Twee maanden geleden werd een wolf gefilmd langs de dijk bij Lent: enkele winters eerder hield zich wekenlang een wolf op bij de Heilig Landstichting. Ook in Groesbeek, Beuningen en Plasmolen werd een wolf gesignaleerd. De wolf is dus niet meer ver-van-ons-bed, maar woont gewoon om-de-hoek. Er zijn inmiddels zo’n dertig wolven in Nederland en dat aantal neem snel toe. De wolf is daarmee naast zeearend, oehoe en raaf een symbool van de nieuwe wildernis in ons land.
Van neus tot staartpunt is hij één golvende, moeiteloze beweging. Grote voeten en lange poten dragen hem geruisloos door Europa - over velden, door bossen en over bergen. Wolven zijn verrassend snel, slank en slim. Atletische dieren met een flinke conditie, die in een nacht moeiteloos 100 kilometer afleggen.
Wolven doden zeer zelden mensen: de kans om door een hond gedood te worden is veel groter. Helaas werden er in 2022 wel 585 koeien en schapen in Nederland gedood. Stroomdraad en fikse herdershonden zorgen meestal voor afdoende afschrikking, blijkt elders in Europa. Één wolf deed maar liefst 75 aanvallen op vee. (Dergelijke ontspoorde individuen mogen best worden afgeschoten: dan leert de populatie ook eerder vee te mijden en kunnen wolf en mens op termijn duurzamer samenleven.)
Reeën, edelherten, zwijnen en verwilderde paarden gaan zich natuurlijker gedragen als hun predator ten tonele verschijnt. Wolven hebben invloed op hun aantallen, gezondheid en op hun gedrag. Herten en andere grote planteneters verspreiden zich namelijk beter - met minder kans op overbegrazing - als de geur van wolven door de bossen zweeft. Verder profiteren aaseters als vossen, raven en zeearenden van de karkassen die wolven achterlaten.
De wolf staat symbool voor de ongerepte, ongetemde wildernis. Met het verdwijnen van die wildernis is niet zozeer diersoort x of plantensoort y verdwenen, maar vooral een zintuiglijke ervaring. Duisternis. Eenzaamheid. Stilte.
De wolf was lang meer een mythe dan een dier. In strips en films ploegen ze door de sneeuw op jacht naar een eenzame reiziger. Hun schimmige schaduwen sluipen tussen boomstammen totdat fonkelende ogen en blikkerende tanden te zien zijn. Hun gehuil gaat door merg en been. Één roodkapje, drie biggetjes en zeven geitjes etsten een beeld van een engerd in de kinderziel. Mythen over weerwolven versterkten zijn sinistere imago. Bijna geen dier is eeuwenlang dan ook zó massaal vergiftigd, geklemd en afgeschoten als de wolf.
In de kinderboekwinkel zag ik een boek liggen met de titel 'Drie kleine wolfjes en een vuil, vet varken'. Er is kennelijk écht iets veranderd.