In deze corona-pandemie moet ik vaak denken aan mijn ouders. Ze leven allebei allang niet meer.
Mijn moeder had smetvrees en gaf dat aan mij door. Ik dacht dat ik ervan af was, maar het verbaasde me hoe snel die oude gewoontes weer terugkwamen toen duidelijk werd dat er een enge besmettelijke ziekte rondwaarde. 'Niet aankomen, daar hebben andere mensen aangezeten', was het devies in mijn jeugd. Deurklinken of geld aanraken was vies en na handen schudden moest je ze flink wassen. Ik had me er allang overheen gezet, maar het komt nu allemaal als een duveltje uit een doosje weer boven, ditmaal niet op last van mijn moeder, maar van onze minister-president. Mijn moeder had háár smetvrees waarschijnlijk weer meegekregen van mijn oma, die na de Eerste Wereldoorlog als twintigjarige de Spaanse Griep had meegemaakt.
Mijn vader zat in 1943/44 ondergedoken in het archief van Breda. Als het donker was, kon hij naar huis sluipen. Er was een Ausgangssperre, een avondklok. Als hij gesnapt zou worden, moest hij naar de Arbeitseinsatz, dwangarbeid in Duitsland. Als hij probeerde te vluchten kon hij worden doodgeschoten. Gelukkig werd hij nooit gesnapt.
Wij zitten nu weer met mondkapjes en handen wassen, lockdown en een avondklok. Maar mocht ik 's nachts de straat op gaan, dan volgt geen deportatie naar dwangarbeid. Geen kans dat ik word doodgeschoten. Hooguit bespoten met een waterkanon of een nacht de cel in, maar dan moet je het wel erg bont maken. Toch voel ik ergens mijn vaders angst als ik 's avonds stiekem de straat op wil. Is het me in m'n DNA meegegeven?
Met de avondklokrellen elders in Nederland komen ook eigen herinneringen boven. Déjà vu's van de Piersonrellen uit de jaren 80. Dichtgespijkerde winkels en kroegen in onze stad, omdat er vernielingen en plunderingen dreigen. Vredelievende en boze, soms agressieve demonstranten op straat en plunderaars, allemaal ontevreden.
‘Is het hier oorlog?’, was de leus toen.
Het lijkt hier misschien wel oorlog nu. Net als toen zijn er nu opeens miljarden voorhanden, nu niet voor wapentuig, maar voor vaccins, verpleging en hulp aan gedupeerde ondernemers. De stad is stil, maar staat nog fier overeind en als we voorzichtig doen zal het dodental ditmaal aanzienlijk lager zijn. Ik heb op internet nog geen recepten voor sateh koetjing hoeven opzoeken, want ik kan mijn kat nog voeren en hoef haar nog niet op te eten. Ik heb nog internet.
Geven wij op onze beurt onze frustraties en angsten ook weer onbewust door aan onze kinderen en kleinkinderen? Komt het over honderd jaar, generaties later, allemaal opeens weer terug? Dan zijn we bij lange na nog niet van de gevolgen van deze pandemie af.
L'histoire se répète, de geschiedenis herhaalt zich. Het is niet anders. Ook al is het geen oorlog.
René Pennock