De wijk Groenewoud - plan Groenewoud - bestaat 65 jaar. De straten zijn vernoemd naar zilversmeden, alle huizen hadden platte daken. Er was nog veel vrije natuur, de landelijke naam Groenewoud was daarom zeer toepasselijk.
Theo en Trinet Sterck uit de Grevinckstraat zijn een van de eerste bewoners van de nieuwe wijk. Buurtbewoners hadden me al een paar keer aangeklampt: ’Theo en Trinet wonen in september 65 jaar in de wijk, kun je hier niet eens een verhaal over schrijven voor de Wijkkrant?’
Tekst: Marjon Spoorenberg, foto’s: Kees Spoorenberg en Marja Sterck
In juni bel ik aan voor een interview. Theo is er meteen voor te porren, Trinet twijfelt nog een beetje want zij blijft liever op de achtergrond. Na enige aarzeling stemt ze toch toe. In de deuropening vertellen ze dat ze allebei uit Venlo komen en dat ze elkaar hebben leren kennen via de jeugdvereniging. De jeugdliefde is gebleven en op 1 september 1959 zijn ze getrouwd. Op 2 september kwamen ze in de Grevinckstraat wonen.
Theo en Trinet Plein
Op 1 september 2019 waren Theo en Trinet 60 jaar getrouwd en op 2 september woonden ze 60 jaar in de wijk. ''We hebben onze 60-jarige bruiloft 3 keer gevierd'', vertellen ze. ''Eerst zijn we met de kinderen en partners op vakantie geweest in Oostenrijk. Daarna hebben we een uitgebreid diner gegeven voor de familie en vervolgens hebben we de bewoners uit de straat uitgenodigd voor een high tea party. Na thuiskomst werden we verrast met een straatfeest. Overal hingen slingers en ballonnen. Bij die gelegenheid is ook het naambordje onthuld in het plantsoen:. ’Theo en Trinet Plein’.''
Het ijs is gebroken en ik maak een vervolgafspraak voor een uitgebreider verhaal. Hierbij is ook hun jongste dochter Marja aanwezig. Zij vult het verhaal van haar ouders aan.
Centraal radiosysteem.
De eerste huizen in Groenewoud hadden nog kolenkachels en kolenhaarden en waren aangesloten op een centraal radiosysteem. Marja laat me de bakelieten radioknoppen zien.
''Er waren 4 zenders, heel overzichtelijk allemaal.' De kolen werden bezorgd door een kolenboer die aan de Valkenburgseweg woonde, later kwam er een olietank, Nu heb ik een Hr-ketel. We hadden nog enkel glas en koude winters, met als resultaat ijsbloemen op de ruiten van de slaapkamer. Ook hadden we nog geen telefoon'', vertelt Theo.
Een paar jaar later kwam er een telefooncel bij het winkelcentrum in de Van Haapsstraat en op een paar plaatsen in de wijk stond een centrale antenne waar tv’s en radio’s op aangesloten waren.
De eerste jaren in Nijmegen werkte Theo bij Smit Ovens in de Groenestraat. ''Later ging ik werken bij een klein technisch handelsbedrijf in Hengelo. We leverden onderdelen en installaties voor industriële doeleinden. In 1982 werd ik directeur van dat bedrijf en ben pas op mijn 72e met pensioen gegaan. Daarna heb ik het bedrijf verkocht. Ik was niet veel thuis, in het begin moesten we nog 48 uur in de week werken.'' Trinet was huisvrouw en kende de buurt veel beter. Zij neemt het gesprek over.
Zandpad en korenvelden
''Wij kregen drie kinderen, die konden nog naar hartenlust buiten ravotten, want de wijk was in opbouw, er waren nog veel open ruimtes en korenvelden. Ik had veel contacten in de buurt, de moeders waren allemaal thuis, Met elkaar organiseerden we het brengen en halen van de kinderen naar en van school. De kinderen noemden de ouderen in de wijk ’oom en tante’.
De Willem Schiffstraat was een zandpad. Er stond ook een sociale werkplaats. In de Van Haapsstraat waren een paar winkels: een SPAR, een slager, een drogist, een kapper en een drankenhandel. Achter de bloemisterij op de Valkenburgseweg was een spoorwegovergang naar de Driehuizerweg. De schillenboer, groenteboer en melkboer kwamen nog langs de deur.
