Van Rosendael verkocht niet alleen maar wondermiddelen, in zijn Bazar verkocht hij alles wat maar te verkopen was:
De Ondergeteekende heeft de eer zijnen geachten Begunstigers te berigten, dat zijn Magazijn weder ruim voorzien is van alle nieuwe en smaakvolle artikelen, bestaande in PENDULES van af fl. 16, LAMPEN van af fl. 1,40, KANDELAARS per paar, BRITTANIA-METAAL, ELECTRO-MAGNETISCH-ZILVER, THEE-EN KOFFIJ-SERVIEZEN, DEJEUNE'S, TAFEL-SERVIEZEN, PRONVAZEN, KANDELABRES, OMBRE-EN WHISTDOZEN, SPEELKAARTEN, BOUGIES, PORTE-MONNAIES, SIGAREN-KOKERS, SIGARENPIJPJES, GLAS-KRISTAL-EN AARDEWERK, en verder wat tot het vak van Galanterien behoort. Alles tot de minst mogelijke prijzen. B. VAN ROSENDAEL Kannemarkt, Letter D, No. 23 NB. Ook nog ontvangen eene groote partij Nieuwe Modellen van HEEREN- en DAMES-OVERSCHOENEN, dito GEZONDHEIDS-PANTOFFELS
Zijn Magazijn liep zo goed dat hij op 02-10-1858 in de PGNC ( Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant ) meldde dat hij zijn zaak had vergroot.
Zie afb. 1
Behalve door advertenties liet B.H.F. geen mogelijkheid voorbij gaan om zijn bekendheid te vergroten. Voordat in 1891 de eerste Koninginnedag ter ere van koningin Wilhelmina werd gevierd, bestond in ons land al een ander nationaal volksfeest namelijk de viering van de Nederlandse onafhankelijkheid. ( In november 1813 verlieten de Franse troepen Nederland en werd het Koninkrijk der Nederlanden opgericht met Willem 1 als koning ). Ook in Nijmegen werd in 1863 ter gelegenheid van de “ vijftigjarige gedenkdag van de Nederlandsche onafhankelijkheid .” alles uit de kast getrokken om de middenstand ‘op de kaart te zetten’. Van Rosendael deed zijn best om op te vallen tijdens die feestelijkheden. In de PGNC werd getrouw verslag gedaan en de verslaggever legt en passant de Nederlandse volksaard vast zoals blijkt uit de laatste twee zinnen:
" ....Oranje en keurig versierd en geïllumineerd. De winkel van den heer Rozendael, op de Kannenmarkt was verblindend schoon verlicht (.......) Kortom de illuminatie getuigde ook van de goede geest onzer bevolking. Maar vooral was die blijkbaar in de orde welke overal heerschte. "
PGNC 18-11-1863
Je bent ondernemer of niet, moet B.H.F op zeker moment gedacht hebben want hij besluit met zijn gezin te verhuizen van de Kannemarkt naar de Burgstraat wijk A nummer 27 (bevolkingsregister van 1860 ) . Dat blijkt zijn tweede vestiging te worden:
GEBROEDERS DOBBELMANN Fabriekanten van toilet-,harde- en zachte zeep (.....) Hebben de eer te berigten dat zij hunne VERBETERDE TOILET-ZEEP verkrijgbaar hebben gesteld bij de Heeren Gebrs. Swemmelaar, Burgstraat C. No. 461, en B. Van Roosendael, Burgstraat A. No. 27 en Kannemarkt, D No. 23 (.......)
Het gezin woont dus boven de winkel; in het bevolkingsregister van 1870 is aan het adres wijk A nr. 27 het getal 39 toegevoegd. Twee vestigingen runnen bleek toch niet de beste optie: op 18-07- 1869 maakte hij de “Laatste opruiming van glas, bloemvazen en galanterien” op de Kannemarkt bekend en vanaf dat moment is zijn magazijn alleen gevestigd in de Burgstraat 39 waarvan de spelling in 1885 in Burchtstraat is veranderd. Op 25-11-1890 echter kunnen we A. van Tuyll’s likdoorntinctuur halen bij de firma B. van Rosendael in de Lange Burchtstraat 22.
Bij Rob Essers vind ik de verklaring voor deze verschillende nummering: “Tot 1880 waren de huizen per wijk genummerd. Voor het huisnummer stond de wijkletter. De niet-vastgestelde straatnamen waren voor het adres niet van belang. In het kader van de zesde tienjarige volkstelling op 31 december 1879 werden de huizen in de stad (binnenwijken) per straat genummerd. Dit was nog niet het huidige systeem van nummering met de oneven nummers links en de even nummers rechts. Dat is pas bij zevende tienjarige volkstelling op 31 december 1889 ingevoerd.
In de periode 1880-1890 is sprake van een doorlopende straatgebonden huisnummering waarbij het hoogste en het laagste huisnummer tegenover elkaar lagen. De nummering aan de noordzijde van de Lange Burchtstraat liep in oostelijke richting. De nummering aan de zuidzijde liep in tegenovergestelde richting Het hoogste nummer werd in 1890 het laagste even nummer. Dat betekent voor de bovengenoemde adressen het volgende:1860 Wijk A nr. 27 = 1880 Lange Burgstraat 39 = 1890 Lange Burchtstraat 22.”
