Tekst en foto: Kor Goutbeek
Op een zonnige maar frisse herfstdag zoek ik in het Julianapark de verborgen begraafplaats aan de Prins Bernhardstraat. Tussen de oude bomen, achter het hek, zit Wim Desserjer al op me te wachten onder de verkleurende bomen met koffie. Hij werkt aan een boek over deze plek. “Dit wordt de tweede publicatie die ik voor In Paradisum schrijf”, vertelt hij. “De eerste ging over begraafplaats Daalseweg. Stenenkruis is de oudste gemeentelijke begraafplaats van Nijmegen, aangelegd in 1811, destijds de eerste buiten de stad. Het protestantse restant daarvan geeft een uniek beeld van het 19e-eeuwse Nijmegen”, zegt Desserjer. “Een tijd waarin de protestanten het bestuurlijk en maatschappelijk voor het zeggen hadden.”
Van stadswal naar dodenakker
Na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk in 1810 kwam er een verbod op begraven binnen de stadsmuren en in kerken en kloosters. Daarom besloot het stadsbestuur een algemene begraafplaats aan te leggen buiten de stad. Op 20 mei 1811 vond hier de eerste begrafenis plaats. Desserjer: “Van noord naar zuid kwamen er een rooms-katholiek, een protestants en een joods deel. Het was een begraafplaats voor alle religies, maar iedereen kreeg zijn eigen vak.” Met de Vestingwet van 1874 mocht Nijmegen zijn muren en wallen slechten. De stad kreeg de oude vestinggronden in handen en kon flink uitbreiden. Tegelijkertijd zette de verzuiling door, óók bij de doden: er kwamen bijzondere begraafplaatsen voor rooms-katholieken, protestanten en Joden.
Van begraafplaats naar park
Omdat de begraafplaats steeds meer binnen de bebouwde kom kwam te liggen, besloot het gemeentebestuur haar in 1905 te sluiten. In 1925 werd het rooms-katholieke deel ontruimd en ingericht als wandelpark: het Julianapark. Een jaar later volgde het zuidelijke deel van de begraafplaats. “Alleen het protestantse middengedeelte bleef over,” zegt Desserjer, “en dat werd omheind met een ijzeren hekwerk. Dat is wat we nu als begraafplaats zien.”Wie vandaag door het park loopt, ziet nauwelijks dat er vroeger overal graven lagen. “Er is één uitzondering”, wijst hij. “In het noordelijk deel zijn nog twee graven zichtbaar, omdat nabestaanden fel protesteerden tegen het verdwijnen van hun familiegraven onder het park.” Toch komt het verleden nog regelmatig naar boven. “Letterlijk,” zegt Desserjer. “Bij het planten van nieuwe bomen in oktober 2025 werden weer botresten gevonden. In mijn boek besteed ik veel aandacht aan die overgang van begraafplaats naar park.”
Elite onder de zoden
De kern van het bewaarde deel is een vlak grafveld met diepe grafkelders, omringd door 408 zandgraven en keldergraven. “Hier ligt vooral de 19e-eeuwse Nijmeegse elite”, vertelt Desserjer. “Stadsbestuurders, predikanten, adellijke personen en hoge militairen.” Veel namen zijn bekend uit het Nijmeegse straatbeeld. “Onder de invloedrijke Nijmegenaren vind je burgemeesters als Van Randwijck, Van der Steen en Bijleveld, en bestuurders als Francken, De Man en Van der Brugghen. Ook Johan in de Betouw en Diederik van Schevichaven met hun grote verdiensten voor het vastleggen van Nijmeegse geschiedenis liggen hier”, somt hij op. ”Ook militairen bepaalden het stadsbeeld in de 19e eeuw. “Er liggen 55 militairen, deels van het KNIL, onder wie zes dragers van de Willemsorde”, zegt hij. "In het boek laat ik verbanden zien met bijvoorbeeld Napoleon, de Slag bij Waterloo en de Belgische Opstand.”
Speuren in archieven
Het onderzoek kostte veel tijd. “De oorspronkelijke begraafregisters zijn grotendeels verloren gegaan”, vertelt hij. “Daardoor moest ik vaak uitwijken naar het Regionaal Archief Nijmegen, het Nationaal Archief en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.” Gelukkig was er een basis. “Het NUMAGA-onderzoek uit 1993 had alle grafzerken al eens op naam geïnventariseerd. Voor extra duiding heb ik daarnaast vaak een beroep gedaan op de genealogische expertise binnen In Paradisum. Menig graf-met-een-verhaal is zo stukje bij beetje opgebouwd.”
Een plek om te koesteren
De laatste jaren probeert Stichting In Paradisum de begraafplaats zowel qua natuur als qua monumenten toonbaar te maken en te houden. “Ik hoop dat bezoekers zich realiseren dat hier ooit een grote, algemene begraafplaats lag,” zegt Desserjer. “Dat dit resterende deel een belangrijke afspiegeling is van 19e-eeuws Nijmegen, dat veel straatnamen hier hun oorsprong hebben, en dat de status van gemeentelijk monument niet voor niets is. En intussen is het ook voor flora en fauna een plek om te koesteren.”
Open dagen en rondleidingen
Stichting In Paradisum verzorgt elke laatste zondag van april tot en met augustus van 12.00 tot 13.15 uur een rondleiding op de begraafplaats. Tijdens de Open Monumentendagen in september is het terrein van 11.00 tot 17.00 uur toegankelijk. Rondleidingen worden dan gegeven om 11.30 en 14.30 uur, en op verzoek ook op andere momenten. Op de zaterdagavond van de Open Monumentendagen, 12 september 2026, is er van 21.00 tot ongeveer 22.00–22.30 uur een presentatie met aansluitend een wandeling bij fakkellicht. Kijk voor actuele data en tijden in de agenda op de website van In Paradisum.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De stichting, een vrijwilligersorganisatie, richt zich specifiek op begraafplaats Daalseweg, begraafplaats Graafseweg, de afgesloten oude begraafplaats Stenenkruisstraat (in het Julianapark) en het kerkhofje in Neerbosch (aan de Dorpsstraat).