Vroeger fietste ik dagelijks door de tunnel onder het station. Het bleke tegelwerk was een canvas voor graffiti-artiesten, actiespuiters en andere mensen met zielenroerselen. De leus die me het meest is bijgebleven: ‘Het leger moet leger.’
Elk jaar werd de tegelbuis opgeschoond met sop en hogedrukspuit, maar dat bleken Pyrrusoverwinningen. Want evenzo vaak stak de slogan de kop weer op, en warempel, het leger wérd leger. We kregen een compact beroepsleger en niemand hoefde meer in dienst.
Maar tijden veranderen weer. Afgelopen weken viel bij 200.000 jongens en meisjes een brief op de mat, met de melding dat ze zijn ingeschreven voor militaire dienstplicht. Ik dacht dat die niet meer bestond, maar dat dacht ik verkeerd. Onze kids worden sinds 1997 niet meer opgeroepen, maar de dienstplicht geldt nog steeds. De minister kan dit zomaar weer invoeren.
Nu het rommelt in het Oosten fladdert het D-woord steeds vaker over talkshowtafels. Politici maken miljarden vrij en de krijgsmacht laat zich zien. Soldaten in gevechtskleding sjokken bewapend door de Ooij, grijze transportvliegtuigen passeren op schoorsteenhoogte en Defensie loopt alvast warm voor dienstplichtigenopvang.
Slechte zaak! Ik ben tegen dienstplicht en dat is erfelijk. Mijn DNA kent weinig drang tot heldendom. Mijn vader was vrijgesteld wegens broederdienst en mijn oom nam op tijd de benen op de Grebbeberg. Ze leefden nog lang en gelukkig, in tegenstelling tot de 2200 pechvogels die mei 1940 ‘vielen voor het vaderland’. Trieste zinloosheid. Lieve zonen, tot kanonnenvoer verplicht door politici die zelf al halverwege Engeland zaten.
Ikzelf liet me ooit afkeuren. Mijn afkeuringsbewijs (’voorgoed ongeschikt wegens gebreken’) voelde als een schooldiploma, want moest ik kiezen tussen Russische les en heldendom vanonder zoden, dan wist ik het wel: liever onderwijs dan wormen.
Trouwens, Nederlanders zijn niet geschikt voor het leger; we lopen slecht in het gareel. We zijn een volk van piraten, al sinds de VOC. Je ziet het elk jaar weer tijdens de Vierdaagse. Terwijl andere landen het marcheren tot kunst verheffen kuieren onze jongens sloffend richting meet. Waar NAVO-genoten helmen poetsen en hemden strijken lijken onze troepen op een dennenbos na een voorjaarsstorm.
Daarom ben ik voor een beroepsleger. Daar wordt sneuvelbereidheid beloond met een prima opleiding, een goed salaris, een fijne pensioenregeling en een riante verzekering voor eventuele achterblijvers. Dienstplichtige zonen en dochters opleiden tot kanonnenvoer in ruil voor een lintje is primitief en wreed. Voor wie per se een lintje wil hebben we de Vierdaagse.