Overigens had Van Rosendael in 1880 waarschijnlijk genoeg van de stad en is de familie verhuisd naar Berg en Dalscheweg 394; zijn beroep ‘koopman’ is in het bevolkingsregister doorgestreept.
Kennelijk heeft Van Rosendael het pand op een gegeven moment gekocht want hij gaat met zijn vastgoed aan de slag. In het archief van notaris Halberstadt vind ik een akte van 01-11-1880 waarin hij niet alleen borg staat voor 10000 gulden ten behoeve van zijn zoon Carel en zijn schoonzoon J. Bielen maar ook zelf 15000 leent van bankier H. P. van Alphen.
Onderpand voor deze lening zijn twee huizen met erf en een erf met schuur in de Lange Burgstraat. Het eerste huis is sectie C nr. 307 groot 92 ca. Het tweede huis is sectie C nr. 608 groot 2 are en 90 ca ( 290 m2 ). Het erf met schuur is sectie C nr. 609 groot 11 ca. In de akte wordt verder beschreven dat nr 608 en 609 in 1867 door veiling in zijn bezit zijn gekomen evenals sectie C nr. 307. Het pand was al een maand eerder ook onderpand voor een transactie, dan leent Van Rosendael 8000 gulden van J.W. Maurits. Hetzelfde huis dient in 1888 als onderpand voor weer een lening van 8000 gulden nu geleend van Anna Maria van Wijk, weduwe en rentenierster ( archief notaris Hekking ).
Hoe zat het destijds met die indeling in percelen?
Zie afb. 2
Op dit fragment van het minuutplan Nijmegen, Gelderland, sectie C, blad 01 (MIN05123C01)uit 1822 is de indeling in percelen terug te vinden. De percelen 608 en 609 liggen bijna tegenover Het Stockumstraatje dus ten zuiden van De Lange Burgstraat. In de oorspronkelijke aanwijzende tafel sectie c blad 037 vind ik de eigenaar van die percelen: Jacobus Carel Kruger, beroep apotheker en drogist die al in 1812 eigenaar was. Nummer 608 is een huis met erf groot 289 vierkante el en nummer 609 een schuur groot 11 vierkante el. 1 vierkante el is 1m2. Blad 019 vermeldt ( doorgestreept ) dat op perceel 307 Hendrik Reugers woonde met als beroep winkelier, de grootte was 92 vierkante el.
In 1832 woonde op perceel 608 nog steeds Jacobus Carel Kruger, perceel 609 is in 1832 bij 608 getrokken. ( RAN Historische Atlas ). Op perceel 307 woonde toen toch Hendrik Reugers, winkelier. Kennelijk waren het beide winkelpanden. De groottes van de percelen 307, 608 en 609 in 1822 en 1832 komen overeen met de in de verkoopcontracten aangegeven groottes, het gaat dus steeds om dezelfde percelen. De Lange Burchtstraat 22 beslaat de percelen 608 en 609.
Toen Van Rosendael in 1884 door een ongeluk werd getroffen, welk heb ik niet kunnen achterhalen, had het gezin al veel verdriet doorstaan. Van de 13 kinderen die het echtpaar kreeg, overleden er in de periode tot 1884 zeven waarvan twee al bij de geboorte.
"De ondergeteekende, niet in de gelegenheid zijnde persoonlijk aan allen zijn dank te betuigen voor de menigvuldige blijken van belangstelling, ondervonden tijdens het ongeluk hem overkomen, betuigt met dezen zijn welmeenende dank. B. VAN ROSENDAEL. "
PGNC 27-04-1884
Waarschijnlijk leidde dat ongeluk ertoe dat B. (H.F.) van Rosendael zijn zaak overdraagt aan zijn broer C. A. J. van Rosendael ook wel aangeduid als senior om hem te onderscheiden van de zoon van B.H.F. C. A. J. werd op 30-06-1836 geboren in Utrecht en in 1880 werd hij in Nijmegen ingeschreven in het bevolkingsregister.
"Finale Uitverkoop tegen spotprijzen" zo kondigde Van Rosendael op 22-03-1885 in de PGNC de overname van zijn Luxe Magazijn aan. Hij vermeldt dan alleen dat hij een opvolger heeft maar nog niet wie dat is. Op 17-05-85 blijkt die opvolger broer Carel te zijn:
Zie afb. 3
Vanaf mei 1885 wordt de naam van de firma “ Bazar, Groot Magazijn van Huishoudelijke en Luxe-Artikelen Carel A. J. van Rosendael Firma B. van Rosendael.” Merkwaardig genoeg blijkt vanaf een advertentie op 25-11-1888 de firmanaam weer B. van Rosendael te zijn. Vermoedelijk wekte de naam B. van Rosendael meer vertrouwen bij de klanten. Op 31-10-1889, verkocht Van Rosendael het huis aan de Lange Burchtstraat sectie C nr. 608 en het erf met schuur sectie C nr. 609 voor 20000 gulden aan zijn broer. ( archief notaris Hekking )
wordt vervolgd