Hay Wijnhoven woont op de kop van de Groesbeeksedwarsweg en schreef een boek over de houtduif. Ik loop met hem om zeven uur ’s ochtends door zijn stille, oude straat, onder het lover van Amerikaanse eiken. Hay is een glimlachende, tengere zestiger, vriendelijk en bedachtzaam formulerend. Hij wijst mij op sporen van houtduiven: een poepspetter op een stam, een veer, een oud nest.
Tekst: Kor Goutbeek, foto Hay door Marc van Kempen
“Mijn straat loop ik dagelijks heen en weer, langs 58 Amerikaanse eiken. Ik telde hier in juli 2022 twintig nesten van houtduiven, waarvan er 5 slaagden en waaruit in totaal 7 jongen uitvlogen. Broeden is dus een moeizaam proces met weinig succes. Nog een wonder dat het er zoveel zijn!”
----------------------------------
Wie is Hay Wijnhoven?
Hay Wijnhoven (1958) studeerde aan de Universiteit van Wageningen plantenziektekunde en voltooide een opleiding aan de Arnhemse Hogeschool voor de Kunsten. Hij werkt als kunstenaar en maakt wetenschappelijke tekeningen. Als entomoloog is Hay gespecialiseerd in hooiwagens en pissebedden. Eerder publiceerde hij monografieën over de merel en de Turkse tortel, die inmiddels meerdere keren herdrukt zijn.
----------------------------------
Ideale prooi
We wandelen naar begraafplaats Daalseweg waar hij op een grafzwerk de plukplaats van een havik aanwijst. Haviken zijn namelijk dol op houtduiven. Een ideaal formaat prooi met flink wat vlees en alom aanwezig. Maar ook huiskatten, steenmarters, boommarters, slechtvalken en oehoe’s lusten wel een houtduif op zijn tijd. “Katten en steenmarters klimmen gewoon in deze eiken om een hoog nest te plunderen” vertelt Hay. Hay verzamelt tijdens onze vroege wandeling de slagpennen - de grote vliegveren - die kenmerkend zin voor een individu. Hay ontdekte dat de rui van houtduiven nu weken eerder begint dan enkele decennia geleden. (De rui is de jaarlijkse periode waarin vogels hun vliegveren vervangen door nieuwe.)
De duif: een vreemde vogel
“In mei leggen alle vogels een ei” luidt het spreekwoord. Hay: “Maar de houtduif is maar liefst tien maanden bezig met paarbinding, balts en nestelactiviteiten: alleen in oktober en november niet. De piek van de broedtijd valt in juli en augustus, veel later dan bij de meeste vogels. Ze leggen maar twee eieren, wat veel minder is dan de meeste vogels. En duiven zijn in meer opzichten uniek: ze hebben net als andere vogels een krop waarin ze eten opslaan en voorverteren, maar hun jongen eten zelfs uit die krop! Duiven maken ook zogeheten duivenmelk aan, een eiwitrijk papje waarmee de kuikens de eerste dagen groeien als kool. En houtduiven eten vrij veel bladeren; ook zeldzaam onder vogels.”
Gehaat en geliefd
Ik ben een vogelaar, maar niet alle vogels zijn mij even lief. Net als veel andere natuurliefhebbers haalde ik mijn neus een beetje op voor deze lawaaiige, corpulente, alom aanwezige en klunzig ogende soort. Maar mijn blik veranderde nadat ik Hay Wijnhovens boek las. Een citaat uit zijn boek: “Door de loodgrijze tinten oogt hij massief; de lange staart met zwarte eindband verleent hem een zekere gratie, de statigheid van een heer in slipjas, een stijlvol, stemming blauwgrijs maatpak, kreukloos en chic. Het kostuum lijkt hem net te strak te zitten, de gevouwen vleugels ogen als schoudervullingen, ze beklemtonen de gespierdheid van het hoekige lijf. De halsbevedering oogt als een keurig gecoiffeerd permanentje met watergolven van groen en paars iriserende partijen rond een witte halsvlek. Zacht roze-purper en aaibaar is de borstpartij, van kleur verschoten fluweel. En die ongelooflijke ogen…lichtgelig met een zwarte pupil…Ja die ogen priemen je altijd glashard tegemoet.” Zo kun je dus ook naar die ‘gewone’ houtduif kijken.
En gewoon in de zin van talrijk is hij zeker in ons land: 1.000.000 broedende vogels leveren bij een gemiddeld gewicht van een pond in totaal een half miljoen kilo vogel op. Alleen de grauwe gans legt nog meer gewicht in de schaal van al onze vogelsoorten. Dat de houtduif als een plaagsoort wordt beschouwd blijkt wel uit het feit dat het een de laatste vogels is die nog regulier bejaagd mag worden. Schade aan landbouwgewassen is het belangrijkste argument. En duiven leveren met hun grote, goed doorbloede vliegspieren tegelijk prima vlees en staan op menig menukaart van wildrestaurants. Op het bord zijn ze dus wel weer populair.
(Terwijl ik dit typ, klinkt het luide vleugelgeklapper van drie houtduiven in de oude kersenboom van de buren).
----------------------------------
Herken de houtduif
Een duif herken je vast wel, maar hoe herken je de houtduif? Er zijn namelijk nog vier andere duivensoorten in ons land: de stadsduif, holenduif, Turkse tortel en zomertortel. De houtduif kun je bijna niet missen. Hij is de grootste en stevigste van de vijf, heeft een opvallend kleine kop, grote witte velden op de vleugels en een opvallende witte vlek in de hals: “Als ze snel in graan pikken op een akker is dat witte flitsje een signaal voor andere duiven dat daar iets te halen valt. Soms zitten ze dan binnen een half uur met honderden bij elkaar”, vertelt Hay.
----------------------------------
Foto Hay door Marc van Kempen
Foto houtduif door Ron Moes.
Tekeningen uit het boek door Hay Wijnhoven.