Toen ik in 1989 in Nijmegen kwam wonen en langs de Oude Waal fietste, was het ge-grut-to niet van de lucht. Ik was opgelucht, want in mijn eigen streek, Zuidoost-Twente, was hij toen al verdwenen.
In 1989 broedden er nog 182 paar grutto’s in de Ooijpolder, nu is hij helemaal verdwenen. We moeten zelfs richting Arnhem om hem weer tegen te komen als broedvogel in Waterrijk. Onze nationale vogel heeft het pijnlijk moeilijk.
De Koning van de Weide is een prachtige soort. Het mannetje heeft een lange oranjerode snavel, kop en hals en staat op hoge poten op de uitkijk, voortdurend alert op roofdieren. Zijn geroep vult het luchtruim in het voorjaar, met zijn onophoudelijk grut-to, grut-to kraaien wegjagend. Hij is onlosmakelijk verbonden met een heerlijk Hollands beeld: weiden met poldersloten, knotwilgen en bloeiende boterbloemen, onder weidse wolkenluchten.
Meer predatie in combinatie met vroeger in het voorjaar maaien zorgde voor de afname van de grutto. (In een strak gemaaide weide vinden roofdieren de gruttokuikens namelijk makkelijker dan in hoog gras.)
Steenmarter, vos, buizerd, havik, grote zilverreiger en ooievaar lusten allemaal op z’n tijd wel een grutto-ei of -kuiken. Al deze soorten kwamen in de jaren 70 helemaal nog niet voor in het belangrijkste gruttogebied van Nederland;: de westelijke helft van Friesland. Geen wonder dat de weidevogels er een gouden tijd doormaakten. Dat roept ook de vraag op: zijn er nu ongewoon weinig grutto’s of waren het er in de jaren 60 tot 80 ongewoon veel? Als we verder terugreizen in de tijd, naar de jaren 40 en 50, zien we namelijk dat het aantal gruttoparen weer afneemt…
In december 2022 gaf de provincie Friesland toestemming om maximaal 429 steenmarters te doden in weidevogelgebieden. Bovendien zijn er her en der plannen om heggen en houtwallen op te ruimen, zodat roofdieren geen kans hebben om ongezien dichterbij de weidevogels te sluipen. Maar daarmee zullen vogelsoorten van een afwisselend agrarisch landschap met geboomte, zoals grauwe vliegenvanger, geelgors en ringmus, ook afnemen.
De klassieke weidevogels grutto en kievit zijn opgevolgd door moderne weidevogels als grote zilverreiger, ooievaar en grauwe gans. De totale biodiversiteit en biomassa aan ‘vogels in de weide’ is al met al zelfs toegenomen sinds 1970! Ik houd veel van de grutto, maar ook van de steenmarter, de geelgors en de grote zilverreiger. Moraal van dit verhaal: soortbescherming is iets heel anders dan natuurbescherming. Bij natuurbescherming stel je gebieden veilig en geef je ruimte aan natuurlijk processen. Dan zijn er altijd soorten die het slechter zullen doen dan andere: een mooie oefening in loslaten voor de controlfreak die in de Nederlandse volksaard schuilt…