In een van de oudste huizen aan de Ubbergseveldweg woont al dertig jaar weefkunstenaar Anneke Kersten. Overal hangen prachtige weefsels aan de muur. Haar eigen werk. Textielkunst is een ondergeschoven kindje in de kunstwereld, stelt Anneke. Artikelen over schilderijenexposities en beeldhouwwerken in de wijk zijn schering en inslag. De textielkunst komt er maar bekaaid vanaf. Anneke heeft heel wat exposities op haar naam staan, maar stond nooit in de Wijkkrant. Een interview is op z’n plaats. Omdat Anneke al veertig jaar in Oost woont en werkt en FAN is en omdat ze zich met hart en ziel voor de weefkunst inzet. "Weven is voor mij geen hobby, ik ben er fulltime mee bezig".
Een boom opzetten is veel werk
Het is een zonnige, maar kille dag in april. De perenbomen en appelbomen in haar tuin, haar 'dries', zijn net in bloei gesprongen, maar het is nog te koud om buiten te zitten.
“Ik werk thuis", vertelt Kersten, "in de achterkamer staan twee weefgetouwen, in de voorkamer een derde en boven heb ik mijn weefkamer, daar staan er nog twee. Ik ben altijd op meerdere getouwen tegelijk bezig." Anneke haalt haar inspiratie uit haar eigen ervaringen. "Ik ben op veel plaatsen in de wereld geweest. Mexico, IJsland, Death Valley in de VS, elk gebied heeft zijn eigen kleuren en eigen sferen. Ik maak abstracte ontwerpen op basis van mijn foto's en herinneringen en vertaal die ideeën naar een weefsel. Ik weef op zowel hand- als trapgetouwen. Voor de schering maak ik proefwikkels om karton met kleurendraden om te zien hoe dat uitpakt. Ik werk vooral met katoenen en linnen draden. Als ik een weefsel opzet, moet ik wel 300 of 600 draden spannen. Een boom opzetten heet dat, een uitdrukking die iedereen wel kent, dat je ergens een heel verhaal van maakt. Het is ook echt langdurig en intensief werk. Dan ga ik haspelen: alle scheringdraden moeten dezelfde lengte krijgen en opgerold worden op de haspel van het getouw. Ik ben nu bezig met scheringen van 7 en van 9 meter lang. De weefsels krijgen die lengte natuurlijk niet. Je kunt ze zo lang maken als je wilt. De breedte staat wel vast door de breedte van je schering."
Paardenhaar, koperdraad en scrabbleletters
Anneke verwerkt allerlei materialen in haar weefkunst. Een scrabblebord met letters die een tekst van Ramses Shaffy verwoorden, munten, rietstengels en -pluimen, koperdraad en ijzerdraad. In haar weefkamer staan dozen met paardenhaar, leer, Harris tweed, wol, papier en een doos met het label 'gek materiaal'. Op een van de weefgetouwen maakt ze sjaals en theedoeken voor kunstmarkten. "In één sjaal zit drie uur werk, afgezien van het tijdrovende opzetten van de boom, maar af en toe vind ik het gewoon lekker om zonder na te denken meters te maken."
Hennepzeilen voor de Batavia
Kersten zet zich ook actief in voor de weefkust. "Ik geef lezingen en lessen door het hele land. In het Openluchtmuseum in Arnhem werk ik als werkplaatsbegeleider met jongeren met een beperking. Ik onderzoek stoffen van oude kleding en de jongeren maken ze na. Daar hebben we bijvoorbeeld de hennepzeilen voor de Batavia, die replica van een VOC-zeilschip, gemaakt. Verder ben ik actief als vrijwilliger voor de landelijke weefvereniging en heb ik in Nijmegen met Roos Cox voor de Weefkring Nijmegen een weefwerkplaats op de Groesbeeksedwarsweg opgezet. We hebben een oude melkinrichting, zonder elektriciteit of water, laten ombouwen tot atelier. Er werken nu zo'n veertig leden op de weefgetouwen die daar staan.
“Ik deed mijn opleiding onder andere in het Textiel Museum in Tilburg en nu geef ik er zelf cursussen. Daar kom ik jonge ontwerpers van de textielopleiding in Tilburg en de designopleiding in Eindhoven tegen. Dat is een heel ander publiek, dan werk je echt aan de toekomst van de textielkunst. Het weven als kunstvorm is weer enorm in opmars.“
Voor meer informatie: annekekersten.exto.nl.