In de 19e eeuw werd in Nederland vooral gestookt op hout en turf.
In het begin van de 20e eeuw kwam daar steenkool bij.
Voor verlichting en vanwege eenvoudiger transport werd steenkool omgezet in stadsgas.
Halverwege de jaren 20 werd huisbrandolie geïntroduceerd als verwarmingsbrandstof.
In de eerste energietransitie in Nederland eind jaren 40 werd afscheid genomen van houtkachels en stoken met turf.
Met het sluiten van de mijnen in de jaren 60 werd Nederland en masse van de steenkool en het daarmee verbonden stadsgas gehaald. Ze werden vervangen door aardgas: de tweede energietransitie.
Het duurde nog tot de jaren 80 totdat ook alle oliestookinstallaties in huizen werden vervangen door aardgas: derde energietransitie. Het duurde nog jaren tot alle ingegraven olietanks met hun milieuvervuilende effekten via de operatie 'tankslag' waren gesaneerd.
In ruim 40 jaar tijd was in Nederland de verwarming van huizen getransformeerd van de meest vervuilende fossiele brandstof (hout) naar de minstvervuilende fossiele brandstof (aardgas).
Het is goed je te realiseren dat Nederland al een halve eeuw geleden een energietransitie had, die in de meeste landen in de wereld op dit moment nog maar in de kinderschoenen staat.
In Duitsland vindt nog massal bruinkoolwinning plaats voor de produktie van elektriciteit (40% van de Duitse elektriciteit). De CO2 uitstoot daarvan is vergelijkbaar met het stoken van turf.
Wie voorbij Wyler fietst ziet, dat overal op het platteland, maar ook in de dorpen gigantische hoeveelheden hout worden verzameld om 's winters in de Tichelofen te verdwijnen.
In Duitsland heeft de regering tot 2019 het openhouden van steenkoolmijnen gesubsidieerd. De laatste kolenmijn is in 2018 gesloten; niet vanwege het milieu, maar vanwege de kosten: Chinese steenkool is veel goedkoper en kost dan ook meer levens.
Toch hebben alle oud-mijnwerkers in het Ruhrgebied (ons buur 'Bundesland' NoordRijnland Westfalen) in hun arbeidsovereenkomst staan dat zij tot aan hun dood jaarlijks voor ca. 60 Euro zoveel steenkool geleverd krijgen als zij nodig hebben om de winter door te komen. Dat geldt niet voor een tiental kompels maar dat zijn er ruim 900.000. Die stoken in Essen, Duisburg en Düsseldorf iedere winter hun huizen warm met uit China geïmporteerde kolen (en hoeveel CO2 kost dat transport ?). In Essen is er zelfs nog straatverlichting op steenkoolgas.
Waar in Nederland het begrip 'huisbrandolie' al in het vergeetwoordenboek staat is het in Duitsland ieder najaar een hot topic (volg de Tagesschau van de WDR) wat de prijs van de huisbrandolie is, net zoals in België de 'mazout'.
Bij onze zuider- en oosterburen ontbreekt zo'n jaloersmakend fijnmazig distributiesysteem als dat voor aardgas in Nederland.
Duitsland is nu via 'Nordstream' aan het proberen het voorbeeld van Nederland te volgen: een energietransitie van hout, bruinkool, steenkool en olie naar het veel minder vervuilende aardgas. In termen van energietransitie loopt Duitsland nl. 50 jaar achter op Nederland.
Als Nederland een energietransitie wil realiseren zal ze de kerosine van de luchtvaart, de zware stookolie van de scheepvaart (ook de binnenvaart op de Waal), de steenkool in elektriciteitscentrales, de houtbijstook van elektriciteitscentrales, de vuilverbranding voor warmte of elektriciteit, de diesel van vrachtwagens, bussen en treinen, en de benzine van auto's moeten vervangen door de minst-schadelijke fossiele brandstoffen: aardgas en LPG.
Daar valt in Nederland echte CO2 winst te behalen.