In 1972 moest ik, 16 jaar oud, met mijn ouders mee naar Nijmegen verhuizen, vanwege mijn vaders werk. Als puber verzette ik me natuurlijk tegen alles wat met mijn ouders te maken had, maar een verhuizing van de metropool Beverwijk naar het Limburgse - want ze hadden er een zachte g - dorpje Nijmegen, dat was toch wel het ergste wat ze me konden aandoen. In Beverwijk werkte ik twee weken als vakantiekracht bij De Gruyter. Voor de jongere lezers onder ons: een supermarkt. Die De Gruyter was op sterven na dood. We werkten er met z'n vieren: de bedrijfsleider, de versman die vlees, groenten en gebak combineerde, een caissière en ik. Er kwamen gemiddeld vijf klanten per dag, meest Indische vrouwen met gepast geld opgevouwen in een aanbiedingsadvertentie. Als de klant vertrokken was liep ik naar achter, haalde er alles wat zojuist de winkel verlaten had en vulde het weer aan. Een luizenbaantje.
In Nijmegen meldde ik me dus meteen bij de De Gruyter op de Van 't Santstraat, waar nu de Aris Market zit. Ik had een referentie, voor mij een heel nieuw woord. Deze De Gruyter was wel even wat anders: het was de tweede best lopende De Gruyter van Nederland! We werkten er met zo'n 50 parttimers. Op kantoor zat meneer Van Dijk, de bedrijfsleider, en de Wijchense juffrouw Toonen. Telkens als ik haar wat zei of vroeg, verstond ze me niet, misschien omdat ik vers uit Noord-Holland kwam. Ze keek me dan aan met die grote ogen van d’r en zei: “Wellik?” Ik had geen idee wat dat betekende.
Op zaterdag hielp ik de klanten met het inpakken van hun boodschappentas. Zo waren ze sneller door de kassa en konden we en passant hun tassen controleren op roofgoed. Nog steeds ben ik snel en handig in het laden van de kofferbak van de auto als we op vakantie gaan. Op andere dagen was ik vakkenvuller. Er was een strikte hiërarchie: je begon bij het zware spul, de conservenblikken en de kratten bier, de fris, de wijn en de flessen koffiemelk. Je kon doorgroeien tot je bij de chips terecht kwam. De volgende stappen waren vlees uitladen 's morgens vroeg, groenten afwegen voor de klanten en 'gebak'. Wie 'gebak' deed, gaf ook sigaretten en shag aan de klanten. Daarna drong je door tot de banen met hoog aanzien. Zwaar verantwoordelijk werk, want met geldhandelingen. Bij de ingang stond je aan het 'leeg fust': klanten gaven hun lege flessen af en ik gaf ze daar contant geld voor terug. Het 'leeg fust' nam ook de spaarzegelboekjes in, in ruil voor contant geld. Aan het eind van de maand werd dat extra druk. De ultieme top voor een parttimer was de kassa. Er waren er vier. Kassa 1 en 2 werden enkel door professionals bevrouwd of bemenst (ook al bestonden die woorden toen nog niet). Parttimers deden kassa 3 en 4, maar alleen als het druk werd. We kenden de prijzen van de meest verkochte 100 producten uit ons hoofd. Als ik me goed herinner kostte een liter melk ƒ 0,59, een halve liter yoghurt ƒ 0,56 en een flesje bier ƒ 0,34 en eigen merk ƒ 0,28. Op een zaterdagmiddag ging er zo'n ƒ 5000,- door m'n handen. Kassa 1 zette toch wel een veelvoud daarvan om. Ik verdiende ƒ 1,75 netto per uur.
Sushi, roti, tapas of kebab hadden we nog nooit van gehoord. Snoepgroentes bestonden niet. Avocado’s niet en broccoli niet en de kiwi kwam net kijken. Wel reusachtige tuinbonen in de peul voor 44 cent de kilo. Cranberry's, gemberwortel of verse munt om zelf thee van te maken? Bij het gebak had je een slagroomstam en een hazelnootstam voor ƒ 5,-, aardbeiengebakjes en cake, veel meer herinner ik me niet. In de koeling stond yoghurt, gele vla en chocoladevla. Niemand kon nog bevroeden dat er ooit skyr, rum/rozijnenvla en chipolatapudding met tropisch fruit zou bestaan. Kwark was al een exotisch product. Exota daarentegen verkocht als de beste. Champagnepils! Chips waren er in twee smaken: naturel en paprika, geen ribbelchips, hamka’s ,Thai sweet chili of chips light. Biologisch en vegetarisch was voor langharige hippies en kale terminalen. Vegan kipstuckjes, lactosevrije havermelk of glutenvrij bier?? Wat denk je zelf?
Hoe chique wilde je je verjaardag vieren? Op tafel stond een beker vol sigaretten, met en zonder filter. Natuurlijk waren er de luxe buitenlandse kazen: brie en camembert, verguisd door de rechtgeaarde Nederlandse échte kaasliefhebber, maar geliefd door de Franse vakantieganger die er een stokbrood bij nam, we verkochten er wel drie op een zaterdag met een fles rode Margaux wijn erbij à raison de ƒ 1,29. De stiekeme drinkers dronken toen nog sherry. Of kratten vol bier, mét alcohol. In een hoekje stonden een paar flesjes Clausthaler alkoholfrei gerstenwater vergeefs op een innemer te wachten.
Op een dag riep de bedrijfsleider me bij zich: "René, je bent vorige week 18 geworden en nu kom je in een hogere salarisschaal. Je begrijpt dat we ons dat niet kunnen veroorloven." Ik begreep dat en verliet met hangend hoofd na twee jaar trouwe dienst de supermarkt waar ik me met hart en ziel voor had ingezet. Ik begreep het ook toen de De Gruyter supermarktketen drie jaar later failliet ging. Verdiende loon!