Ik had mijn handen vol had aan het reilen en zeilen van mijn gezin. In het begin had ik nog geen koelkast en wasmachine. De was werd gekookt in een grote ketel en op de hand gedaan met een wasrief (wasbord). We hadden nog katoenen babyluiers die we hergebruikten. Een paar jaar later deden de koelkast en wasmachine zijn intrede en dat was een grote uitkomst. Toen de kinderen van de lagere school af waren, kreeg ik wat meer tijd en ben gaan tennissen bij Avanti. Ik heb tot mijn 80e gespeeld en ben gestopt omdat mijn benen het lieten afweten.''
Theo en Trinet herinneren zich van de beginjaren nog de vele vogels en vleermuizen. ''In de tuin van het Albertinum zat een koekoek die we heel vaak hoorden. We hoorden ook vaak een bosuil. In de schouw zaten kleine vleermuizen.''
Schoolherinneringen
Dochter Marja ging naar de Maria Regina school (nu Klein Heyendaal) in de Professor Huijbersstraat. Waar nu de bowlingbaan is stonden noodwoningen van na de Tweede Wereldoorlog. ''De kinderen uit de noodwoningen gingen ook naar de Maria Regina school'', herinnert Marja zich.
In 1963 verhuisde het Nijmeegs Lyceum (nu NSG) van een noodgebouw aan de Verlengde Groenestraat naar een nieuw schoolgebouw in de Van Cranenborchstraat. Marja heeft goede herinneringen aan de buurtbibliotheek in deze school. De bibliotheek zat eerst aan de voorkant en later aan de zijkant (Van Haapsstraat) van de school. ''Ik ging er graag naartoe, maar de bibliotheek is helaas ook uit de wijk verdwenen.''
Met pensioen
De kinderen zijn het huis uit, Theo en Trinet zijn met pensioen, maar vervelen zich geen minuut. Theo heeft een eigen pensioen-bv, waar Marja hem bij assisteert, en leest veel, met name filosofische boeken. ''Na het ontbijt ga ik naar boven, daar heb ik mijn werkkamer.'' Ook kan hij goed overweg met IPhone en IPad en fietst hij nog.
Trinet is ook nog zeer actief, zij doet nog alles zelf in het huis, houdt de tuin bij en kan heerlijk koken. ''En echt niet alleen Hollandse pot'', zegt Marja. Trinet is geen lezer en ook de televisie kan haar niet altijd boeien. Het programma dat ze nooit overslaat, is 2 voor 12 met Astrid Joosten. ''Die uitzending wil ik echt niet missen.''
Goed contact met de kinderen
De kinderen wonen niet in Nijmegen, maar komen regelmatig thuis. Ook het contact met de vijf volwassen kleinkinderen is goed. Theo en Trinet bewaren goede herinneringen aan de vakanties die ze met hun kinderen gemaakt hebben, naar het Rhônedal en de bergen.
Marja komt één keer in de week, zij doet de boodschappen en soms gaat Theo zelf nog even naar de Plus in de Molukkenstraat. ''Mijn ouders reizen ook nog samen met de trein'', zegt Marja trots. ''Ze lopen samen naar station Heyendaal en gaan dan met de trein naar Amsterdam waar hun zoon woont. Natuurlijk gebruiken ze dan hun Keuzedag.''
Dankbaar
Theo is inmiddels 91 en Trinet 90. Ze hebben geen thuiszorg, geen huishoudelijke hulp en een traplift heb ik ook niet gezien. Ze zijn dankbaar dat ze nog goed gezond zijn en samen zo oud mogen worden. ''We zijn ons zeer bewust dat dit niet voor iedereen is weggelegd'', beamen ze allebei. ''We hebben altijd gezond geleefd, nooit gerookt, maar we drinken nog wel een glaasje wijn.'' Ze hopen nog lang in de Grevinckstraat te kunnen wonen, want ze hebben veel goede contacten in de straat. ''Elk jaar is er een buurtbarbecue en daar doen we ook altijd nog aan mee.''.
Als ik naar huis ga, bewonder ik nog even de mooie tuin. Ik loop via het paadje aan de achterkant van de huizen naar huis en denk bij mezelf: ’als ik op deze manier samen met mijn man zo oud mag worden, dan teken ik ervoor!’