“Als makers en kunstenaars zijn wij zeer belangrijk voor de stedelijke dynamiek, hetgeen de politiek ook altijd met de mond belijdt. Toch worden we nu gewoon, zonder plan, op straat gezet, de stad uitgejaagd.” Dit zijn de woorden van Gerard Koek, één van de kunstenaars die nu nog in het voormalige Montessorigebouw aan de Berg en Dalseweg zitten. Op 28 februari moet de Oude school leeg zijn. Het pand gaat plat. En wat er mee gebeurt? Er komen 69 woningen.
Door: Simone Kiekebosch. Foto's: Mohanad Ataya
Tussen handgemaakte kastjes, stapels resthout, werkbanken en houten ombouwen heb ik een gesprek met Gerard Koek en Freek Janssen.
Freek maakt met zijn bedrijf (Zaag meubelwerk) meubels en interieurs op maat voor particulieren en bedrijven.
Gerard maakt ruimtelijk werk (onder andere gigantische witte papierproppen) en zijn werk laat ons nadenken over wie we zijn. Hij timmert behoorlijk aan de weg, in Nederland, maar ook daarbuiten. Onder andere de to B - i - ex letters die bovenop de voormalige Biotexfabriek in Bottendaal staan, zijn van hem.
Geen alternatief
Gerard: “Het gaat om ruim 150 (!) kunstenaars in Nijmegen die, binnen een half jaar, allemaal op straat komen te staan. In Nijmegen-Oost gaat het ook om panden aan de Elzenstraat, Vlierestraat en Molukkenstraat.”
Gerard vervolgt bevlogen: “Alternatieven zijn er niet voor ons. Voor makers en kunstenaars is het financieel niet haalbaar om marktconforme vierkante meters te betalen. Nijmegen zegt een creatieve stad te willen zijn, maar dan moet er een duidelijker beleid komen. De binnenstad kampt met enorme leegstand van winkelpanden. Soms worden hier kunstenaars tijdelijk ingezet. De wethouder noemt dit een prachtige kans om je werk aan te bieden en te verkopen. Maar iedereen weet dat je permanent en stabieler in de stad moet zitten wil je kunnen functioneren. Dit ad-hoc-'gebruik' van kunstenaars is het maskeren van een ander probleem. Een vastgoedprobleem, en geen oplossing voor het falend atelierbeleid.”
Freek vult aan: “We maken de wijk toch kleurrijker. We dragen bij aan het leefklimaat en het sociale leven. We organiseren geregeld open atelierdagen en er worden creatieve workshops gegeven. Wijkbewoners worden vaak blij van de dynamiek en levendigheid rondom kunstateliers."
Wat moet er gebeuren volgens jullie? Gerard: “In januari is er weer een raadsvergadering over atelierbeleid. Wij, onder andere via de Initiatiefgroep Behoud Ateliers Nijmegen, willen heel graag meedenken over oplossingen, maar we krijgen de kans niet. Nadat ik met mijn collega’s na vele jaren uit ons atelierpand in de benedenstad werd gezet, gebeurt nu precies hetzelfde. Iedere keer worden we overvallen met een beslissing, zonder dat er sprake is van een alternatief.
In veel steden heerst een gedoogcultuur vanuit de gedachte dat kunst en cultuur van belang zijn. Daar kunnen wij prima mee leven, maar dan graag vanuit een gedachte van stabiliteit. Het is niet zo simpel om iedere keer weer te moeten verhuizen. De gemeente zou garant kunnen staan voor een collectieve beheersconstructie of bij verkoop of leegstand een pand bij SLAK (Stichting Leniging Ateliernood Kunstenaars) in beheer kunnen geven en niet aan een commerciële partij.”
Wat zijn voor jullie de persoonlijke consequenties? Wat gaan jullie doen na 28 februari? Freek: “Waar het op neer komt, is dat ik dan niet meer kan werken. Ik denk dat ik mijn spullen, hout, en werkbanken ergens in een schuur bij mijn schoonvader neer moet gaan zetten. En dat is heel jammer, want ik heb werk genoeg. Mijn partner Sophie de Haan is ook kunstenaar en zij heeft hetzelfde probleem. Wij worden behoorlijk getroffen.”
Gerard: “Ik wil er nog niet over nadenken. Het is geen vak, het is de reden van mijn bestaan. Ik geef naast mijn kunstenaarschap ook nog les aan de kunstacademie van Den Bosch en Breda. Zoals al mijn collega’s leef ik van de kunst.”
Als ik naar de uitgang van de school loop, kom ik kunstenares Wil van Lamoen nog tegen. Een beetje ontredderd loopt ze tussen haar prachtige schilderijen en schalen te scharrelen. En als ik de onmacht in haar ogen zie, krijg ik een brok in mijn keel.
En terwijl ik terugloop naar huis bedenk ik dat een wereld zonder verrijkende kunst zoals bijvoorbeeld het Romeinse masker aan de Spiegelwaal toch wel een schrale wereld is. Dan hebben we binnenkort alleen nog Ikea-meubels in huis. Niemand die nog fluitend een prachtige, kleurrijke stoel van resthout maakt, of een gigantische papieren prop.