Fotografietips


Snel betere foto's maken? Gebruik dan de volgende zeven tips van fotograaf Ron Moes.

  • Zorg dat de ogen altijd scherp zijn.
  • Vraag de mensen om jou als fotograaf een beetje 'nederig' aan te kijken. Mensen hebben de neiging om het hoofd in de nek te gooien als ze op de foto gezet worden. Dat oogt minder vriendelijk: alsof iemand zich wil verdedigen en ervan door wil gaan.
  • Zorg vooral dat de achtergrond niet overheerst.
  • Eenvoud. Hou het beeld simpel. Maak de kijker direct duidelijk wat het hoofdonderwerp is. Neem niet te veel onderwerpen in het beeld op. Neem eens een stapje naar links, rechts of naar voren of zoom iets verder in. Opvallende voorwerpen of een storende achtergrond leiden de aandacht af van het hoofdonderwerp. Zoek dus naar een egale achtergrond of hou achtergrond vaag door een laag diafragma.
  • Gebruik vier snijpunten. Deel het beeld in de zoeker van de camera denkbeeldig zowel horizontaal als verticaal in drieen. Je krijgt nu vier snijpunten. Plaats het onderwerp op een van de snijpunten voor een sterke compositie. Bij landschapfoto's plaats je volgens de regel-van-drieën de horizon niet in het midden van de foto maar op de onderste of de bovenste lijn. Bij een mooie lucht, plaats je de horizon op de onderste denkbeeldige lijn. Bij een saaie, kleurloze lucht, plaats je de horizon op de bovenste lijn. Maak verschillende foto's waarbij je het onderwerp iedere keer op een ander snijpunt plaatst of waarbij je de horizon verplaatst. We zijn gewend van links naar rechts te kijken en hetzelfde geldt ook als we een foto bekijken. Het onderwerp komt daarom het meest tot zijn recht als het aan de linkerkant van het beeld wordt geplaatst.
  • Lijnen en vormen. Lijnen geven een foto extra dynamiek en een gevoel van diepte. Door goed gebruik te maken van lijnen, kan je de ogen van de kijker door het beeld richting het onderwerp leiden. Een lijn die van linksonder naar rechtsboven loopt trekt de kijker als het ware de foto in. Lijnen komen overal voor: een pad in een bos of weiland, en rij strandpalen, een tuinhek, enz, enz. Vormen (cirkels, vierkanten en driehoeken) geven een beeld rust. Zoek niet alleen naar vormen van individuele objecten maar probeer te zoeken naar objecten die in een bepaalde vorm samenkomen.
  • Kadering. Kadering is het insluiten van je onderwerp door objecten in de voorgrond. Kadering kan het beeld meer diepte geven. Een voorbeeld van kadering is een landschap ingesloten door de taken van een boom in de voorgrond. Let op dat het onderwerp en de objecten die als kadering dienen wel bij elkaar passen. Zorg ervoor dat de kadering richting de foto 'wijst'. Mensen, dieren of wegbewijzering dienen de foto in te kijken of wijzen. Overdrijf de kadering niet; te veel takken of boomstammen kunnen als storend worden ervaren.