Er zitten vast wel voordelen aan dat vele thuis moeten blijven, maar ik voel vooral zorgen. Zorgen over corona en de wereld in het algemeen, zorgen over mijn oude moeder, mijn dochters die er ook maar mee moeten dealen en (ook wel een beetje) zorgen over mijn eigen gezondheid: blijf ik verschoond van corona? En hoe zit het ondertussen met de ouderdomskwalen? Ach, een paar kleine gebrekjes - eigenlijk niets om over te mogen klagen, vind ik - maar toch. Ouder worden: ik vind het best een ‘dingetje’.
Nog een paar werkjaren te gaan. En dan? Toch maar eindelijk verhuizen naar het platteland? In mijn eentje een moestuin beginnen, kippen houden, een kat misschien? Kleinkinderen die gezellig bij hun oma komen theedrinken? Zonder een tweede ‘opa’? Ik wil, ik moet flink zijn en vertrouwen hebben. Positief blijven. Zoveel mogelijk genieten van het leven. Maar dat is nou net het punt: je weet het allemaal wel, je kent jezelf inmiddels ook wel een beetje, je begint een klein beetje te snappen hoe het leven in elkaar steekt. Maar dan moet je het ook nog dóen. Elke dag opnieuw. Zin of geen zin, samen of alleen, pandemie of nie.
En dan blijven, na tien jaar, opeens de opvliegers weg. En slaap ik weer gewoon de hele nacht. Het voelt of ik ergens doorheen ben gegaan. Een donkere buis met aan het eind een klein lichtpuntje. Al wist ik lange tijd niet of ik daar ooit nog zou komen. Op een dag was ik er en keek ik met verbazing naar mezelf. Het voelt of ik iets heb afgesloten, ervaar meer rust en tevredenheid en ben meer mezelf. De hernieuwde energie is ook prettig. Alles lijkt minder zwaar en dat kan ik in deze tijd wel gebruiken. Waar zou ik nu zijn geweest zonder dat beetje extra levenslust? Alleen al die decembermaand: dit jaar opnieuw een met beperkingen, gedwongen tot veel cocoonen. Oh, wat zullen we dat straks goed kunnen. Maar ik ben blij: met mij komt het wel goed. Ik kan het weer een beetje aan. Ik hoop jij ook.
En voor wie het wel kan gebruiken, is hier een beetje extra licht: