Bij de ingang van de Coop sprak een jongen van een jaar of tien mij aan: “Heeft u wat geld voor de bij?” Hij liet een gekreukte A4 zien, met daarop Maja de Bij getekend en ingekleurd en drie handtekeningen. Ik was ontroerd door deze betrokkenheid bij de mij zo geliefde natuur. “Ja, want de boeren maken ze dood, met gif! En dan hebben wij straks honger!” Hij zei het met een zekere felheid in zijn stem. Gelukkig heb ik nooit muntgeld op zak en kon ik heel hypocriet zeggen: “Succes met je actie”, met een enthousiaste duim omhoog. Verward thuisgekomen besloot ik toch even het dossier honingbij door te vlooien.
De jongen kwam mogelijk in actie door een item van het Jeugdjournaal over de ongewoon hoge wintersterfte in 2022/2023. Wie de grafiek bekijkt, ziet dat er sterke fluctuaties in wintersterfte zijn, maar zeker geen neergaande trend. Tussen 2010 en 2013 nam het aantal bijenvolken in Nederland wel af met zo’n 20%, vooral door het oprukken van varroamijt, die ziekteverwekkende bacteriën op de honingbij overbrengt. Sindsdien is de honingbij geregeld nieuws. In 2013 plaatste het gemeentebestuur van Nijmegen trots vier bijenkasten op het dak. Het imkeren werd populairder en het aantal bijenvolken steeg, ook omdat varroamijt werd teruggedrongen. En ook wereldwijd neemt het aantal bijenvolken gestaag toe - nu ongeveer 70 miljoen. Voor de goede orde: de honingbij is een productiebij, gekweekt door kruising van verschillende rassen voor een optimale honingopbrengst. Ook al zou de honingbij uitsterven tot de allerlaatste werkster, dan nog zou dat geen probleem opleveren voor de voedselvoorziening. Want er zijn veel meer bestuivers: honderden soorten wilde bijen, vlinders, wantsen, zweefvliegen, wespen, kevers en zelfs slakken.
Uit recent onderzoek blijkt dat de gekweekte honingbijen concurrentie opleveren voor wilde bijensoorten zoals hommels. En dat terwijl hommels veel betere bestuivers zijn: dankzij hun dikte en vacht zijn ze langer in het seizoen actief, langer op een dag en via hun beharing nemen ze meer stuifmeel mee. Insecten-kenniscentrum EIS concludeert dat Amsterdam minstens zes bijenvolken per vierkante kilometer telt, terwijl zij maximaal drie bijenvolken per vierkante kilometer adviseren. Tot slot nog even over dat gif van de boeren. De Europese Commissie verbood tussen 2013 en 2018 de drie belangrijkste mogelijke bijdragers aan bijensterfte: de zogeheten neonicotinoïden imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam - op basis van het voorzorgsprincipe.