Een van mijn dochters is met haar partner aan een grote verbouwing begonnen. Ik schiet prompt in de rol van bezorgde ouder en druk ze op het hart het deskundig en met professionals aan te pakken. In gedachten zie ik al muren instorten, gewonden vallen en een huilende dochter bij me op de stoep staan. Moeders, laat het los, denk ik als ik 's nachts in bed lig. Je dochter is volwassen en een verstandig mens geworden. Dankzij je eigen opvoeding. Vertrouw daar op.
Bij mijn vriend tegenover woont een stel dat een parkeerplaats aan de straat voor zichzelf inneemt. De plek, die voor iedereen is bedoeld, blokkeren ze bij hun afwezigheid door de groenbak er midden op te zetten. Ook hebben ze een stukje van het gemeenteplantsoen weggeknipt om er wat extra stoeptegels te leggen. Handig voor het in en uitladen van de honden. Ik heb een oordeel over die mensen. Ja, het kan niet anders dan dat ze gruwelijk asociaal zijn.
Loes, waarom vertel je ons dit allemaal?
Wel, er zit een overeenkomst in die zaken. In beide gevallen bombardeer ik anderen met mijn perspectief op de situatie. Ik projecteer mijn eigen angst en oordeel op ze. Alsof ik het allemaal beter weet.
Want hallo! Misschien heeft die dochter zich met haar vriend al helemaal verdiept en laten informeren over de mogelijkheden. Hebben ze plannen uitgewerkt, offertes opgevraagd, een kostenraming en een planning gemaakt. En hé, die overburen van je vriend zijn misschien al heel lang met de gemeente in conclaaf over een invalidenparkeerplaats voor de deur, maar vallen ze om een of andere reden nét buiten de regeltjes en hebben ze schoorvoetend dan maar hun eigen plekje geregeld, zodat hij tenminste nog de deur uit kan, want anders wordt hij helemaal gek tussen die vier muren van hun kleine huisje. Kan toch?
Ik hoop dat, met de jaren, ook mijn vermogen groeit om van perspectief te veranderen. En dat anderen dat ook doen. Zou een mooie wereld kunnen worden. Toch?