Door Grieta Spannenburg
Birgit is uiterst stellig; ?ik ga absoluut niet zelf langs de deuren en ik ga geen collectanten ronselen, dat doe ik gewoon niet!? Ondertussen is ze straks voor het vierde jaar actief als vrijwilliger bij de collecte van het reumafonds, in Nijmegen-Oost. Het kostte haar wel enige moeite om deze taak voor zichzelf te rechtvaardigen.
Daar waar veel mensen in een staat van voldoening verkeren bij het meedoen aan collectes, wekt dat bij Birgit van der Putten juist een ander gevoel op. ?Helaas zijn we als samenleving niet in staat om op een andere manier het geld op te halen, en dan moet het maar zo.? Eigenlijk vindt ze het een tekortkoming van Nederland dat ontwikkeling en onderzoek op het gebied van reuma niet op een andere wijze tot stand kunnen komen. Daar baalt ze zichtbaar van.
Birgit?s achtergrond
Als ik bij haar aan de deur kom voor het interview, rijdt ze net de straat in. Ik stap in aan de passagierskant waarna ze twee bochten later parkeert, aan de achterzijde van haar huis. Op een gereserveerde plek. Haar aangepaste auto (gas geven met rechterknie, linkervoet in een soort remhendel) staat bij de achterdeur. Birgit is spastisch en die positie zal zeker mede bepalend zijn geweest voor wat betreft haar kijk op het fenomeen collecte. ?Eigenlijk heb ik niets met het thema reuma,? meldt ze. ?Maar ik heb wel veel binding met het thema handicap.?
De taken
De reumacollecte vindt elk jaar plaats in maart en met 2 anderen uit Oost verdeelt zij de straten onder de mensen die met de bus langs de deuren gaan. ?Het gaat onder andere om het maken van beloopbare stukken. Dat is eigenlijk het meeste werk geweest. Maar dat is eenmalig.? Voor die taak zat ze uren met de plattegrond voor zich op tafel om met verschillende kleuren allerlei routes uit te zetten. ?Wat ik vervolgens steeds in januari doe, is de collectanten van vorig jaar opbellen en vragen of ze ook dit jaar weer beschikbaar zijn. Daarna komt begin maart een tweede belronde en het rondbrengen van de bussen. ?Nadat de collectanten de straat op zijn geweest, worden de bussen bij haar ingeleverd. De zondag daaropvolgend komen alledrie de ?logistieke medewerkers? uit Oost bij elkaar voor het tellen van het geld. ?Per bus, dus per collectant, wordt het opgehaalde bedrag op een postkaart geschreven en opgestuurd. Zodoende weet iedereen hoeveel hij of zij in de bus had zitten.? En last but not least; ze gaan met het bij elkaar gecollecteerde geld naar de bank.
Wars van het zieligheidsdenken
Er wordt jaarlijks veel geld opgehaald tijdens de collecte. Ontegenzeggelijk helpt dat het reuma-onderzoek verder. Het is dus uitermate nuttig. ?Ik vind dat rond collectes altijd een zweem van zieligheid hangt,? zegt Birgit. ?Collecteren staat lijnrecht tegenover gelijkwaardigheid.? Of, zoals ze het ook zegt ?niemand is gelijk, maar iedereen is gelijkwaardig.? En juist die gelijkwaardigheid staat volgens haar sterk onder druk bij het huis aan huis ophalen van gelden. ?Het is het wij-zij denken. Wij, de gezonden, en zij, de gehandicapten.? En dat gevoel stuit haar erg tegen de borst. Desondanks doet ze er toch aan mee. ?Maar ík heb geen ja gezegd,? lacht ze me toe. Het was haar vriendin die destijds toezegde en al snel nam Birgit het over. Voor zichzelf rechtvaardigend zegt ze; ?blijkbaar kunnen we niet op een andere wijze aan de financiën komen. En als protest daartegen doe ik mee met het organiseren van de collecte.? Als we het krijgen over het werk als collectant, wat best wel moeilijk is, geef ik haar groot gelijk dat ze het vertikt om zelf langs de deuren te gaan. Iedereen kan zich voorstellen welke irritante en ongewenste zweem van zieligheid dat zou opwekken. ?Maar ik ben niet zielig!?