Na de drukte…
Wat is het heerlijk toeven in Nijmegen, zo net na de Vierdaagse. Lege straten, stemmen en voetstappen echoën tegen de gevels, een weken durende zondagsrust is over de stad neergedaald. Want heel Nijmegen, vooral de middenstand, gaat pas na de Vierdaagse op vakantie. En als het dan ook nog pijpenstelen regent, doe ik niets liever dan dwalen door de straten van Oost, met het ontspannen gekletter van de regen op mijn paraplu. Alleen op de wereld.
Een groter contrast is niet denkbaar: een paar dagen eerder bevolkten we nog met duizenden de Via Gladiola. Wij lopers, onthaald door een juichende en feestende massa. Wat een euforie!
En toch, er gaat niets boven de intocht in Nijmegen-Oost de dag ervoor, elk jaar weer. Het bloed begint al te stromen op de Berg en Dalseweg als we linksaf de lommerrijke Kwakkenbergweg opdraaien. Daar worden we ‘op stand’ ontvangen. Maar het echte feest barst los als we ‘de Dommer’ inslaan. Daar is het Witte Donderdag, iedereen is in het wit gestoken. Hier onderga ik de lach, de knuffel, de schouderklop van bekenden en onbekenden. Beneden bij de kazerne draaien we linksaf. En dáár bereikt mijn euforie het hoogtepunt als we worden onthaald door een dansende en feestende menigte bij café de Kroon. Tal van bekenden hier, gezellig! We pakken een pintje en moedigen de andere lopers aan. Mijn vrienden gaan vast verder, ik blijf nog even. Het is tenslotte feest in mijn eigen Nijmegen-Oost (chauvinisme maakt zich schaamteloos van mij meester). ‘Hou vol, je bent er bijna!’ schreeuw ik de lopers toe. De spoeling wordt dunner, de laatsten zijn in aantocht. Shit, ik moet zelf ook nog naar de finish! Dus biertje achterover en hup, daar ga ik weer. Een kolkende massa in de Groesbeeksdwarsweg (dresscode rood!) helpt ons de laatste meters overbruggen. Wat een intocht!
Had je wat twijfels, dan krijgt je gevoel van eigenwaarde hier een enorme opkikker. Al die aandacht! Dan besef je: heb ik toch niet voor niets geleefd!
Nu mag ik tegenwoordig ‘de dertig’ lopen. Iets met leeftijd… En wat krijg ik te horen? ‘Ah een rondje rond de kerk!’ ‘Kijk aan, Jeroen gaat even de hond uitlaten!’ Welk een dédain! Dat rondje rond de kerk heeft me we wel een paar fikse blaren en artrose in m’n bejaarde knie bezorgd!
Overigens lijkt het eeuwige ‘Bloed, zweet en tranen’, dat je minstens twintig keer per dag langs de route hoorde, zijn beste tijd te hebben gehad. Daarvoor in de plaats nu liedjes met een diepere reflectie op ons aardse bestaan zoals ‘Liever te dik in de kist dan een feestje gemist’. Ook Ome Henk deed het goed dit jaar met ‘Daar heb je Arie in zijn Ferrari’. Verreweg het meest gehoord: Sweet Caroline. Wat leuk dacht ik, zo’n ode aan Neil Diamond, terwijl die niet eens dood is. Tot ik besefte dat het misschien anders zat. ‘Nee hè!’ verzuchtte ik.
Jeroen van Zuylen / foto: Erik Blankesteijn