In het jaar 1772 zet de Franse producent Moueix de allereerste door Pieter de Bruijn ingekochte wijn op de trekschuit in Libourne, omgeving Bordeaux. Geheel via water komt de trekschuit weken later aan in het Brabantse Overlangel, waar de Bruijn zijn wijnkoperij is begonnen.
Tekst: Wilmy Smeets, fotografie: Marc van Kempen
Het dorpje aan de Maas heeft een aanvoerhaven met overslagplatform. In die tijd verkoopt de Bruijn zowel Italiaanse miswijn, Spaanse sherry als Franse Bordeauxwijnen, bestemd voor kerken en andere klanten in de omgeving. Dat is inmiddels 249 jaar geleden, het bedrijf maakt zich op voor de 250e verjaardag in 2022. Al zeven generaties lang gaat de wijnkoperij over van vader op zoon. De huidige eigenaar is Eric de Bruijn die het bedrijf samen met zijn vrouw Marianne (samen op de foto's in de wijnkelder) en dertien medewerkers bestiert. “Voor mij is Wijnkoperij de Bruijn een erfgoed”, vertelt Eric, “Ik voel een morele verplichting om het weer zo goed mogelijk door te geven aan de volgende generatie. De passie en de kennis is mij met de paplepel ingegoten, ik ging al jong mee oogsten, proeven en stages lopen bij wijnboeren.”
Miswijn
“Die miswijn (wijn die gebruikt wordt in de rooms-katholieke mis) maakte een groot deel uit van de in- en verkoop.” vertelt Eric. “En we deden ook al aan duurzaamheid: op de wijnflessen zat statiegeld. Ieder dorp had een kerk, dus was er veel miswijn nodig. Eerst werd rode wijn gebruikt, maar op verzoek van de huishoudsters van de pastoor werd dat witte wijn, muskaatwijn, die was wel wat sterker maar maakte minder lastige vlekken in de kleding. Na de mis stonden de notabelen van het dorp met de pastoor rondom het altaar en dronken samen nog een glaasje. Wat de pastoor aan wijn kocht, kochten zij ook.”
Fotograaf Marc van Kempen en ik zijn op bezoek bij Eric en Marianne, die vol trots vertellen over hun werk in de authentieke ontvangstkamer – met grote geheel betegelde open haard - van het bijna honderd jaar oude familiehuis op de hoek Bijleveldsingel en Prins Hendrikstraat. Eric is hierin geboren en getogen. Het familiewapen zie je terug in gebrandschilderde binnen- en buitenramen. De vensterbank staat vol lege wijnflessen van de diverse wijnchateaus waar Eric wijn van betrekt. “Alle chateau-eigenaren die mij bezoeken vraag ik om zo’n grote lege fles, ik vind het leuk om een overzicht te hebben op mijn vensterbank van wat we allemaal verkopen.”
Het huis, ontworpen door architect Charles Estourgie, is in opdracht van de familie gebouwd en geheel onderkelderd. Daar huizen zo’n 300.000 flessen wijn. De stenen schappen zijn op maat gemaakt. Uit een vat wijn komen 300 flessen en die passen precies in zo’n schap. In die kelder hebben in oorlogstijd omwonenden geschuild. Eric heeft daar een mooi verhaal over: “Een paar jaar geleden tijdens de Vierdaagse zag ik een oudere vrouw voor ons huis bivakkeren. Het was erg warm en ik ging naar buiten met een glaasje water. We raakten in gesprek. Ze had hier geschuild, tussen de vaten. Ik vroeg haar mee naar binnen en bij het zien van de kelder raakte ze geëmotioneerd. Dat maakte grote indruk op mij.”
