De laatste Wijkkrant voor Nijmegen-Oost van voor de zomervakantie is inmiddels verschenen. De volgende verschijnt (pas) weer half september. In de tussentijd gaan velen van ons Nederland, Europa en de wereld verkennen. Zo niet onze columnist Kor Goutbeek... Lees zijn column die verscheen in het juninummer van de krant.
In de jaren 70 ging ik met de zomervakantie met mijn ouders Europa in. Dat betekende eindeloos genieten van wolken en luchten, dat gaf magische tintelingen, gelukzalige extase. Op de Wadden kon ik zon en wind, water en wolken ervaren. In Noorwegen genoot ik van de rotsige eilandjes, bosbessen plukken, uitzichten waar je 25 kilometer ver over het dal kon kijken. We stuitten op een geborgen herberg met veel hout, terwijl buiten wind en water de vensters geselden. In Schotland ruiste de zee, waaide de wind, schreeuwden de meeuwen, blaatten de schapen. We tuurden naar een visarend op grote afstand. In Saarland dompelde ik mij onder in glooiende sparrenwouden. Mijn vader en ik slopen samen bij een murmelend beekje op zoek naar de zeldzame waterspreeuw en ’s nachts zagen wij vuurvliegjes oplichten. In Oostenrijk rende ik de grazige hellingen op en ademde ik volop berglucht in. Ik werd verliefd op steile paadjes, klaterende watervallen en bloemrijke weiden! We zagen op de terugweg in Beieren zelfs cirkelende wouwen, lastiggevallen door zwarte kraaien..
Deze zomer blijf ik weer eens in Nijmegen-Oost. Saai?
Wel als je cirkelende ooievaars en buizerds saai vindt. Bij de vistrappen bij het Hollandsch-Duits gemaal hoor je het stromende water klateren langs rotsige eilandjes, waar soms de zeldzame waterspreeuw is te bewonderen. Op het Kops plateau kun je op heldere dagen het 25 kilometer verderop gelegen Doesburg zien liggen. Op de Waalbrug kun je volop zon en wind, water en wolken ervaren.
Oortjeshekken is een geborgen herberg met veel hout waar je bij regen en wind prima kunt schuilen. De kronkelende kerkdijk kleurt wit en geel van bloeiende margrieten en streepzaad waarboven vlinders fladderen, de populieren langs de Bisonbaai ruisen, zwaluwen scheren er laag over het water. En we zijn er nog niet: eindeloze sparren- en douglasbossen in het Reichswald, het steile paadje bij Vrouwendaal, de vuurvliegjes langs de Beukenlaan bij de St. Maartenskliniek, de visarenden die trekken via de Oude Waal, bramen plukken in de bossen van het Nederrijk. Ja, ons Rijk van Nijmegen is best wel saai eigenlijk, nu ik het zo op een rijtje zet…
Reacties?