Door Seph Schreurs
Het jaarverslag 1979 van de SWON werd opgevrolijkt (?) met enkele cartoons, die de lange wachttijden voor ouderen aan de kaak stelden. Toen al, dus! Ze gingen over thuishulp, woningaanpas-singen en diensten als bijvoorbeeld maaltijden. Niet lang daarna kwam de ultieme oplossing: Flankerend Beleid. Dit betrof nieuwe - extramurale - taken voor verzorgings- en verpleeghuizen. O.a. omdat de Gezinszorg (en bejaardenhulp) de vraag nog steeds niet aankon. Of genoemde tehuizen die nieuwe taken wèl aankonden was de vraag. Want net als andere instellingen, die voor ouderen belangrijk waren, moest er bezuinigd worden. Op personeel, want dat levert doorgaans het meest op.
Desondanks werden hier en daar pogingen gedaan om ondersteuning te geven aan thuiswonende ouderen in de omgeving van het tehuis. Het Oud Burgeren Gasthuis deed een enthousiaste poging om - onder meer - de woningverenigingen tot samenwerking over te halen. Het project werd met veel tamtam gepresenteerd, maar na een jaar of twee hoorde je er niets meer van.
In die tijd bestonden er nog twee indicatiecommissies; een voor verzorgingshuizen en nog een voor verpleeghuizen. Er werd overigens nog heel wat geïndiceerd: naast opname bijvoorbeeld voor thuiszorg, maaltijden, alarmering, aanleunwoningen enz. enz. Veel te ingewikkeld, vond Den Haag. En schiep één, allesomvat-tende indicatiecommissie: het RIO (Regionaal Indicatie Orgaan). Dat was duidelijker voor ouderen, die door de bomen het bos niet meer konden vinden. Met één telefoontje kon ieder probleem worden opgelost! Zo ongeveer luidde het verkooppraatje.
Overigens werden de wachttijden er niet korter op. Er kwam nog een wachtlijst bij; het duurde soms wel erg lang voordat het RIO indiceerde, en op de uitvoering had het nauwelijks enige in-vloed. Iedere instelling bleef op het eigen eilandje zitten en liet geen enkele bemoeienis van buiten toe.
Net als in de zeventiger jaren, toen Den Haag het Gecoördineerd Bejaardenwerk uitvond, dat de activiteiten van verschillende in-stellingen t.b.v. ouderen zou moeten coördineren.
Zo lijkt ieder geniaal idee tot mislukken gedoemd. Misschien wel omdat er nog steeds te weinig naar de ouderenzelf geluisterd wordt. Laten we hopen, dat de aanpak van de 'woonzorgzones' wèl vruchten afwerpt nu er met enkele ouderen-panels is gewerkt.
(Februari 2003)