Voor de tweede keer was het tentenkamp van Heumensoord een noodopvanglocatie van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Vanaf september 2021 tot 1 februari van dit jaar. Er werden zo’n 1000 evacués uit Afghanistan opgevangen.
Door Simone Kiekebosch. Foto's Mohanad Ataya
Ze vonden heel veel steun bij wederom veel vrijwilligers die op de achtergrond enorme bergen werk verzetten om de mensen een beetje op gang te helpen in Nederland. Ik praat met twee van deze vrijwilligers, Liesbeth Sanderse en Felice de Lint. Ze waren allebei ook betrokken bij de vorige groep vluchtelingen in 2015.
Wat drijft je om je zo in te zetten voor deze evacués?
Felice: “Ik ben maatschappelijk betrokken en vind het heel fijn om iets te kunnen doen voor het leed van mensen. Die mensen worden hier in the middle of nowhere gedropt. Dat moet zo moeilijk voor ze zijn. Ze hebben hun hele leven in Afghanistan achter moeten laten. Ik besef vaak hoe goed wij het hebben, een dak boven ons hoofd, een gespreid bedje. Dat hou ik mijn zoon ook iedere keer voor. Wij zijn zo verwend en vinden alles zo vanzelfsprekend."
Liesbeth: “Ik ben in 1988 heel ziek geweest. Ik kreeg zoveel hulp van alle kanten. Ik had gelukkig een heel sociaal leven en voelde me echt als in een warm bad. Ik zat in de overlevingsstand, maar werd als het ware gedragen door de mensen om me heen. Ik weet dus hoe belangrijk het is om mensen om je heen te hebben in moeilijke tijden. En daarnaast zit het opvangen van vluchtelingen in mijn genen. Meegekregen van mijn oma die al in 1919 twee Hongaarse zusjes opving om na de Eerste Wereldoorlog aan te sterken. Een daarvan was in 1956 tijdens de Hongaarse opstand bij ons in huis.
Ik vind het ook fijn om met andere culturen om te gaan. De mensen komen uit andere landen, hebben andere gewoontes en een andere kijk op dingen. Inmiddels ben ik dat wel een beetje gewend en zie ik dat uiteindelijk iedereen hetzelfde is."
Was er een verschil met 2015?
Liesbeth: “Zeker. Een groot verschil was de bevolking. Deze keer allemaal uit Afghanistan én uitgenodigd, dus geen spanning over uitzetting. Veel families, rustiger, een homogenere groep. Ze zijn bescheiden, hoog opgeleid en het zijn geen klagers.
Nog een verschil was het feit dat het COA besloot dat er geen vrijwilligers binnen mochten komen. De bejegening van de mensen van het COA en de beveiliging was overigens wel veel prettiger dan in 2015. We hebben allemaal geleerd van de eerste keer.
Hoe gingen jullie te werk?
Liesbeth: “In 2015 zagen we hoe belangrijk contacten met Nederlanders waren. Met een stel mensen zwaaiden we eerst alle bussen in. Met tekeningen, welkomteksten en kushandjes. Dat was zo ontroerend. We hebben daar wel tien keer gestaan om in te zwaaien en soms gingen we pas om 1 uur ‘s nachts naar huis. Terwijl het om contacten van hoogstens twee minuten ging, want we stonden alleen buiten.
De tweede fase was contact en kennismaken en dat ging nu per affiches, via Vluchtelingenwerk, verder appverkeer onderling en emailcontact. Ik ben moderator bij de Facebookgroep van Yalla Foundation. Deze stichting houdt zich bezig met vluchtelingen en hun inburgering in Nederland. Via Yalla’s Facebookkanaal zochten we ook vooral contact."
