Historicus René van Hoften presenteert in een aantal afleveringen de geschiedenis van Nijmegen-Oost, in korte verhalen en mooie afbeeldingen. Reacties zijn van harte welkom.
DEEL 14: De Duivelsberg
Dat het aan de oostkant van Nijmegen in de 17e en 18e eeuw, de zogenaamde struikroverperiode, niet pluis was hebben we in aflevering vijf van deze serie gezien. Maar ook in de 19e en 20e eeuw was het met een ouderwets duel op de Duivelsberg en een moord bij de Heksendans weer even sidderen geblazen.
Het duel
Op 18 augustus 1874 stonden in Arnhem voor de arrondissementsrechtbank terecht een zekere J.A. zijnde een burger, en A.H. een luitenant van de infanterie. Medegedaagden waren verder twee fabrikanten, twee luitenants en een huisarts. De eerste werd beschuldigd van moedwillige verwonding, de tweede van moedwillige mishandeling, de rest van medeplichtigheid. Er werden straffen opgelegd tussen de drie maanden en twee weken eenzame opsluiting.
Wat was er aan de hand? Op 29 juni 1874 hadden de twee eerstgenoemden een duel met sabels met elkaar uitgevochten, in de bossen achter het ‘Groot Hotel Berg en Dal’, in aanwezigheid van vier secondanten en een arts. De aanleiding was een ruzie in een Arnhems restaurant waarbij een glas wijn in het gezicht werd gegooid en een klap in het gezicht werd gegeven. Enige dagen later togen drie rijtuigen naar Berg en Dal om op de Duivelsberg (toen nog Pruisisch gebied, waar een duel wettelijk niet verboden was) een ouderwets duel uit te vechten. De officier ontving een wond boven het rechteroor, de burger kreeg een winkelhaak in de broek. Blijkbaar was dat genoeg voor de genoegdoening.
Een zeer talrijk publiek woonde de rechtszitting in Arnhem bij. In eerste instantie waren de secondanten en de arts nog vrijgesproken, bij hoger beroep voor het gerechtshof werden ook zij veroordeeld, dit terwijl de arts de twee duellisten nog had geadviseerd een doek gevuld met kranten om de nek te dragen. Het voorval werd in de Nederlandse pers breed uitgemeten, want een dergelijk duel had in Nederland al lang niet meer plaatsgevonden. Of het wettelijk verboden was bleef vaag en in hoeverre het nou anders was dan een kermisruzie tussen met messen bewapende boerenknechten werd ook niet duidelijk.
De moord
In de buurt van waar tegenwoordig pannenkoeken worden gegeten in pannenkoeken-restaurant ‘de Duivelsberg’, werd in een meertje genaamd ‘de Heksendans’, gelegen aan de voet van die berg aan de Beekse zijde, vastgevroren in een dunne ijskorst, een dode vrouw gevonden. Gevonden op 22 februari 1905 door een arbeider, zij was gekleed in haar onderrok, met een gezwollen en bloeddoorlopen gezicht. Uit de andere kleding op de plaats van het delict, bestaande uit een rood gestreepte blouse, een zwarte mantel, en een grijs met groen gegarneerde hoed kon met de conclusie trekken dat het zich handelde om een dienstbode. Dit was toen nog Duits grondgebied. dus werd er een geneesheer uit Kranenburg bij betrokken die constateerde dat ze zwanger was. ’s Middags was ze nog levend gezien in gezelschap van een heer met een Vlaams accent en scheen ze met die heer enige dagen in hotel Mulder in Berg en Dal te hebben verbleven. Er werden gipsafdrukken van de schoenafdrukken rond de plas genomen. Verder vond men in het water een wandelstok met een monogram bestaande uit de ineengestrengelde letters I en C. In het Clever Kreisblatt werd door het gerecht uit Kleef een beloning van 500 DM. uitgeloofd. Het lichaam van de vrouw werd voorlopig in Wyler ter aarde besteld. Later bleek dat beiden uit Luik kwamen, de dader was Jules Cherpion en het slachtoffer was Maria Droixhe. Hij werd uitgeleverd en in België veroordeeld tot levenslange dwangarbeid. Een paar regels uit een in Nijmegen gezongen straatlied hierover:
‘"Hij heeft haar dadelijk vast gegrepen en met een mes gaf hij haar zeven steken, zij viel ter aarde, viel voor zijn voet, en riep “O God, ziet wat de liefde doet”.
Afbeelding 1: Een voorbeeld van een sabelduel, bron PD.
Afbeelding 2: Met de koets naar ‘Groot Hotel Berg en Dal’, 1888, bron RAN.
Afbeelding 3: De vijver ‘de Heksendans’, 1905, bron RAN.