Juneville: v.l.n.r.: Gert-Jan Brust, Thomas Calis, Pieter Nabbe, Pieter Klaassen, Bart Spierings en Thomas Dessing.
Door redacteur Ton Burgers. Foto: Karin Veenendaal
“Zoeken naar de melodie”
Een man die verhit schreeuwt in een megafoon, een vervreemdende skyline, een helse slang, een mierzoet stelletje waarachter je een drama vermoedt, een pistool dat op het punt lijkt te staan de introverte titel ‘Obey your heart’ weg te knallen: naar de hoes van de prachtige, afwisselende cd van popband Juneville kun je blijven kijken.
Wat de nummers op de cd verbindt is de kenmerkende, donkere stem van Oostenaar Pieter Nabbe, frontman van de Nijmeegse band. Met Juneville en een scala aan gastmuzikanten (strijkers, blazers, BJ Baartmans, die ook mede de cd heeft geproduceerd) geeft hij op 11 januari van het volgend jaar een cd-presentatie in Doornroosje bij het NS-station.
Pieter: “Na onze eerste cd ‘In the garden’, die veel eenduidiger was en met een sereen natuurhoesje, is er wel wat veranderd in onze muziek en mijn teksten. De nummers op deze nieuwe cd zijn veel minder autobiografisch en meer geëngageerd. En muzikaal is het nog meer een bandeffort geworden, we hebben heel wat vrolijk gejamd, de groepsdynamiek zorgde ervoor dat ‘Obey the heart’ qua stijlen en tempi alle kanten opschiet. Daarom wilde ik ook een collage op de cover, iets waar kunstenares Kya ter Haar Romeney prachtig vorm aan heeft gegeven. Ik ben echt verliefd op die hoes.”
Je bent relatief laat begonnen met muziek maken, vandaar dit dilemma: stel je je voor aan vreemden als muzikant of als docent? “Docent! Momenteel geef ik Nederlands op het ROC. Het is echt echt puur toeval dat ik in de muziek verzeild ben geraakt, een kleine tien jaar geleden, en nog steeds voel ik me helemaal geen muzikant. Ik heb geen enkele kunstenaarsvezel in mijn lijf. Ik luister het liefst naar liedjes met een heel mooie melodie, dat gaat vaak samen met melancholie. Bij mij zit daarom de grootste uitdaging erin een melodie te verzinnen, daarop een tekst te schrijven, dat dan uit te werken tot een complete song om er iets moois van te maken in de studio. Daar zit niks artistieks aan, en dat zeg ik niet uit valse bescheidenheid. Ik bracht, toen nog met andere bandleden, een ep’tje uit. En ik dacht: klaar, missie volbracht. Maar er kwam een platenlabel, Kroese Records, en dat stimuleerde me om ermee verder te gaan."
Was je anders gaan musiceren als je al op je twintigste een bandje was begonnen? “Nou, waar iedereen het altijd maar over heeft is mijn stem, en die was toen anders, minder laag, minder ‘gruis’, dat had helemaal niet gewerkt. Weet je, ook nu doe ik maar wat. Als je echt kunt zingen heb je een bereik, en timing. Mijn timing is verschrikkelijk. Zingen was voor mij altijd, en dat is het nog steeds een beetje, het overwinnen van gêne, ik ben niet extravert. Toen ik twintig was had niemand me het podium op kunnen krijgen.”
Optreden of schrijven? “Schrijven! Eerlijk gezegd geeft het mij nog de meeste voldoening om rond de keukentafel samen met gitarist of toetsenist te puzzelen om ideeën tot een lied te smeden. De werktitel van deze cd was aanvankelijk ook Kitchen Table Stories, jazeker, héél origineel... Ik ben blij dat het ‘Obey the Heart’ is geworden. Ik was een keer op bezoek bij m’n moeder, en die was nog niet thuis. In het trappenhuis hangt zo’n boekenkastje en ik pakte een dichtbundel van Ralph Waldo Emerson en ik las: ‘Give all to love and obey the heart’. Prachtig. Dat zijn de laatste regels van ‘Stand our ground’ geworden.”
Improviseren of strak repeteren? “We zijn nu natuurlijk heel gedisciplineerd aan het repeteren voor de cd-presentatie, maar bij het ontstaan van de nummers in de oefenruimte roept iedereen altijd wel wat: ‘probeer hier eens van Bb naar A mineur te gaan’, of ‘kun jíj daar even niets doen’, dat soort dingen. Als je binnenkomt met een nieuw idee en je zegt: zo gaan we het spelen, dan sluit je verrassingen uit. Neem ‘Stand our ground’: ik was heel tevreden met melodie en tekst, en dan komt de gitarist met modulaties, meerdere zelfs. Die zitten er nu in, dat zou ik nooit zelf bedacht kunnen hebben. ‘Stand our ground’ waarschuwt, net als ‘Where did we go wrong’, tegen de waanzinnigen in de wereld, en dat we bij onszelf moeten blijven. Dat laatste nummer is al zo’n twee en half jaar oud, ik schreef het toen Trump net tot de Republikeinse kandidaat werd verkozen; ik dacht destijds: dat gaat niet gebeuren. Ik wilde er een geëngageerd lied tegenover stellen. Ook zoiets: ‘Everywhere’. Ik was in New York en elke dag stond er een groepje militante christenen op Times Square op een dwingende, bijna agressieve toon het woord van de heer te verkondigen, elke dag. Die waanzin! Het mooie van dit nummer is dat de bekende cabaretier en muzikant André Manuel de gitaarsolo speelt. Ik heb hem een opname gestuurd en hij wilde er wel aan meewerken, ik was echt als een kind zo blij. Heeft ie een paar gierende gitaren in zijn eigen studio ingespeeld en dat staat nu op deze cd. We hebben elkaar dus nog nooit ontmoet, haha. Ik ga in de kerstvakantie naar hem toe met de cd en een kratje bier.”
Tekst of muziek? “In het slotnummer ‘A summer’s day’ heb ik het sonnet van Shakespeare nogal rigoureus aangepast naar de melodie die ik al had. Kenners zullen er niet blij mee zijn, haha. Ik denk dat tachtig procent van de mensen niet naar de tekst van een lied luistert.”
juneville.nl / Facebook: JunevilleMusic