Europese regelgeving structureert de energiemarkt.
Europa maakt onderscheid tussen
- energieproducenten (bijv. elektriciteitscentrales, gasproducenten (Gasunie), ARN, kerncentrale)
- energiedistributeurs (netten van Stedin, Liander)
- energieleveranciers ( Greenchoice, Oxxio, VandeBron, etc.)
Dit onderscheid is gemaakt vanuit een energiemarkt-concept.
Op deze wijze zou concurrentie tussen energieproducenten mogelijk zijn
Op deze wijze zou ook concurrentie tussen energieleveranciers mogelijk zijn.
De energiedistributeur heeft geen concurrenten, maar is monopolist in een bepaald aangewezen gebied.
Leveranciers
Afnemers hebben alleen te maken met energieleveranciers.
Energieleveranciers kopen op de energiemarkt energie bij energieproducenten en leveren die aan hun afnemers.
Distributeurs
De energiedistributeurs leggen een distributienetwerk aan en onderhouden dat.
De energiedistributeurs moeten het distributienetwerk aan alle energieproducenten en alle energieleveranciers ter beschikking stellen (het non-discriminatiebeginsel).
De energiedistributeurs worden vergoed door de energieleveranciers (die het op de faktuur aan hun afnemers zetten: netbeheer)
Warmte als energiebron
Dit scheidingsconcept blijkt onhandig te zijn voor wamtenetten:
- omdat energieproducent en energieconsument dicht bij elkaar moeten liggen
- omdat het technisch en economisch zinloos is verschillende warmtenetten in 1 buurt aan te leggen
- omdat het technisch zinloos is verschillende warmteproducenten toegang tot 1 distributienet te geven.
Kortom: marktdenken is een verkeerd uitgangspunt voor energieproduktie, -distributie en –leverantie via warmtenetten.
Om toch het marktconcept overeind te kunnen houden worden nu noodverbanden ('geitenpaadjes') gezocht voor warmteproduktie, -distributie- en -levering.
Voorbeeld
In het geval van Nijmegen Noord is:
- ARN (afvalverbrander) de energieproducent
- Vattenfall de energiedistributeur
- Vattenfall de energieleverancier.
Het is duidelijk dat hier geen sprake is van concurrerende energieproducenten, maar één ARN monopolie
Dat geldt ook voor energieleverantie. Daardoor wordt de consument als marktpartij uitgeschakeld.
Dit wordt nog verergerd door het feit dat de rollen van distributeur en leverancier niet gescheiden zijn.
Dit is volledig in strijd met het Europese markt-concept dat aan de energiemarkt ten grondslag ligt.
Nu naar het BES
In het voorstel van Woonwaarts is het warmtebedrijf zowel energieproducent, als -distributeur als -leverancier.
Grotere strijdigheid met het Europese marktscheidingsconcept is niet mogelijk.
Eneco heeft zich bijvoorbeeld jarenlang verzet tegen de splitsing van energieproducent en energieleverancier. Onder druk van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is dat toch gebeurd.
Het zou vreemd zijn als de ACM in dit geval andere criteria zou hanteren.
Er is van geen enkele marktwerking sprake in het BES-concept.
De producent is monopolist, de distributeur is monopolist en de leverancier ook.
Bovendien is er sprake van een monopoliepositie van de afnemer: Woonwaarts.
Dat betekent in de praktijk dat Woonwaarts de voorwaarden voor alle zaken in het warmtebedrijf kan bepalen. Als ze het er niet mee eens zou zijn gaat de overeenkomst niet door en sterft het bedrijf een snelle dood.
Er is dus helemaal geen sprake van een onafhankelijke energieproducent, noch van een onafhankelijke distributeur, noch van een onafhankelijke leverancier, noch van een onafhankelijke consument.
Het BES concept is maximaal in strijd met de criteria die de ACM vanuit Europese regelgeving moet aanleggen voor het verlenen van een vergunning voor het warmtebedrijf.
Conclusie
De introduktie van een 'coöperatie' is slechts een dekmantel om te verhullen dat Woonwaarts alles in het warmtebedrijf kan bepalen. Het warmtebedrijf is feitelijk een 100% 'dochter'bedrijf van Woonwaarts.Als de ACM dit niet zelf op zou merken zouden wij de ACM er met dit verhaal op moeten wijzen
Het is onbegrijpelijk dat de rijksoverheid voor een constructie die bij voorbaat niet levensvatbaar is 4,7 miljoen Euro subsidie heeft verstrekt.