“Ik hoop dat het snel januari is. Die kitscherige kerst hoeft van mij niet.”
De oudere vrouw die tegenover mij in de trein zit, klinkt als mijn moeder. Ik, student Cultuurgeschiedenis, ben op weg naar huis voor kerst en heb net geholpen haar tas in het bagagerek te zetten. Nu begint ze als dank spontaan te mopperen: “Al dat nepperige gedoe. Lichtjes, rendieren, kerstmuzak in november. Het is één groot decorstuk geworden. Kerst is niet eens het hoogtepunt in het christelijke jaar: dat zijn Pasen en Pinksteren. Dan pas openbaart zich de essentie van het Christelijk geloof. De komst van Christus was geen sfeerverlichting, maar een omwenteling. God die mens werd te midden van een weerbarstige wereld. En wat doen wij? We hangen plastic engeltjes uit China in de boom. Kerst is niet de koopdrift van ‘All I want for Christmas’, maar een verhaal dat je stil maakt.”
Ik: “Maar voor mij ís kerst ook stilte. Alleen zit die zit verstopt tussen alle kitsch. Als ik ’s avonds door de donkere stad loop en ik zie lampjes in het raam, dan voelt het minder… leeg. Alsof we elkaar even laten weten: ik ben er nog. In deze donkere dagen hebben veel mensen behoefte aan licht en hoop. De voorloper van kerst, het midwinterfeest, bestond al duizenden jaren voor de kerkelijke feesten. Kerst is ook een feest waar je veel verschillende essenties in kan leggen: vrede, liefde, vriendschap, hoop, licht, lekker eten, samen, familie, geloof, warmte.”
De vrouw zwijgt even. Buiten schuiven de weilanden voorbij in de mist. Zij: "Maar heb je dan echt die enorme kerstboom nodig op het plein? Wat voegt dat toe aan het licht van Christus?" Ik: “Die boom staat er ook voor de man drie huizen verder die net weduwnaar is. Die feestelijke opsmuk geeft wat lucht.” Zij: "Denk je dan wérkelijk nog aan het kerstverhaal?"Ik: "Wel aan de kern van kerst. Dat er licht kan komen vanuit alle hoeken. Soms is dat een kaars in de kerk, soms een foute lichtslang op een balkon. Net als veel Christenen verlang ik naar tekenen van hoop in de duisternis, naar het licht."Zij: “Daar kan ik eventueel wel mee leven”. En na een korte denkpauze: “Maar Mariah Carey blijft uit.”
(Fictie)