Redacteur Kor Goutbeek bespreekt elke maand de natuur in Nijmegen-Oost van de afgelopen periode.
De afgelopen maand december telde de minste daglichturen en bovendien was het weer druilerig en somber. Daarom was het qua natuur - en ook voor het overige - enigszins behelpen. Wel was er af en toe kleur te zien in een kier zonlicht op de voedertafel: kool- en pimpelmees, groenling en roodborst, groene en bonte specht streken er neer. Binnen kwamen wij rond de kerst dagpauwogen tegen en verschillende soorten lieveheersbeestjes. We hebben ze voorzichtig in de schuur gezet, waar ze hun winterslaap kunnen voortzetten zonder steeds wakker te worden van de warmte.
En januari? Als het vriest trekken kolganzen in lange v’s over, veelal gakkend. Echte wintervogels als keep, sijs, koperwiek en kramsvogel strijken soms even in een tuin neer. Een lot uit de loterij zou een prachtige invasiegast als de pestvogel zijn. Er slapen ook weer wat ransuilen in onze wijk: al zijn het er veel minder dan vorige winter.
Tot slot wil ik graag aandacht voor een onooglijk organisme op een betonklinker, op de foto met rijp bezet: het kussentjesmos, gefotografeerd in eigen tuin. In tegenstelling tot veel andere mossen, kan het goed tegen droogte. Afhankelijk van de vochtvoorziening kleurt kussentjesmos wittig, gelig, groenig of blauwig.
Natuurtips? Mail naar