Sinds kort is hij officieel met pensioen. Officieus legde hij tweeënhalf jaar geleden, na bijna veertig jaar in dienst bij De Gelderlander, zijn functie van journalist al neer. Maar stoppen met zijn passie? Nee... dat is niet besteed aan Rob Jaspers. Ik zocht hem op in zijn huis in Oost.
Tekst: Karin Veldkamp, fotografie: Hans Hendriks
Op zijn achttiende verruilde hij Maastricht aan de Maas voor Havana aan de Waal vanwege zijn studie geografie. Afronden kwam er niet van, want kort voor het eind kreeg hij een baan als aardrijkskundeleraar aangeboden en die kans greep hij aan. Plannen om de studie weer op te pakken, werden niet omgezet in daden, want na een jaar onderwijs kwam hij terecht bij het Brabants Dagblad dat hij, weer een jaar later, verruilde voor De Gelderlander.
“Ik heb het vak in de praktijk geleerd”, start Rob zijn verhaal. En vertellen kan hij: "Ik begon in de regio en toen ik eind jaren tachtig verslaggever in Nijmegen werd, nam ik de tijd om de stad te leren kennen door veel rond te lopen en met mensen te praten; ik wilde graag weten hoe de inwoners hun stad zagen. Na tien jaar werd ik pas politiek verslaggever en later ook een tijdlang chef van de stadsredactie. Maar ik ben altijd blijven schrijven. Ik ging elke dag op pad voor een verhaal. Toen er eind jaren negentig plannen kwamen om aan de overkant van de Waal te bouwen, ben ik tientallen keren op de fiets gestapt om te ervaren waar we het over hadden, want in die tijd hoorde Lent er niet bij. Niemand uit Nijmegen kwam daar! De stadseditie van de krant schreef niet eens over Lent, dat hoorde bij de editie van de Betuwe.”
Verzet leidt tot creatieve ideeën
Sinds jaar en dag organiseert Rob ook het Nieuwscafé in de stad, al gooit corona nu roet in het eten. “Ik vind het van belang dat mensen meedenken over de toekomst van hun stad. Voor mij begon dat verhaal bij de Waal. Ik vroeg me af: Hoe maak je van een probleem toch een kans? De overstroming in 1995 was de start voor de nevengeul. Dat stuitte in het begin op verzet bij veel mensen maar het leidde ook tot creatieve ideeën. Dus geef mensen de ruimte om mee te denken.”
De ontwikkeling van Nijmegen richting 2040 en de daaraan gekoppelde inbreng van de inwoners, is een onderwerp dat Rob nog steeds bezighoudt. “Ik denk zelf graag mee en wil anderen stimuleren dat ook te doen. Langs de Waal en aan de overkant daarvan komen in de toekomst nog veel woningen, maar ook het gebied langs het Maas-Waalkanaal biedt genoeg mogelijkheden voor bebouwing en verbinding. Ik wilde boottochten over het kanaal organiseren, want als je wil begrijpen hoe een plek eruit ziet, welke mogelijkheden het heeft, moet je mensen meenemen. Zelf ben ik er wel tien of vijftien keer naar toe gefietst. Wat ik zag, is dat zowel Dukenburg als Hatert met de rug naar het kanaal liggen. Het gebied kan echter veel toegankelijker gemaakt worden door loop- en fietsbruggen aan te leggen, zodat je de kwaliteit van het gebied veel beter ervaart en ziet dat het eigenlijk best dicht bij het stadscentrum is. Dukenburg heeft echt mogelijkheden. De huizen zijn ruim, grote tuinen, de wijk is heel groen en grenst aan de Hatertse Vennen. En ja, mensen klagen nu over het geluid van de A73, maar als er straks vooral elektrisch wordt gereden, is dat niet meer het geval.”
Rob ziet duidelijk voldoende kansen voor het gebied aan de andere kant van het kanaal en verwacht ook wel dat er ergens een momentum van omslag bij mensen komt. "Zeker nu de elektrische fiets en het thuiswerken in opkomst zijn. Want als je met z'n tweeën thuis werkt, heb je ook ruimte nodig. Mijn motto is dan ook: Kijk anders, wat nu een hindernis is, kan straks een plus zijn. Kijk maar naar de vertraging van de bouw bij de Waalsprong, waardoor mensen anders gingen kijken. De eerste bewoners begonnen de waarde te zien van dingen die ze eerst niet zagen". Rob doelt daarmee op de boomgaarden uit het oorspronkelijke landschap die her en der nog te vinden zijn en welke uiteindelijk behouden zijn en nu zelfs als een plus in de bouwplannen opduiken.
Hoop in plaats van pijn
Journalistiek, aardrijkskunde of geschiedenis. Zijn interesseveld is breed, want begon het ooit met geografie, nu lijkt hij meer een historicus die kansen ziet om verleden en toekomst te koppelen. Zijn project over 75 jaar bevrijding was waarschijnlijk zijn grootste. Op 21 februari 2019 deden maar liefst zeventig koren, een dweilorkest en tientallen vertellers mee aan de herdenking van het bombardement. “Ik koos bewust voor de avond vóór het bombardement omdat de slachtoffers op die avond in 1944 nog dromen hadden. Ik wilde hoop creëren, niet de pijn.”
Daarnaast dook hij in de geschiedenis van de Mariënboom en Villandry, om te ontdekken dat mensen uit alle windstreken daar al in een ver verleden waren neergestreken. Hij gebruikt het graag voor zijn columns die hij nog wekelijks schrijft voor De Gelderlander. En hij is erg benieuwd of er verbanden zijn tussen de huidige vluchtelingen en de Turken en Syriërs die op de grafvelden uit de Romeinse tijd in West liggen. “Daar is helemaal niks over bekend. Wie weet wat een bijzondere verrassing DNA-onderzoek oplevert.”
Rob plaatst met enige regelmaat artikelen op nijmegen-oost.nl; hij is duidelijk nog niet uitgewerkt!