer ik weer wat bij. Ik zeg eigenlijk nooit nee tegen een reparatie, omdat eigenlijk alles te repareren is, zolang je maar goed kijkt. Het kostenaspect geeft de doorslag of dat wel of niet gebeurt.”
Het klinkt alsof je hier op de goede plek zit?
“Zeker. Ik wou ook niet in de stad zitten. Daar zouden mijn klanten een stuk moeten sjouwen met een zware computer. Nu kunnen ze zowat voor de deur parkeren. De ruimte is precies goed van formaat. In dit segment heb je wel eigenlijk alles nodig, van een routertje tot een kabeltje tot een stekkertje. Ik vind het fijn als ik mensen een keuze kan bieden, als ik wat op voorraad heb liggen. Maar niet alles. Batterijen bijvoorbeeld, wil ik niet een jaar op schap hebben liggen, dan gaan ze achteruit.“
“Tijden zijn veranderd, voor de zekerheid heb ik daarom wel de nodige camera’s geïnstalleerd, maar verder maak ik me niet zo sappel. Toch realiseer ik me wel dat ik iets lever dat mensen echt nodig hebben. Eigenlijk is het net een bakkerij hier: als je geen brood hebt, schiet je in de stress. En zo is dat ook voor mijn klanten als iets niet werkt.”