“Ik beschouw de Albert Heijn als het centrum van Nijmegen”
In deze rubriek laten we mensen aan het woord die ver buiten Nijmegen-Oost zijn opgegroeid en hier wonen. Hoe kijken zij aan tegen het leven onder de stolp van Oost? Nijmegen-Oost langs de Internationale meetlat.
Tekst Simone Kiekebosch, foto's: Mohanad Ataya
Mohamad Alsahli is 25 jaar en komt uit Syrië, uit een klein dorpje vlakbij de hoofdstad Damascus. Hij is vijf jaar en acht maanden in Nederland. Hij heeft eerst een paar jaar in Groesbeek gewoond, maar heeft - tot zijn blijdschap - bij een huizenruil uiteindelijk een huis gevonden in Nijmegen-Oost. Vlakbij de Ark van Oost. Met een kopje thee, amandelen en mierzoete koekjes zitten we op zijn Arabische bank.
Hoe bevalt het hier in Nijmegen-Oost? “Goed. Het is een rustige buurt en ik heb hele aardige buren. Het valt me ook op dat er veel kinderen in de buurt zijn. Dat vind ik heel fijn, want ik hou wel van die levendigheid om me heen. Ik ben ook blij dat ik nu in Nijmegen woon in plaats van in Groesbeek. Ik vond het moeilijk om te aarden in Groesbeek.
Hier in Nijmegen ken ik veel mensen, zowel Arabische als Nederlandse. Maar ik wil graag nog meer mensen leren kennen.” Lachend vervolgt hij: “Vooral een leuk meisje als het kan. Ik wil graag een serieuze relatie met een Nederlands meisje. Het liefst tussen de 20 en 30 jaar oud.”
Wat zijn verschillen met jouw cultuur? “Niet veel verschil”, is het eerste antwoord. Maar dan noemt hij toch een aantal dingen op.
“In Syrië is het veel gemakkelijker om bij iemand op bezoek te gaan. Je bent daar veel meer samen zonder afspraken te maken van tevoren. Je bent er voor elkaar en beschermt elkaar. Hier in Nederland leidt iedereen zijn eigen leven en heeft men niet veel tijd. Mensen zijn altijd druk. Dat vind ik wel jammer. Ik ben een sociaal type en hou van mensen.
En Nederland is heel groen, met veel meer regen ook.”
Wat mis je het meeste? “Mijn familie. Mijn vader en moeder en twee broers en drie zussen. Het samen eten met de familie. De heerlijke linzensoep van mijn moeder. De gastvrijheid.
In Damascus hebben ze heel mooie restaurants die tegen de heuvels opgebouwd zijn. Daar heb je een geweldig uitzicht over de stad. Ook ’s avonds, met kleurrijke lichtjes overal. Daar ging ik vaak heen met mijn vrienden om te chillen. Gezellig buiten op het terras met mooi weer in de zomer."
Wat is je favoriete plek in Nijmegen-Oost? “De Daalseweg”, zegt hij zonder enige twijfel, en lachend: “Ik beschouw de Albert Heijn als het centrum van Nijmegen. Buiten Nijmegen-Oost vind ik de Waalkade, het Eiland en Lent heel mooi."
Hoe zie je de toekomst? “Ik heb van mijn vader het vak van loodgieter geleerd. Maar ik wil liever iets anders gaan doen. Ik heb inmiddels al een heleboel vrijwilligerswerk gedaan. Kinderen zwemles gegeven in Groesbeek, bij allerlei festivals in Nijmegen meegewerkt, getolkt bij het Asielzoekers Centrum en op de Hogeschool Arnhem Nijmegen. En ook bij Verpleeghuis Joachim en Anna.
Ik moet eerst geopereerd worden aan mijn knie (blessure opgelopen tijdens voetbal - red.), maar daarna wil ik verder met mijn leven. Ik wil graag in februari beginnen met een zorgopleiding aan het ROC. Om bijvoorbeeld met oudere mensen te werken.”
Mohamad heeft een coronaproof huis, want zijn grote Arabische bank beslaat de hele huiskamer.
Hij zegt dan ook op het eind: “Iedereen is welkom om bij mij op bezoek te komen. Mijn huis staat net als in Syrië open voor iedereen!”
Hij zwaait me na vanuit de deuropening en zoals hij daar dan staat, met die vriendelijke ogen, zie ik het opeens: hij past hier.