Nederland staat internationaal bekend om het zeer goede drinkwater. Je hoeft in ons land geen flesjes water te kopen en je kunt gerust water drinken tijdens het douchen, ons drinkwater is veilig en lekker. Behalve voor drinken en koken, gebruiken wij dat perfecte drinkwater om te wassen, spoelen en poetsen, dat vinden we de normaalste zaak van de wereld. We zetten de kraan open en het stroomt er schoon en helder uit.
Tekst: Wilmy Smeets, fotografie: Bert Hendrix
Ooit was dat anders, nog niet eens zo heel lang geleden. Begin vorige eeuw hadden de mensen geen waterleiding, ze haalden water uit grondwaterputten en regenwaterspaarbekkens, aangedreven door pompen in waterpompstations. Water moest worden gehaald of werd met karren aan huis bezorgd. Mensen hadden vaak een eigen regenput voor opslag van water. Er waren in Berg en Dal weinig welputten, water dat vanaf een ondoordringbare kleilaag omhoog komt tot aan de oppervlakte. Inwoners van Berg en Dal moesten naar de Meerwijk of naar Beek voor hun drinkwater, berg af en dan weer berg op. In 1897 is er een openbare welput voor de inwoners van het dorp gekomen, zodoende hoefden ze niet meer naar Beek.
In droge tijden kon er watertekort ontstaan en dus een tekort aan drinkwater. Zo ook in 1924 in Berg en Dal. Dat kon zo niet langer, vonden bestuurders. In 1925 werden plannen gemaakt voor een groepswaterleiding. Toen is de stichting ‘de waterleiding Berg en Dal’ opgericht en is de watertoren gebouwd. De achthoekige watertoren in expressionistische bouwstijl kwam te staan op de heidevelden achter café 'Hamer` (nu villa Hamer) en heeft een hoogte van 26,6 meter. Het is de hoogstgelegen watertoren van het land. De ingebruikstelling in 1929 was een heuglijk feit voor de hele omgeving, vooral voor Berg en Dal. Muziekgezelschap 'Edelweisz` (toen nog Harmonie) vierde de opening met een muzikale wandeling door het dorp.
In die tijd stond de toren fier op de vlakte van de Hamerse Hei, van heinde en verre te zien. Inmiddels staat de toren ingebouwd en wat verscholen, zeker als de bomen in het blad staan. Daar waar de meeste watertorens leeg zijn en vaak worden gesloopt is het bijzonder dat deze toren nog steeds dienst doet, er zijn nog slechts een tiental werkende watertorens in Nederland. Het water werd en wordt nog steeds betrokken van de gemeente Nijmegen uit de drinkwaterreservoirs op de Kwakkenberg, dat gevoed wordt door het water van de Berg en Dalse stuwwal. Dat water is zeer zacht, dat komt volgens de heer Loman van Vitens doordat het jarenlang, soms tot wel 30 jaar, is gezuiverd in de ondergrond. Het heeft slechts een lichte bewerking nodig om te voldoen aan de strenge eisen voor ons drinkwater. Uit een landelijk drinkwateronderzoek blijkt dat het lekkerste drinkwater uit Berg en Dal komt. Dus de hoogstgelegen watertoren van het land heeft ook nog eens het beste drinkwater van het land! Toch leuk om eens bij stil te staan als je weer de kraan open draait.
Tot zover wat feiten. Ik ben in gesprek over de toren met Ton Strijbosch, geboren en getogen inwoner van Berg en Dal. Ton heeft zijn werkzame leven bij ‘het spoor’ doorgebracht, 15 jaar in Nijmegen, 25 jaar in Arnhem. In Nijmegen ging hij in het pauze-uur regelmatig de stad in, op maandag naar de ‘luizenmert’ bij de Stevenskerk. Een collega verzamelde oude ansichten en hij trof er ook wat leuke kaarten aan van Berg en Dal. Dat wakkerde zijn nieuwsgierigheid aan naar de herkomst en geschiedenis achter de afbeeldingen en hij ging informatie en ansichtkaarten verzamelen. Samen met Geert Fleuren richtte hij in 1988 de Stichting Heemkunde Berg en Dal op. De stichting brengt foto’s en documenten samen en is steeds op zoek naar nieuw materiaal. Dat vinden zij op beurzen en markten, krijgen ze van donateurs en particulieren. Als ik hem zo beluister, is hij een soort archeoloog van informatie: hij graaft in archieven en pluist dingen uit die hij ziet, bijvoorbeeld op kaarten. Ton vertelt: “als ik op een kaart of een plattegrond een onbekende veldnaam zie – ook wel een toponiem genoemd – ga ik zoeken en navragen. Ik haal veel lol uit het verzamelen en checken van die informatie. Het is een leuke puzzel, iedere keer als ik wat informatie vind, wordt er weer iets duidelijk” zegt hij. Drie keer per jaar geeft de stichting een periodiek uit en soms zijn er exposities van foto’s. Ook geven ze rondleidingen door Berg en Dal en beheren ze een site over het erfgoed van Berg en Dal. Ton heeft enorm veel kennis over de omgeving, zo weet ik uit eigen ervaring, zo ook over de watertoren.
