Lang geleden zat ik urenlang te zweten op een opgravingsplek waar vroeger verpleeghuis Margriet stond. Hier lag een enorm Romeins grafveld. Ik was druk met het blootleggen van een Romeins kindergraf. Ik schraapte voorzichtig langs spijkertjes van een vrijwel vergane grafkist. Uiteindelijk kwam een kindergebit te voorschijn. Ik werd er stil van.
Door Rob Jaspers
De Romeinen hopten aan de Waal in enkele eeuwen van het Kops Plateau naar de Hunnerberg, Valkhofheuvel en Waterkwartier. Ook zaten ze nog aan bij Lent, aan een andere Waalroute dan we nu kennen. In Nijmegen en omgeving huisden in het jaar honderd zo’n 40.000 Romeinse (en Bataafse) bewoners heb ik wel eens gelezen. Ze kwamen zelfs uit het Midden-Oosten, denk aan Turkije, Syrië en Jordanië. Grafvelden in West leverden hiervoor het bewijs.
Bovengronds zien we weinig van dit Romeins verleden. Maar in de ondergrond barst het van de spannende verhalen. Gelukkig kent Nijmegen een goede archeologische dienst. Veel van ons verleden is omhoog gehaald. De depots aan de Nieuwe Dukenburgseweg staan er vol mee. In het Valkhofmuseum of Museum Kam kun je er ook van genieten.
Maar waarom zouden we niet meer van dat Romeins verleden op straat tonen? Ooit droomde GroenLinks-raadslid Jan van der Meer zelfs van herbouw van een Romeinse commandantswoning op het Kops Plateau. Hij zag het als een kans het verhaal van Nijmegen als oudste stad een gezicht te geven. Inmiddels herinnert het (kunst)masker op Veur-Lent ons op een bijzondere wijze aan dat verleden.
Al vaak is geroepen om Romeinse vondsten uit de depots te halen en ze [beschermd) op straat te tonen. Helaas is dit nooit uitgevoerd. In het groeiende Waalfront waar dé Romeinse stad Ulpia Noviomagus stond, zijn nieuwe kansen.
Kom op wethouders. Toon die Romeinse herinneringen, ze verbinden toen met nu.