Stille, nijvere bijen
Liesbeth vervolgt: “Vanuit Yalla zijn er donatieweekenden, klerenacties en fietsenacties georganiseerd, die via een groot netwerk door heel Nijmegen gingen. Er zijn echt heel veel stille, nijvere bijen in Nijmegen. Mensen die je niet hoort, maar die heel veel werk verzetten op de achtergrond. Zeker 400 (!) mensen, waarvan 80% vrouwen. Ondertussen werden er matches gemaakt voor mensen om ergens op de koffie te gaan of om te komen eten et cetera.
Na enige tijd vonden we een sleutelfiguur in het kamp, Mustafa Z. Hij was handig met IT en beheerde alle appgroepen in het kamp. Hij repareerde ook smartphones en laptops. Natuurlijk heel belangrijk voor mensen om in contact te komen met familie en vrienden die moesten achterblijven in Afghanistan. Dat blijft een grote zorg.
Iedere afdeling op Heumensoord had een vertegenwoordiger en de verdeling van de vele verzamelde fietsen ging via loting. Om de schijn van corruptie tegen te gaan, deden de vertegenwoordigers zelf niet mee bij de loting. We hadden zelfs twee fietsenmakers die meehielpen met reparaties. Toen ging iemand reparatiesetjes verzamelen, zodat de mensen zelf hun banden konden plakken."
Heel veel koffers
"Later kwam de kofferfase. Dat ging ook als een olievlek door Nijmegen. We kregen uit alle hoeken en gaten koffers en zelfs 100 Bigshoppers van een lokale ondernemer. Gelukkig kregen we ook veel steun van Dar al Yasmin die activiteiten organiseerden in Roomsch Leven. Daar konden we ook spullen stallen. Er was een dame die 250 kleine stoffen tasjes maakte voor de vrouwen in Heumensoord! Zij ging naar een aantal lokale winkeltjes en kreeg overal mooie kleine vrouwendingetjes, lipsticks, body lotions, make-up et cetera. Zij is weken bezig geweest om mooie zakjes te naaien.
Toen bekend werd dat iedereen slechts 20kg mocht meenemen naar een volgende plek, kwam er een hele logistiek van spullen op gang. Er kwamen truckers die spullen na gingen brengen, door heel Nederland. Veel vrijwilligers reden met eigen auto's door Nederland om spullen na te brengen en veel gangen stonden vol in Nijmegen. En Mustafa maakte mooie lijsten met wie er gingen en met hoeveel ze waren, hoeveel koffers ze meekregen. Hij labelde zelfs de koffers.”
Felice: "En bij Liesbeth stond een emergency set koffers, voor als mensen opeens moesten vertrekken. Het was een hele logistiek, er waren zeker zo’n 1300 koffers in omloop. En soms gaat het om kleine dingen: bijvoorbeeld een weegschaal brengen voor de koffers. Er werd gecommuniceerd via alle netwerken: Yalla FB, Nextdoor, Messenger, appgroepen en vriendinnennetwerken.”
Nazorg
Liesbeth: “Sommige Afghanen hebben nu een huis, dus hebben geen spullen. Via weer andere netwerken, bijvoorbeeld de Rotary, worden er dan weer pannen gebracht. Er is zo ontzettend veel achterlangs gebeurd, dat is bijna niet te beschrijven”, zegt Liesbeth. Maar dat maakt het ook zo geweldig: het samenwerken maakt het zo ontzettend waardevol.
Het kamp is nu afgebroken, maar het werk houdt niet op. Tot op de dag van vandaag worden er spullen nagebracht en we zijn nog steeds bezig met mensen in contact te brengen met andere mensen uit ons netwerk. Kijken of we ze verder kunnen helpen, met werk, solliciteren en wonen.
En wat voor jou een klein dingetje is, kan voor een ander van levensbelang zijn.”
www.yallafoundation.nl
www.dar-al-yasmin.nl
In 2015 hoorde ik al dat er veel engelen actief waren in Nijmegen. En ze zweven gelukkig nog steeds rond boven onze lieve stad.
Zullen zij weer een rol gaan spelen bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen op dit moment? Wat dacht je!