Hij vertelt verder: “Vroeger had je café de Watertoren van familie Van den Bogaard aan het begin van de Watertorenweg. Het pomphuisje aan de Margrietlaan was een opjaagstation, een schakel tussen de Kwakkenberg en de watertoren dat het water omhoog moest stuwen richting toren. Deze is nu niet meer actief. In de toren wordt het water in de hoogte opgeslagen en de toren zorgt ook voor de juiste waterdruk. We zijn eens mee geweest met een medewerker van het waterleidingsbedrijf. Je klimt dan via twee schuine trappen naar boven. Bij de derde trap klim je loodrecht naar boven. (zie tekening). Bovenin is er een plateau met een luik in de muur op grote hoogte. Dat luik, op zo’n 23 meter hoogte, kun je naar buiten klappen. Een van ons ging daar zonder hoogtevrees op staan, maar ik kreeg al de kriebels bij het naar buiten kijken, zulke stalen zenuwen heb ik niet”, vertelt Ton lachend.
Naast zijn werk voor de stichting Berg en Dal en de site is Ton lid van Edelweisz. En elk jaar voor Kerstmis bouwt hij de bewegende kerststal mee op. Ook is hij lang actief geweest voor de vereniging Berg en Dal’s bloei. Kortom: Ton is een veelzijdig man!
www.erfgoednetbergendal.nl
www.vitens.nl/watertorens
--------------------------------------
60% van het drinkwater in Nederland wordt gewonnen uit de diepe ondergrond, 40% uit oppervlaktewater. Het hangt af van de regio waarin je woont. Ons drinkwater is dus een regio-product.
Tot 1929 moesten alle bewoners van Berg en Dal en omgeving hun drinkwater halen uit regenwaterspaarbekkens en diepe putten in de omgeving. Het grondwater bevond zich op sommige plaatsen in Berg en Dal op een diepte van circa 70 meter. Het 'Groot Hotel Berg en Dal`, 'Hotel Nederland` en hotel `Nieuw Berg en Dal' beschikten over eigen drinkwaterputten. Een waterput bij een hotel was vaak voorzien van een pomp die of elektrisch of door een windmolen werd aangedreven. In 1912 startte de exploitatiemaatschappij 'Mooi Nederland` met diepboringen in de 'Elzen` in Beek om daar zuiver drinkwater te vinden voor de dorpen Beek, Ubbergen en Berg en Dal.
Er zijn diverse manieren om water uit een put te halen. Een waterput bij een woonhuis of boerderij was meestal voorzien van een eenvoudig mechanisme, ofwel een emmer aan een lang touw bevestigd aan een as met een zwengel.
De in expressionistische vormen opgetrokken watertoren heeft een vierkante grondslag met afgeschuinde hoeken en een betonnen vlakbodemreservoir, naar ontwerp van A. Busselaar en J.H.J. Kording. De watertoren werd officieel op 3 oktober 1929 in gebruik gesteld door de toenmalige Commissaris van de Koningin in Gelderland mr. S. baron Van Heemstra. Pastoor P.C. van Aken van de parochie Beek had 's morgens de watertoren al ingezegend. De voorzitter Baron Van Voorst tot Voorst dankte in de toespraak de vele bestuurders die zich hadden ingezet voor de totstandkoming van het gehele project.
In 1991 is de watertoren op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Op de watertoren hangt een plaquette die herinnert aan een medewerker van het waterbedrijf, die als soldaat in de meidagen van 1940 om het leven is gekomen op de Grebbeberg.