Ik ben nergens gelukkiger dan in mijn tuin. Een ruime tuin vol leven in het Rode dorp. Er is bijna elke dag wel weer wat nieuws te ontdekken - soms zelfs soorten waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Misschien wil je het ook proberen? Minder onderhoud van je tuin levert meer bijen, vlinders en vogels. Nieuwsgierig? Kijk op steenbreek.nl/tuintips.
Tekst & fotografie: Kor Goutbeek
Juni is de maand van de langste dag. Op 21 juni hebben we ruim 16 uur daglicht, meer dan het dubbele van 21 december, de kortste dag. Op die langste dag wordt de zonnewende in Noord-Europa uitgebreid gevierd als tegenhanger van Jul, het feest van de kortste dag, oftewel kerst.
Ik schreef vorige maand dat mei mijn favoriete maand is, dus dat kan juni dan moeilijk meer zijn. Wel heeft juni ex equo met mei het hoogste gemiddelde aantal zonuren: 6,8 uur per dag.
Juni is de maand van de maximale bloei in mijn tuin: bijna 50 soorten, tegen ruim 40 in mei. Op dit moment bloeien al witte margrieten, gele boterbloemen, rode klaprozen, blauwe korenbloemen en paarse ossentongen in mijn tuin. Dankzij alle bloei zijn de bloembezoekers opvallend actief deze maand. Niet alleen bijen zijn bestuivers, ook vlinders, zweefvliegen, kevers, wantsen, muggen, wespen, nachtvlinders en zelfs slakken verspreiden stuifmeel.
Ze worden aangetrokken door nectar en stuifmeel. Nectar is voor 80% suiker en daar wordt honing van gemaakt. Nectar wordt alleen door planten aangemaakt om insecten te verleiden om in de bloem te komen en zo en passant stuifmeel mee te nemen. Maar veel bijensoorten verzamelen die stuifmeel ook als voeding voor hun larven, omdat ze rijker aan voedingsstoffen zijn dan nectar: stuifmeel bestaat voor 30% uit eiwit, 20% uit vet, 30% uit koolhydraten en uit veel vitaminen en mineralen. (Helaas zorgt stuifmeel ook voor vervelende hooikoortsklachten, vooral de pollen van grassen en berken.) Sommige insectensoorten zijn gespecialiseerd op een bepaalde plantensoort, zoals hun namen verraden: de heggenrankbij, paardenbloemzandbij, gentiaanblauwtje en rozenkever,
Hommels zijn veruit de belangrijkste bestuivers. Met hun grote lijf en lange haren kunnen ze veel stuifmeelkorrels transporteren. Ze kunnen door hun vacht en grootte beter tegen koude dan de andere bestuivers, dus zijn ze al vroeg op de dag tot zonsondergang actief en van februari tot in november. Ze zijn ook ijverig: een akkerhommel bezoekt wel twaalf bloemen per minuut. Ook bij regen en wind zijn hommels soms nog actief, terwijl andere insecten zich schuilhouden. Bovendien zijn hommels zeer algemeen: op een willekeurig moment in juni kunnen wel eens meer dan honderd hommels actief zijn in de tuin. Kijk eens goed rond in je tuin: je leert geleidelijk aard-, akker-, steen- en tuinhommel onderscheiden!
Tip:
Zaai verschillende soorten inheemse bloemen, bijvoorbeeld langs je gazon, om zo bestuivende insecten aan te trekken.