In de Wijkkrant van februari stond nog een artikel over hem (zie hieronder), en vandaag werd bekend dat Dries van Agt, op 93-jarige leeftijd, afgelopen maandag is overleden, volgens de berichten samen, hand in hand, met zijn vrouw Eugenie.
'Het verleden verhaalt' - Opmerkelijke Oosterlingen, een geschiedenisrubriek over Nijmegen-Oost door Kor Goutbeek, deel 7
Kleurrijke premier uit Oost
Ik liep ‘s avonds mijn gebruikelijke rondje door het Rode Dorp en omgeving. Op de Ubbergseveldweg liep hij me tegemoet. Een fragiele man met witte, zorgvuldig gekamde haren, gehuld in een lange regenjas en gesteund door een stok. Ik passeerde hem op een decimeter, maar kwam niet verder dan ‘goedenavond’. Hij knikte vriendelijk terug, zijn pretoogjes stonden nog helder voor een 90-jarige. Ik had hem 101 vragen kunnen stellen over alle morele dilemma’s en harde keuzes waar hij ooit voor stond als minister en premier, maar ik was starstruck.
Maar liefst zes van onze vijftien naoorlogse premiers hebben een relatie met Nijmegen; vier daarvan door een studie rechten aan de Katholieke Universiteit: Cals, Beel, Marijnen en Van Agt. Van Agt (1931) werd als student uit Geldrop in 1949 al verliefd op onze stad en woonde hier zes jaar als student, drie jaar als hoogleraar en elf jaar als minister en premier (Heilig Landstichting) en de laatste dertig jaar permanent in Oost.
Hij kan getypeerd worden als een geestige, charmante, breedsprakige en laconieke bourgondiër, die zijn handen vaak vouwt tijdens een gesprek en het beroep van premier nogal relativeert. Van Agt viel op door zijn zorgvuldig geformuleerde volzinnen doorspekt met archaïsche uitdrukkingen als"mijn waarde" of "sapristi".
Hij riep als minister en premier regelmatig weerstand op, onder andere omdat hij drie oorlogsmisdadigers wilde vrijlaten, een abortuskliniek wilde sluiten, Molukse treinkapers liet doodschieten, grote bezuinigingen doorvoerde en Amerikaanse kernraketten wilde plaatsen op Nederlands grondgebied. Op al deze kritiek reageerde hij met een milde glimlach: “Ik werk gewoon door. Maar met mate, natuurlijk”. Na zijn Haagse tijd werd hij Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, EU-ambassadeur in Tokio en Washington. Van Agt was door-en-door katholiek. In 2012 houdt hij tegen priester Antoine Bodar nog een vurig pleidooi voor de terugkeer naar de traditionele liturgie.
Zijn passie voor wielrennen ging zo ver dat fietsmuseum Velorama een hele expositie kon wijden aan alle spullen die Van Agt op dat gebied verzameld had. Hij stond op de Champs-Élysées naast Joop Zoetemelk bij diens Touroverwinning in 1980. In 2017 verscheen in deze Wijkkrant een groot interview met hem, opgetekend door Karin Veldkamp, waarin hij vertelt dat hij de racefiets een half jaar eerder aan de kant zette. Dit betekent dat hij er tot zijn 86e nog op zat!
Hij stond als minister in het kabinet-Den Uyl vierkant achter Israël tijdens de Jom Kipoer-oorlog en de daaropvolgende oliecrisis. Maar zijn opvattingen veranderden zo’n 25 jaar geleden. “Het keerpunt was een lunch op de Bethlehem University, waar men vertelde over de erbarmelijke omstandigheden waaronder les gegeven moest worden. Ik besefte voor het eerst: dit land zit onder de knoet en dat is al dertig jaar lang zo. Het was een schok dat ik dat nooit eerder had begrepen.” In 2005 leidt Van Agt een Europese delegatie bij een onderzoek in de Palestijnse gebieden. In 2009 verschijnt zijn boek ‘Een schreeuw om recht, de tragedie van het Palestijnse volk’. In 2019 voorziet Van Agt een humanitaire ramp als de impasse niet wordt doorbroken en de staat Israël niet aan het internationaal recht wordt gehouden. In 2021 zegde hij zelfs het lidmaatschap op van zijn geliefde CDA, vanwege de Palestijnse kwestie.
Fotografie: Marc van Kempen