Marianne en Eric hebben elkaar leren kennen in Bordeaux, waar Marianne werkte als oenoloog (wijnwetenschapper). Ze weet alles over het maken van wijn. Maar anders dan Eric is ze bij toeval het wijnvak ingerold. Ze vertelt: “Mijn vader dronk graag wijn en had een vriend met een wijnchateau in Bordeaux. Na de dood van mijn vader – ik was nog jong - nodigde hij me uit om een tijdje te komen helpen. Ik sprak graag Frans en dacht ‘wat let me?’ Ik heb ervaring opgedaan met het plukken, assembleren, bottelen, de vrachtwagen laden en zo ook het vakjargon geleerd. En ik ontdekte hoe leuk het is om wijn te maken.”
Kopen = ruiken + proeven
“Proeven en ruiken is mijn vak”, zegt Eric. “Bij het ruiken beoordeel ik of de wijn correct gemaakt is, of er voldoende diepgang is en of de wijn een ziel heeft. Onze specialiteit is wijn inkopen, we kopen rechtstreeks bij de producent (wijnboer), ‘en vrac’, in grote fusten van 225 liter. In onze kelder rijpt de wijn 18 maanden in die vaten. Aansluitend bottelen en etiketteren we en gaat een deel van de flessen in voorraad om na te rijpen.” Ze zijn specialist op gebied van Franse wijnen en verkopen ook wijn uit Spanje, Italië en Duitsland. De horeca is de grootste afnemer en om die snel te kunnen bedienen heeft de Bruijn een grote voorraad nodig van wijnen die op dronk zijn. Sommige klanten laten er hun wijn opslaan (in vakjargon ‘opleggen’), bijvoorbeeld restaurants, expats en klanten die geen goede opslagruimte hebben.
Corona
Als ik vraag naar de impact van de coronamaatregelen vertelt Eric over een collega die corona heeft gehad en daarna zijn geur en smaak niet meer terug heeft gekregen. “Als wijnkoper kun je dan stoppen met je werk, een drama. Bij ons ligt de afzet aan de horeca stil maar we hebben meer kunnen verkopen aan particulieren. Er zijn kosten die doorlopen, zoals de bedrijfsauto’s en financiële deelname in restaurants. Maar sommige kosten zijn er nu niet, bijvoorbeeld voor de beurs Horecava zijn er nu geen beurskosten.”
Dynastie
Het intrigeert mij dat het familiebedrijf al zo lang bestaat. Steeds weer heeft een zoon het bedrijf willen overnemen. Elke generatie heeft kennelijk, behalve passie en kennis, ook een goede neus, ondernemersgeest en in- en verkooptalent, dat vind ik heel bijzonder. Als de achtste generatie het straks overneemt, komt er een dochter aan het roer, Eric en Marianne hebben er twee. De meisjes worden betrokken in het werk van hun ouders. “We praten veel over wijn en spijs, we leren ze goed te ruiken en zij vinden het leuk om etiketten te lezen. In onze familie is het wél altijd zo geweest dat je het bedrijf graag moet willen overnemen want het is hard werken.” Ik vraag wat hij zou doen als hij niet in de wijn zou zitten. “Dan was ik architect geworden, een prachtig beroep! Daarmee laat je ook iets na voor de toekomst.”
Tips van Eric de Bruijn bij het kopen en drinken van wijn:
• Een koffiesmaak in je mond is funest voor het proeven.
• Zuurstof heeft invloed op de smaak. Bij het openen van de fles ‘geeft’ de wijn zich en komt tot leven door zuurstof. Staat de fles te lang open, dan gaat de wijn oxideren en verliest zijn smaak.
• Supermarktwijn is al op dronk en niet geschikt om lang te bewaren, hooguit een jaar.
• Gebruik een kurkentrekker met een open spiraal. Bij kurkentrekkers met ‘vleugels’ is de spiraal vaak gesloten, heb je minder grip op de kurk en je trekt de kurk sneller kapot.
• Bewaar een open fles wijn in de koelkast, ook rode wijn.
Eric: “Mijn belangrijkste tip”:
Wacht niet te lang met wijn op een speciaal moment. Maak mooie wijn open en creëer zo je eigen speciale moment. Wijn brengt je op ideeën waar je anders niet op komt!
In het maartnummer van de Wijkkrant het vervolg van het gesprek met Eric en een lezersaanbieding.